21 september 2012
Inhoud:
• MHP-reactie op Miljoenennota 2013: “Nieuwe Tweede Kamer kan echt aan de bak”
• Uitgebreid MHP-commentaar op Miljoenennota 2013
• Overzicht gehanteerde belastingen en premies Miljoenennota 2013
MHP-reactie op Miljoenennota 2013:”Nieuwe Tweede Kamer kan echt aan de bak”
“Als de nieuwe volksvertegenwoordiging geloofwaardig wil overkomen, dan neemt ze de jongste stembusuitslag wèl serieus. Door met alternatieven te komen voor de meest omstreden maatregelen uit de Miljoenennota, die niets anders zijn dan een uitwerking van het Kunduz-akkoord”, aldus MHP-duovoorzitters Reginald Visser en Bob van der Wal in hun eerste reactie op de Miljoenennota 2013.
Uit de verkiezingen en uit diverse enquêtes blijkt dat vooral het draagvlak voor de aanpassingen van het ontslagrecht en voor de forensentaks zeer gering is. De MHP roept de nieuwe Tweede Kamer op om tijdens de Algemene Beschouwingen, die volgende week zullen plaatsvinden, definitief een einde te maken aan deze omstreden maatregelen.
Ontslagstelsel
De aanpassingen van het ontslagstelsel brengen een totale onbalans in de arbeidsverhouding tussen werkgever en werknemer teweeg. Bovendien leiden de voorstellen tot een forse armoedeval voor werknemers uit de middengroepen en met een inkomen daarboven.
Forensentaks
Het belasten van de vergoedingen voor reiskosten, die onvermijdbaar zijn om te kunnen werken, leidt tot forse inkomensdalingen onder forensen en mensen, die veel kilometers moeten maken in opdracht van de werkgever. Bovendien zal het tot een forse administratieve lastenverzwaring leiden voor werkgevers en werknemers, zoals ook het geval was vóór 2004.
Nullijn ambtenaren
De eenzijdig opgelegde nullijn voor ambtenaren doet geen recht aan het overlegmodel voor arbeidsvoorwaarden tussen werkgever en werknemer. Bovendien vreest de MHP dat het op den duur voor de overheidssector steeds moeilijker zal worden om goed personeel aan te trekken, als de arbeidsvoorwaarden gaan achterlopen bij de marktsector.
Overheidsfinanciën
De MHP is het eens met het demissionaire kabinet dat de overheidsfinanciën weer snel op orde moeten worden gebracht, maar heeft grote bezwaren tegen de wijze, waarop dit wordt ingevuld. De rekening wordt grotendeels neergelegd bij de huishoudens en dan in het bijzonder de werkende en gepensioneerde middengroepen.
Alternatieve financiering
Al eerder heeft de MHP daarom suggesties aangedragen, die het overheidstekort in dezelfde mate terugdringen, maar minder ingrijpend zijn en de lastenverzwaringen eerlijker verdelen. Door de assurantiebelasting en de winstbelasting voor bedrijven op het niveau te brengen van de ons omringende landen en grootschalige infrastructurele projecten, waartoe in economisch betere tijden is besloten, te heroverwegen, kan ruim € 5 miljard worden bezuinigd. Dit weegt ruimschoots op tegen de bezuinigingen die worden gerealiseerd met de omstreden ingrepen in het ontslagrecht, het belasten van de reiskostenvergoedingen en de nullijn voor ambtenaren.
Pensioenen
De MHP roept ook minister Kamp van SZW en de Tweede Kamer op om nog eens goed te kijken naar de rekenregels, waar pensioenfondsen vanuit moeten gaan. Deze regels houden onvoldoende rekening met de uitzonderlijke situatie waarin de financiële markten zich nu bevinden, en kunnen leiden tot onverantwoorde pensioenkortingen en premiestijgingen. Hierdoor komen de koopkracht en het consumentenvertrouwen van alle werkenden en gepensioneerden nog verder onder druk te staan en wordt het economisch herstel nog langer uitgesteld.
