Raad van State kritisch op niet indexeren maximum uurprijs kinderopvangtoeslag

Betaalbaarheid en toegankelijkheid onder druk

De Raad van State stelt dat kinderopvang voor ouders minder betaalbaar en toegankelijk worden, met name voor lage inkomens. Volgens de Raad blijkt niet overtuigend waarom is gekozen voor deze maatregel en dat geen andere maatregelen bestaan die minder belastend zijn voor ouders met een laag inkomen. Volgens het kabinet is het niet-indexeren in 2026 passend, omdat de maximum uurprijzen in 2024 extra zijn verhoogd, terwijl het doel hiervan juist was om de kinderopvangtoeslag beter te laten aansluiten bij de daadwerkelijke kosten van kinderopvang. Daarnaast constateert de VCP dat de toeslagstijging voor 2025 (400 miljoen euro) in feite gefinancierd wordt door het niet indexeren van de maximumuurprijs in 2026 (500 miljoen euro). Dit betekent dus gewoon een vestzak-broekzak voor ouders.

Voorkom lastenverhoging ouders

De VCP pleit al jaren voor een realistisch maximum uurtarief. De opvangkosten boven het maximum uurtarief komen namelijk volledig voor rekening van de ouders. De afgelopen jaren is geprobeerd de maximum uurprijs meer in lijn te brengen met de daadwerkelijke uurprijzen. Door de maximum uurprijs niet te indexeren neemt het verschil weer toe. Het voorstel werkt, volgens de VCP, contraproductief en geeft precies het verkeerde signaal naar werkende ouders en het verhoogt de lasten voor ouders fors. Het is bovendien onbegrijpelijk dat het kabinet zonder blikken of blozen schrijft dat ter voorbereiding op de verandering van de kinderopvangtoeslag (waarbij ouders minder gaan betalen) er nu een bevriezing nodig is (om de kosten voor ouders te laten stijgen). De opvangsector en ouders hebben behoefte aan consistent en consequent beleid. Lees hier de volledige reactie van de VCP.