Interview Chris van Veldhuizen
Chris van Veldhuizen is vanuit Het Zwarte Corps (HZC) toegetreden tot het Algemeen Bestuur van VCP in april 2022. Hij vertegenwoordigt ook ZZP-ers in zijn achterban.
Wat is je ervaring als nieuw lid van het AB?
“Ik zie nu beter waar het over gaat. Ik ben zowel nieuw in het vakbondswerk als in de sector waarvoor we actief zijn. Dus dubbel nieuw. Ik heb inmiddels ervaren wat een vakbond doet, wat de positie van HZC is en wat VCP is.”
Leuk nieuw?
“Ik heb enorm veel plezier in mijn werk. De sector bouw en infra is boeiend en interessant en er gebeurt ook veel. En bij het vakbondswerk spelen de politiek en de strategisch maatschappelijke kant. Ik heb diverse directieposities in de kledingindustrie bekleed, naast commerciële functies en manager van een hbo. Zowel zakelijk als commercieel. In de vakbondwereld is het wel veel meer politieke lobby. Ik moet ook veel meer geduld hebben. Ik vind dat het zeker niet ambtelijk hoeft te zijn. Ik doe het nog steeds op de zakelijke manier van het bedrijfsleven, gericht op resultaat en op actie en beslissingen nemen. Ik moet wel rekening houden met wie ik aan tafel zit. Ik moet niet te snel gaan omdat ik mensen dan niet mee kan krijgen. Dan ga je meer in de psychologie eigenlijk.”
Crisis snel schakelen en dan heb je dat al mee…
“Zeker het treinongeluk in Voorschoten; daar moest ik schakelen omdat het ging over de veiligheid van medewerkers en de dode helaas een kraanmachinist was, die is overleden bij het ongeval. Dan is het wel het moment om de politieke discussie aan te dragen welke afwegingen je maakt in beslissingen om wegwerkzaamheden of spoorwerkzaamheden te organiseren. Daar worden belangen afgewogen die met geld en economie te maken hebben, want de capaciteit van de sporen wil je zo min mogelijk verkleinen, dus dan wordt er gekozen om niet alle spoorbanen af te sluiten maar een gedeelte. Maar dat betekent ook dat je een risicoverhogende beslissing neemt want op het moment dat iemand op het ene spoor werkt en daarnaast rijdt de trein met meer dan 130 km per uur voorbij, dan is het natuurlijk wel een serieus verhoogd risico wat je dan accepteert. De discussie moet dan zijn: wat is dan het mensenleven waard ten opzichte van iets meer treinen kunnen laten rijden.
Je vraagt je dan ook af waarom er dan niet op z’n minst besloten wordt bij spoorwerkzaamheden snelheidsbeperkingen in te voeren. Bij snelwegen is dat standaard. Een veiligheid volgens de veiligheidsprotocollen. Voor de mensen die dit gezien hebben, heeft dit een enorm trauma opgeleverd, dus er komt een heel proces van traumaverwerking achteraan. Dit zijn dingen die mensen mogelijk hun hele leven mee blijven dragen. Werkgevers schakelen daar professionele hulp op in, maar daarmee is het niet in een keer weg. Ik pak dan het aandachtsmoment zodat ik een case kan maken met het belang voor de medewerkers. Er zijn mensen die dagelijks aan gevaar worden blootgesteld.”
Het belang van de werknemers en hun veiligheid
“HZC heeft als missie dat we ons inzetten voor kwaliteit en continuïteit van werk en inkomen van werknemers. Dat gaat over beloning, salaris en andere vergoeding, continuïteit in onderhandeling met werkgevers op een manier dat het bedrijf ook kan blijven bestaan. Daarom hebben wij een andere insteek dan bonden als FNV en CNV. Wij zijn de bond die het anders doet. Wij gaan niet gelijk staken om een paar procent meer te krijgen, maar wij kijken gewoon wat is er realistisch haalbaar voor het bedrijf in een situatie of in een bepaalde sector, in een cao. Wat is daar haalbaar zonder dat je bedrijven om gaat trekken die voor te hoge kosten komen te staan. Dus wij denken daar constructief in mee zonder dat we ons laten afschepen met een te laag bod. We gaan eerst het gesprek opzoeken met de werkgever en niet gelijk dreigen met stakingen.”