De ondoordachte maatregelen uit het Kunduz-akkoord dragen niet bij aan het economisch herstel of aan de ontwikkeling en versterking van de arbeidsmarkt.
“De nieuwe Tweede Kamer kan nu echt aan de bak en moet ervoor zorgen dat er geen maatregelen worden genomen, die nauwelijks draagvlak hebben. Er zijn meer voor de hand liggende keuzes om op korte termijn het overheidstekort terug te dringen. Deze doen ook recht aan de verkiezingsuitslag”, aldus Visser en Van der Wal.
Uitgebreid MHP-commentaar op Miljoenennota 2013
In dit commentaar beperkt de Vakcentrale MHP zich tot enkele hoofdzaken en specifieke maatregelen uit de Miljoenennota 2013. Bij de behandeling van de te onderscheiden begrotingshoofdstukken, zal de MHP hier nog meer in detail op terugkomen.
Algemeen economisch beeld
De MHP deelt de visie van het kabinet dat het begrotingstekort van de overheid moet worden teruggedrongen, los van de vraag of Nederland hiertoe wordt gedwongen door Europese afspraken. Het oplopen van de staatsschuld door terugkerende begrotingstekorten, heeft grote risico’s in zich. Als bijvoorbeeld de rente op staatsobligaties met 1%-punt aantrekt, zal dit tot een extra tekort van ruim € 4 miljard op de begroting leiden. Voor pensioenfondsen zal een stijging van de rente, die deels kunstmatig laag wordt gehouden, overigens een zegen zijn. De manier waarop de overheidsfinanciën weer op orde zouden moeten worden gebracht, wijst de MHP echter af. De rekening wordt vooral neergelegd bij huishoudens via lastenverzwaringen. Uit economisch perspectief heeft dit een averechts effect op de economische groei en dus op de belastinginkomsten voor de overheid. Juist het lage consumentenvertrouwen en de dalende consumentenbestedingen vormen op dit moment de grootste rem op de weg terug naar economische groei. Het jaar 2013 wordt het vierde jaar op rij, waarin de gemiddelde koopkracht daalt. Voor grote groepen wordt het zelfs het jaar met de grootste koopkrachtdaling, zoals voor de gepensioneerden en de werkende middengroepen, terwijl zij juist de categorieën zijn, die kunnen zorgen voor het aantrekken van de binnenlandse consumentenbestedingen. De MHP pleit daarom voor andere lastenverzwaringen en bezuinigingen, die minder negatief uitwerken op het economische groeipad en evenwichtiger worden verdeeld.
De MHP heeft er moeite mee dat het kabinet maatregelen treft, die vooral bij gezinnen terechtkomen en ondernemers zoveel mogelijk ontzien. Het zou het kabinet sieren als er meer evenwicht zou worden gebracht in de lastenverdeling. Bijvoorbeeld via een tijdelijke verhoging van de winstbelasting. Op deze manier kunnen de lastenverzwaringen voor gezinnen enigszins getemperd worden. Bedrijven, die getroffen zijn door de crisis en geen winst maken, hebben hiervan geen last.
De MHP pleit voor een meer evenwichtige verdeling van lastenverzwaringen en bezuinigingen die het economisch herstel minder in de weg staan.
Koopkrachtbeeld
Hoewel de Miljoenennota een beeld schetst dat over de gehele linie het lastenbeeld in 2013 voor het vierde jaar op rij licht negatief is, constateert de MHP dat weinig mensen zich hierin zullen herkennen. Veel van de specifieke maatregelen hebben bijvoorbeeld betrekking op de werkende en gepensioneerde middengroepen. Daarom lopen zij het meeste risico geconfronteerd te worden met een stapeling van effecten, waardoor hun koopkracht in 2013 aanzienlijk slechter zal uitpakken dan blijkt uit de standaardkoopkrachtplaatjes in de Miljoenennota.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden van maatregelen die onevenredig hard bij bepaalde groepen neerslaan. Deze mensen zullen zich niet herkennen in het algemene beeld van een koopkrachtdaling 0,75%.Veel mensen zullen zich niet herkennen in het algemene koopkrachtbeeld van de Miljoenennota. Dit geldt in het bijzonder voor de werkende en gepensioneerde middengroepen, die veelal worden geconfronteerd met een stapeling van effecten. Daarom pleit de MHP voor een meer evenwichtige lastenverdeling.
