17 oktober 2024
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) hebben de nieuwe methode om armoede in Nederland te meten gepresenteerd.
“Het rapport bevestigd dat er relatief veel werkenden in armoede verkeren. Wij hebben met de SER in 2021 een verkenning Werken zonder Armoede uitgebracht met veel aangrijpingspunten en praktische verbeteringen. Hoeveel aansporing is er nodig om echt werk te maken van de aanpak van armoede, bijvoorbeeld door werken lonender te maken?”, aldus VCP-voorzitter Nic van Holstein.
Tot nu toe werd armoede op vijf verschillende manieren gemeten; de nieuwe methode zorgt voor duidelijkheid. In die nieuwe methode worden de werkelijke kosten die mensen hebben aan wonen en energie meegenomen in plaats van gemiddelden. Daarnaast is gekeken of huishoudens een financiële buffer hebben. Volgens deze nieuwe methode leefden in 2023 540 duizend mensen in Nederland onder de armoedegrens. Dat is 3,1 procent van de bevolking. Hoewel het aantal armen in 2023 lager was dan in de jaren ervoor, nam de ernst van de armoede toe. In vergelijking met 2018 waren er vorig jaar relatief meer werkenden arm dan er mensen in de bijstand arm waren. Werkende armen komen meer inkomen tekort dan arme mensen met een bijstandsuitkering.
In het rapport van het CBS, SCP en Nibud staan voor 35 verschillende typen huishoudens welke bedragen nodig zijn om volwaardig mee te kunnen doen in de samenleving. Op basis van de nieuwe methode is de armoedegrens in 2023: Voor een alleenstaande: € 1.510 netto per maand, bij een huur van € 590 en energielasten van € 145. Voor een paar met twee kinderen tot en met 12 jaar: € 2.535 netto per maand. Voor een tweeoudergezin met twee puberkinderen: € 2.910 netto per maand. Voor een eenoudergezin met twee pubers: € 2.500 netto per maand. Als het huishouden een vermogen (en daarmee een financiële buffer) heeft dat hoger is dan de armoedegrens op jaarbasis, dan is er geen sprake van armoede. Voor een alleenstaande lag dat bedrag in 2023 op € 18.145, voor een stel met twee jonge kinderen was dat € 30.405. Het zijn vaak werkenden in armoede. Hoofdreden is minder ondersteuning, vaak niet bekend bij gemeente, en dus gewoon te weinig inkomen.
Armoede gaat vaak gepaard met een minder goede lichamelijke en mentale gezondheid, een verminderd gevoel van eigenwaarde en kan leiden tot sociale uitsluiting. Het heeft invloed op de veerkracht van mensen en leidt in veel gevallen tot een lager vertrouwen in de overheid. Opgroeien in armoede heeft ook vaak negatieve gevolgen voor de leerprestaties en toekomstkansen van kinderen. Vorig jaar wees de Commissie sociaal minimum daar in hun adviesrapport ook op. Met het advies Gezond opgroeien, wonen en werken werd door de SER dit jaar nog een oproep gedaan om bestaanszekerheid te bevorderen om een gezond leven te kunnen leiden.