“Mijn opdracht is om de vakbond opnieuw uit te vinden. Ik bedoel daarmee dat wij zien dat de traditionele manier van vakbond zijn van eens in de zoveel tijd aan tafel met een werkgever om over de cao te praten, waar het negen van de tien keer om het geld gaat, een achterhaalde rol is. Wij willen eigenlijk een continue gesprekspartner van werkgevers zijn over de arbeidsvoorwaarden en de arbeidsomstandigheden van werknemers. Dat gaat over kwaliteit van inkomen maar ook over kwaliteit van werk. Dan heb je het ook over gezondheid, duurzame inzetbaarheid, over veiligheid en vanuit die zaken maak je er ook een punt van als er een ongeval gebeurt. Je gaat gelijk inzetten op de kwaliteit van werk en de veiligheid in dit geval.”
Proces waarin je snel stappen kan zetten?
“Sneller dan ik dacht. Bij de koers die we nu gekozen hebben als HZC om de vakbond opnieuw uit te vinden, de keuzes die we daar maken en de dingen die we daar uitrollen, die gaan eigenlijk heel voorspoedig. Die lukken ook allemaal.”
Pilots
“Vakbond nieuwe stijl vinden wij het logischer om continu de relatie met werkgevers te hebben om voortdurend te kijken naar kwaliteit van werk en inkomen en tussentijds ook dingen te kunnen vernieuwen als dat nodig is. Hoe we dat doen, daarvoor hebben wij het HZC praatcafé ontwikkeld. We bespreken dan met directies en HR-afdelingen van een bedrijf of ze mee willen doen. En meedoen houdt in dat ze ons de toestemming geven om gesprekken te voeren met groepen werknemers, een soort gesprekspanels en dan gaat het gesprek over werkbeleving. We hebben het over: waar word je blij van en trots van als werknemer in dit bedrijf en waar zitten je zorgpunten en irritatiepunten?”
“Wij merken dat dit werkt voor alle partijen. De werknemers zijn positief omdat ze het gevoel krijgen dat ze gehoord worden en dat ze hun verhaal kwijt kunnen en waarderen het ook dat hun werkgever hun de kans geeft om dat te doen. Het voordeel van de werkgever is dat ze niet alleen waardevolle informatie krijgen over hoe hun werknemers in hun vel zitten, maar het draagt ook bij aan een positief beeld van goed werkgeverschap.”
Dat ze gehoord worden en inbreng tonen als werknemer?
“Klopt. Wij maken dan de afspraak met de directie HR dat wij verslag maken van die bijeenkomsten en een rapportage terugkoppelen met conclusies en adviezen erbij. Want anders dan bij een cao, zit je niet in een onderhandelingssfeer, van je moet ja en nee zeggen en we gaan staken als je het niet doet. Maar het is gewoon constuctief meedenken met het bedrijf en het belang van de werknemers. De werkgevers die mee hebben gedaan tot nu toe zijn daar allemaal heel positief over omdat het hen helpt. Je kunt niet alles tegelijk als bedrijf, als je de dingen voor werknemers wilt aanpakken of verbeteren, qua tijd niet en qua geld niet. Dus je moet keuzes maken en dan helpt het als je op basis van dat soort gespreksgroepen goede informatie krijgt over waar de pijn zit en waar de behoefte zit. Dus het werkt twee kanten op. De werknemers vinden dit positief en de werkgevers ook en voor ons ook als derde partij betrokken, voor ons levert het heel veel inzichten en informatie op.”
Mooi hoe iedereen hierbij betrokken wordt…
“Ja dat is iets wat ik mee heb genomen uit mijn vorige banen. Ik heb geleerd in het bedrijfsleven als ook in mijn laatste baan als manager bij de hbo-opleiding dat als je nieuwe dingen wilt bedenken, iets wilt ontwerpen of oplossingen wilt ontwerpen en doorvoeren, dan is vaak de traditionele manier: we gaan intern dingen bedenken en met een aantal specialisten een oplossing bedenken en dan gaan we die oplossing uitvoeren. Wat ik heb geleerd in al die jaren, is dat als je dan het proces niet intern start maar gelijk vanaf het begin met alle partijen samen doet dan werkt dat beter. Dus vanaf het begin werknemers en werkgevers erbij betrekken en mee laat denken in oplossingen. Want je hebt meer ideeën aan tafel. Je hebt gewoon meer partijen die meedenken en je voorkomt dat je bepaalde gezichtspunten en invalshoeken van bepaalde stakeholders vergeet mee te nemen in je beslissing. En het derde voordeel is dat je automatisch, doordat je mensen vanaf het begin erbij betrekt, draagvlak voor de oplossing krijgt.”
Design thinking
“Hier is ook een naam voor en dat heet design thinking. Een stroming of denkwijze over ontwerpprocessen die ervan uitgaat dat je ontwerpprocessen inricht met alle stakeholders vanaf het eerste moment samen. Een ander kenmerk van design thinking is dat het uitgaat van learning by doing. Dus dat je niet probeert jarenlang te werken aan het perfecte, volledig bewezen prototype, maar dat je als onderdeel van dat design proces ideeën die je hebt al gewoon gaat testen met betrokken partijen zodat je sneller een gevoel krijgt van dit werkt wel, dit werkt niet… Het maakt eigenlijk je ontwerpproces ook effectiever. Inzichten uit de onderwijs en onderzoekswereld.”