Aanpassingen ontslagstelsel
De MHP maakt zich grote zorgen als de voorstellen ten aanzien van het ontslagstelsel (zoals onder andere neergelegd in de hoofdlijnennotitie van minister Kamp van SZW) zouden worden doorgevoerd. In plaats van de positie van de flexwerkers te versterken, worden de fundamentele rechten van vaste medewerkers afgebroken. De aankoop van consumentenproducten of het sluiten van een huurovereenkomst is straks met meer rechten omgeven dan het aangaan van een arbeidsovereenkomst.
Werkgevers, die voornemens zijn een werknemer te ontslaan, hoeven geen toestemming meer vooraf te vragen aan het UWV of een schadeloosstelling via de kantonrechter te betalen. Volgens de MHP wordt de werknemer hiermee min of meer ‘vogelvrij’ verklaard.
In plaats van de preventieve toets komt er een hoorplicht bij de werkgever. Er is hierdoor geen sprake van een onafhankelijke toets of het ontslag gerechtvaardigd is. Het lijkt er eerder op dat ‘de slager zijn eigen vlees keurt’. Een werkgever die toch al van plan was een werknemer te ontslaan, zal niet snel op zijn voornemen terugkomen. Dan resteert voor de werknemer slechts de mogelijkheid om achteraf de gang naar de rechter te maken en wel op eigen kosten. Veelal is de arbeidsrelatie dan al verstoord en zal bij een onterecht ontslag herstel van het dienstverband vrijwel onmogelijk zijn.
Door het wegvallen van de ontslagvergoeding als inkomensaanvulling op de WW-uitkering worden midden- en hogere inkomens extra gedupeerd. Het is niet alleen een misverstand dat de ontslagvergoeding zal worden niet gebruikt ter versterking van de eigen arbeidsmarktpositie, de ontslagvergoeding is voor veel mensen ook hard nodig om in ieder geval 70% van het laatstverdiende loon te bereiken en om eventueel (gedeeltelijk) pensioen te blijven opbouwen. Een werknemer, met een inkomen van tweemaal modaal, ontvangt met een WW-uitkering nog maar de helft van zijn laatstverdiende loon (vanwege de maximering van de WW-uitkering) en na de WW-periode nog maar 20% van het oorspronkelijk loon. Dankzij de ontslagvergoeding kan deze werknemer de uitkering nog een aantal jaren aanvullen tot 70% van het laatstverdiende loon.
Op de huidige arbeidsmarkt is dit ook hard nodig, omdat de baankansen van vooral oudere werklozen zeer gering zijn. Het feit dat het kabinet niet voornemens is de IOW-regeling te verlengen, maakt deze gevallen nog schrijnender. Eerst moet het spaargeld worden opgegeten, dan het huis. De woningmarkt zit op slot, dus verkopen is geen optie. Een bijstandsuitkering is vaak onvoldoende om een hypotheek te kunnen betalen. Daardoor zullen veel mensen geen kant meer uit kunnen.
Alle werknemers gaan door de voorstellen in feite tot de flexibele schil in arbeidsorganisaties horen, waardoor de onzekerheid onder hen toeneemt en er een angstcultuur kan ontstaan. Werknemers worden terughoudend in hun kritische houding, wat weer ten koste kan gaan van de innovatie en de productiviteit in bedrijven.
De MHP vraagt zich serieus af in hoeverre de wijzigingen van het ontslagstelsel bijdragen aan de houdbaarheid van de overheidsfinanciën, afgezien van het lasten dekkend maken van de WW-premie. Het lijkt erop dat de overheid juist belastinginkomsten zal derven, omdat het bedrag, gemoeid met ontslagvergoedingen, door de voorstellen uit de hoofdlijnennotitie minder zal worden en de ontslagvergoedingen onder de loonbelasting vallen.
