23 november 2021
De voorzitter van de politiebond ACP Gerrit van de Kamp noemt het geweld dat zich afgelopen weekeinde voordeed in verschillende steden buitenproportioneel. Volgens hem zijn de rellen een gevolg van jarenlang opgekropte woede, die de politiek maar niet onder ogen wil zien. Met dit geweld is voor de politie de grens bereikt, zegt hij.
Aan de rellen in Rotterdam en andere steden liggen volgens de ACP-voorman problemen ten grondslag die de afgelopen tien tot vijftien jaar zijn ontstaan. “Er is veel maatschappelijke onrust. Wij waarschuwen al jaren voor radicalisering van het protest. Dan moet je niet vreemd opkijken wanneer mensen uit hun dak gaan als hun vrijheid zoals nu met corona aan banden wordt gelegd. En vervolgens mag de politie het weer opknappen als het misgaat.”
Van de Kamp is ook verbolgen over jarenlang beleid, waardoor de politie kampt met grote personeelstekorten. Daardoor staat de politie onder enorme druk om de problemen van dit moment het hoofd te kunnen bieden. Volgens de ACP-voorman zouden er 15.000 tot 20.000 nieuwe politiemensen bij moeten komen. Voor de microfoon van BNR verklaarde Van de Kamp te vrezen nog wel even achter de feiten aan te moeten lopen.
Demonstranten gingen de politie te lijf met zwaar illegaal vuurwerk, zoals cobra’s. De politie kwam daarbij zo in het nauw dat ze zich genoodzaakt zag met scherp te schieten. Van de Kamp vreest dat dergelijke onrust de komende tijd vaker zal voorkomen. Er moet volgens hem nieuw beleid komen in combinatie met opsporing om dingen te voorkomen, zegt hij.