20 oktober 2011
Culemborg, 20 oktober 2011
Derde kwartaalcijfers vijf grootste pensioenfondsen fors gezakt
De pensioenfondsen staan er door de lage rentestanden, de lage beurskoersen en de onrust in Europa financieel slecht voor, maar MHP-bestuurder Eddy Haket wil hierdoor niet in een mineurstemming terechtkomen.
Op 20 oktober publiceerden de vijf grootste pensioenfondsen hun dekkingsgraad van het derde kwartaal. De dekkingsgraad is de verhouding tussen het vermogen van het pensioenfonds en alle financiële verplichtingen van het fonds in de toekomst. Uit de cijfers blijkt dat de dekkingsgraden flink fluctueren. Zo stond de dekkingsgraad van het ABP (ambtenarenpensioenfonds) het tweede kwartaal nog op een dekkingsgraad van 112% en is deze in het derde kwartaal weggezakt tot 90%. Pensioenfonds Zorg en Welzijn noteerde eind september een dekkingsgraad van 91%. Het pensioenfonds voor de Bouw had een dekkingsgraad van 96% en de fondsen PME en PMT (groot en klein metaal) noteerden een dekkingsgraad van 86% respectievelijk 84%. Voor een gezonde financiële positie dient een fonds minimaal een dekkingsgraad van 105% te hebben. Indien de onrust op de financiële markten blijft bestaan en de rente laag blijft, zullen de dekkingsgraden niet verbeteren zonder aanvullende maatregelen. Dit zal tot gevolg hebben dat er begin 2012 aan heel veel deelnemers gecommuniceerd zal moeten worden dat de pensioenen verlaagd zullen moeten worden.
“Maar we moeten ook niet in een mineurstemming terechtkomen door de laatste berichten. “Dekkingsgraden zijn dagkoersen en als de financiële markten op enig moment weer aantrekken, is het beeld weer heel anders. Het probleem zit ‘m in de financieel-economische crisis. Zolang die aanhoudt, zal het beeld van de pensioenfondsen ook niet verbeteren”, aldus Haket.