Pilots met meerdere bedrijven
“De pilots zijn we eind 2022 begonnen en we hebben ze volledig via dit design thinking opgebouwd. Niet alleen de werkgever en de werknemer, maar ook de vakbond en ook een samenwerking met het lectoraat van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (hoe werknemers doorontwikkelen tijdens loopbaan) als kennispartner. Het HZC praatcafé heet deze pilot , een van de nieuwe activiteiten van de vakbond nieuwe stijl. Dit wil ik binnen de VCP brengen als we de pilots afgerond hebben en er een evaluatie is gedaan, want dan kan ik het hele verhaal vertellen met alle plussen en minnen.”
Jongerenwerving
“Binnen VCP ben ik initiatiefnemer van een traject dat heet: acquisitie van jongeren, dus jongerenwerving. Alle bonden hebben te maken met dezelfde maatschappelijke ontwikkeling dat er vergrijzing plaatsvindt. Dus het ledenbestand wordt ouder, maar aan de onderkant groeit het weinig aan met jongeren. Jongeren worden niet zo makkelijk lid van een vakbond. Vroeger was dat logisch, want opa en vader waren lid van een vakbond dus jij als jongere werd ook lid van een vakbond, maar dat automatisme zit er niet meer in. Daarnaast zijn jongeren individueler geworden, door de individualisering, meer op zichzelf; dat collectieve is minder belangrijk. Ook de noodzaak van informatieafhankelijkheid van een bond is ook minder, want je kunt heel veel dingen gewoon online opzoeken. Dat al die informatie niet altijd even kloppend is omdat er geen filter op zit die toetst of het klopt, dat vergeten jongeren vaak. Dat is de samenleving waarin we leven. Ik heb toen voorgesteld binnen VCP: zullen we hier met vertegenwoordigers van de verschillende vakbonden een project van maken om kennis uit te wisselen van wat is de situatie bij jullie, waar hebben jullie mee te maken, maar ook initiatieven te delen die we met z’n allen aan het ondernemen zijn om toch jongeren aan bord te krijgen? Want je kunt proberen allemaal zelf het wiel uit te vinden maar als je dat met z’n allen doet, dan heb je veel meer ideeën en kun je aan benchmarking doen van wat werkt bij jou wel en wat werkt niet.
Vorig jaar, in 2022, zijn we hier toen mee begonnen. Toen hebben we de eerste bijeenkomst gehad over ledenwerving onder jongeren. Binnenkort hebben we een vervolgsessie. Waardevol en interessant. Het is mooi om te zien dat er draagvlak is bij de verschillende leden van de VCP om hier het met elkaar over te hebben en ook de ervaringen open erover te delen met elkaar. Mooi dat dat gelukt is.”
Hoe zie je de VCP en je rol in het AB?
“Mijn rol is dat ik probeer dingen vanuit een andere manier probeer te benaderen en ook een andere geschiedenis meeneem daarin, dus een andere werkhistorie en daarmee wil kijken of ik ook voor alle leden van de VCP dingen in beweging kan krijgen waar we allemaal wat aan hebben. Dat jongerenverhaal is dan een voorbeeld. De landelijke thema’s die besproken worden bij de VCP zijn ook van belang voor ons, zoals sociaal-economische en arbeidsvoorwaardelijke onderwerpen. De opdrachtgevers zijn de landelijke politiek en als er een discussie is over veiligheid en er is een capiciteitsprobleem met afsluiting, waardoor er sporen opengelaten worden, dan moet ik bij het ministerie van Rijkswaterstaat en I&W zijn als ik dit wil veranderen.”
Belangrijk onderwerp nu: de ZZP-ers.
“De ZZP-ers zijn een toenemende factor in de maatschappij en in het sociaal-economisch domein. Je kunt ZZP-ers niet negeren want ze zijn er. Ze maken onderdeel uit van de economie, arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden. Veel belangen van ZZP-ers en vakbondsleden lopen gelijk op. We moeten erop inzetten oneerlijke concurrentie te verminderen. Wij noemen dat: komen tot een zogenaamd ‘level playingfield’, gelijk speelveld voor iedere arbeidskracht, met goede verzekeringen, eerlijke tarieven en werken volgens de regels. Wij hebben een HZC voor ZZP-ers en binnen de VCP wil ik mij wel hardmaken om de belangen te behartigen van ZZP-ers.”