De MHP is bereid kritisch te kijken naar het ontslagstelsel, maar dan als onderdeel van een breder en integraal arbeidsmarktbeleid. Dit vergt zorgvuldigheid en is niet over één nacht ijs te besluiten. Dit betekent geen uitstel, maar weI zo spoedig mogelijk een bredere discussie onder regie van sociale partners oppakken, waarin ook de versterking van de positie van de flexwerker centraal moet staat.
Wat specifiek het ontslagstelsel betreft, is voor de MHP een opheffing van het duale stelsel in de marktsector bespreekbaar (nog één ontslagroute via bijvoorbeeld de kantonrechter), maar zal de werknemer de mogelijkheid moeten hebben om op kosten van de werkgever een onafhankelijk toets te laten uitvoeren op een moment dat het ontslag nog geen feit is en een eventueel herstel van het dienstverband nog in de rede ligt.
Wat de inkomenspositie na ontslag betreft, gaat het de MHP er vooral om dat iedereen 70% van het laatstverdiende loon moet kunnen bereiken (dit kan via meerdere wegen worden bewerkstelligd).
De aanpassingen van het ontslagstelsel bewerkstelligen een totale onbalans in de arbeidsrelatie tussen werkgever en werknemer. De voorstellen leiden tot een forse armoedeval voor werknemers uit de middengroepen en met een inkomen daarboven. Het is bovendien zeer twijfelachtig of deze voorstellen een bijdrage leveren aan de versterking van de economie en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Daarom doet de MHP een dringend beroep op de Tweede Kamer om de voorstellen verder niet in behandeling te nemen en eerst de betreffende adviezen van de SER af te wachten.
Fiscaal belasten reiskosten
Een tweede maatregel, die zo snel mogelijk van tafel moet, is het belasten van vergoedingen voor reiskosten. Naast massale afkeuring vanuit het maatschappelijk middenveld, constateert de MHP dat nagenoeg alle politieke partijen in de verkiezingscampagnes afstand hebben gedaan van deze omstreden belasting. Niet vergeten mag worden dat het maken van reiskosten onvermijdelijk kan zijn bij de uitvoering van werkzaamheden. Nederland kent steeds meer tweeverdieners, waardoor het veel moeilijker is dat beide partners een baan dicht bij huis vinden. Daar komt bij dat er flinke inkomensdalingen ontstaan onder forensen en mensen die veel kilometers moeten maken in opdracht van hun werkgever. Bovendien zal het tot een forse administratieve lastenverzwaring leiden voor werkgevers en werknemers, zoals ook het geval was voor 2004, omdat weer onderscheid moet worden gemaakt tussen woon-werkverkeer en zakelijke reizen. Dit onderscheid is in de praktijk vaak nauwelijks te maken, omdat de combinatie van werk en privé zich ook in het reisgedrag van werknemers manifesteert. Al met al is de MHP van mening dat het belasten van de reiskostenvergoeding in velerlei opzichten een averechts effect heeft op de manier waarop we Nederland voor de toekomst willen inrichten. De geringe positieve effecten van de verlaging van de overdrachtsbelasting op de huizenmarkt wegen volgens de MHP niet op tegen de forse gevolgen voor werknemers en werkgevers door het fiscaal belasten van de reiskostenvergoedingen.
De MHP doet een dringend beroep op de Tweede Kamer om het voorstel om het woon-werkverkeer te belasten in te trekken. Hetzelfde geldt ten aanzien van het niet meer gericht vrijstellen van zakelijke kilometers binnen de werkkostenregeling.
