Tweede Kamer stemt in met wijzigingen Participatiewet

Inhoud wetsvoorstel

Verschillende maatregelen zorgen voor verbetering. Zo komt er een zogeheten bufferbudget om schommelingen in het inkomen op te vangen. Giften tot 1200 euro hoeven niet meer opgegeven te worden, dat valt niet meer onder de inlichtingenplicht. Verder krijgen gemeenten de mogelijkheid om af te wijken van de 4 weken zoektermijn voor inwoners onder de 27 jaar en krijgen gemeenten de mogelijkheid om een uitkering met terugwerkende kracht toe te kennen voor maximaal 3 maanden, als individuele omstandigheden daarom vragen. Ondanks kritiek van een aantal partijen in de Kamer blijft de taaleis onderdeel van de Participatiewet.

Fundamentele herziening

Naast dit wetsvoorstel met verbeteringen voor de korte termijn, wordt er ook gewerkt aan een fundamentele herziening van de Participatiewet. Beleidsopties komen naar verwachting voor de zomer. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel heeft de Staatssecretaris aangegeven ook te zullen kijken naar een aparte regeling voor de groep chronisch zieken en mensen met een arbeidsbeperking die onder de Participatiewet vallen. Hij vindt het onwenselijk als er mensen in de bijstand zitten waarvan verwacht wordt dat ze aan het werk gaan, terwijl ze dat niet kunnen. Een toereikend sociaal minimum is ook onderdeel van de fundamentele herziening.

Invoering

Gemeenten krijgen de ruimte om het wetsvoorstel Participatiewet in balans in stappen in te voeren. Het kabinet kijkt samen met onder meer de Vereniging van Nederlandse Gemeenten naar de termijn van invoering per maatregel. De inzet is dat de eerste maatregelen per 1 januari 2026 in kunnen gaan. Dit is mede afhankelijk van de behandeling van de wet door de Eerste Kamer.