27 juni 2025
Afgelopen maanden komen er steeds meer signalen dat de werkgelegenheid in Nederland onder druk staat. Verschillende industriële bedrijven hebben aangekondigd vestigingen in Nederland te sluiten. “De luchtvaart verkeert ook in onzekerheid. Met de val van het kabinet blijven belangrijke dossiers zoals energie, stikstof en vergunningen liggen. Het politieke spel mag niet boven onze welvaart en welzijn gaan”, aldus VCP-voorzitter Nic van Holstein.
De zorgen leven breed. In de Algemene Vergadering van de VCP is vastgesteld dat, ondanks de krapte op de arbeidsmarkt, de werkgelegenheid in veel sectoren onder druk staat. Gevolg van onzekerheid over de toekomst in de luchtvaart en in de industrie. Onzekerheid over vergunningen en stikstof, en onzekerheid over verduurzaming en energie zorgen dat investeringen niet gedaan worden en bedrijvigheid en werkgelegenheid over de grens gaat. De oproep van de VCP aan de politiek is om nadrukkelijk oog te hebben voor werkgelegenheid. Werkgelegenheid is niet vanzelfsprekend. Er zijn snel oplossingen nodig zodat investeringen gedaan kunnen worden en werkgelegenheid blijft behouden. Meer onzekerheid kunnen we ons niet veroorloven.
In de Algemene Vergadering van de VCP werden de zorgen over de werkgelegenheid in de luchtvaart verwoord door Piet Visser, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Luchtvaarttechnici. Een krimp van de luchtvaart zal met enige waarschijnlijkheid leiden tot verlies van werkgelegenheid. De luchtvaartsector heeft begin 2024 tien commitments gegeven: ‘Samen naar Schoner, Stiller en Sterker’. De visie ‘Toekomstbestendige luchtvaart voor Nederland’ is medeondertekend door aangesloten organisaties VNV, NVLT, VKP en De Unie. Stuk voor stuk vakorganisaties die staan voor de professionals in de luchtvaart. De onzekerheid over de ontwikkelingen rond Schiphol en de toekomst van luchtvaart in algemeen zin geven zorgen over de werkgelegenheid en de aantrekkelijkheid van de sector. Juist terwijl er ook een tekort is aan professionele technici in de luchtvaartsector.
Eerder waren er ook al zorgen over de werkgelegenheid geuit vanuit aangesloten vakorganisaties in de (chemische) industrie, zoals VHP-Synergo en De Unie. Dat was aanleiding voor de VCP om zich vorig jaar te informeren over de situatie bij Chemelot. De industrie in Nederland is een belangrijke basis onder onze economie. Niet alleen worden er basis materialen geproduceerd, het is ook een bron voor soms sterk regio georiënteerde werkgelegenheid. De Unie en VHP2 hebben begin dit jaar in een unieke samenwerking met andere sociale partners in de sector aandacht gevraagd voor de positie van de metaal- en technologische industrie. Technologische innovatie creëert niet alleen banen, maar drijft ook de transities op het gebied van duurzaamheid, energie en digitalisering aan. Met de SER trok de VCP al aan de bel: de maakindustrie is het fundament van ons verdienvermogen. De zorgen zijn groot en steeds luider, we kunnen niet wachten tot het echt fout gaat. Het is belangrijk dat Nederland inzet op behoud van belangrijke industrie en helpt met de verduurzamingsopgave.