Pensioenen
Met ontsteltenis heeft de MHP waargenomen dat vlak voor het zomerreces de Tweede en Eerste Kamer afstand hebben gedaan van het zwaar bevochten Pensioenakkoord. Daarmee zijn twijfels gerezen over de overheid als betrouwbare gesprekspartner. Door het naar voren halen van de verhoging van de AOW-leeftijd, het niet corrigeren van de AOW tot 2028 (schrappen van de welvaartsvaste indexering), een beperkter budget voor flankerend beleid om de arbeidsmarkt aan te passen met het oog op langer doorwerken en het niet kunnen flexibiliseren van de AOW, zijn belangrijke steunpilaren onder het Pensioenakkoord weggehaald. Een van de belangrijkste onderdelen uit dit akkoord was om de stijgende levensverwachting op een dusdanige manier in te bouwen in pensioenregelingen en de AOW, dat deze geen invloed meer heeft op de premies. Een andere belangrijke afspraak hierbij was dat het fiscale kader (de opbouwpercentages) niet neerwaarts zou worden aangepast en niet zou gaan knellen. De AOW-uitkering vormt daarbij voor iedereen het basispensioen. Mensen zouden daarbij meer keuzemogelijkheden moeten krijgen over het moment dat de AOW-uitkering ingaat (flexibilisering, door vroeger of later de AOW te laten ingaan), en de wijze waarop de AOW wordt uitgekeerd (deeltijd-AOW), op een financieel neutrale wijze. Het Pensioenakkoord was bedoeld om het Nederlandse pensioenstelsel toekomstbestendig te maken voor alle generaties en vooral een oplossing te bieden voor de stijgende levensverwachting.
Maar op korte termijn dreigt het vertrouwen in ons pensioenstelsel wederom onder druk te worden gezet, omdat pensioenfondsen te maken hebben met knellende regelgeving.
Er zullen op zeer korte termijn maatregelen moeten worden getroffen, waarbij de sleutel in handen ligt van de politiek. Daarbij zal een evenwicht moeten worden gevonden voor alle generaties en de forse stijging van pensioenpremies en buitensporige pensioenkortingen kunnen worden gemitigeerd. Evenwichtige maatregelen zijn nu direct noodzakelijk om de koopkracht van mensen niet buitensporig aan te tasten en de economie van Nederland niet verder te schaden.
De MHP roept het kabinet en de Tweede Kamer op om op zeer korte termijn nog eens goed te kijken naar de rekenregels waar pensioenfondsen van moeten uit gaan. Deze regels houden onvoldoende rekening met de uitzonderlijke situatie waarin de financiële markten zich nu bevinden, en kunnen leiden tot onverantwoorde pensioenkortingen en premiestijgingen. Hierdoor komt de koopkracht en het consumentenvertrouwen van alle werkenden en gepensioneerden nog verder onder druk te staan.
Bezuinigingen op het vitaliteitspakket
De Stichting van de Arbeid heeft in juni 2011 de zogenaamde ‘Beleidsagenda 2020’ uitgebracht; een pakket aan maatregelen om de arbeidsparticipatie van ouderen te vergroten. Het kabinet en de Tweede Kamer hadden deze agenda omarmd en er werd steun toegezegd middels het zogenaamde ‘vitaliteitspakket’. Hoewel de overheidsbijdrage kostenneutraal gefinancierd was, is deze toezegging met terugwerkende kracht ingetrokken door ruim € 800 miljoen te bezuinigen op het vitaliteitspakket. Hierdoor kan een aantal belangrijke maatregelen uit de Beleidsagenda niet worden uitgevoerd. De MHP doelt hier op de financiering van de campagne 55plus, de re-integratie van oudere werkzoekenden via het UWV Werkbedrijf, de voortzetting van de IOW, maatregelen ter stimulering van scholing en de mobiliteitsbonus. Helaas moet de MHP constateren dat van deze bezuinigingsmaatregelen nog altijd geen afstand is genomen, waardoor het fundament onder de breed gedragen Beleidsagenda wordt weggeslagen en de doelstelling, een gelijke arbeidsparticipatie van 55plussers en 55minners in 2020, verder buiten bereik wordt gebracht. De MHP vindt dit onverantwoord. Niet alleen voor de duizenden ouderen die noodgedwongen in de WW zitten en waarvan de afstand tot de arbeidsmarkt steeds groter wordt, maar ook voor de overheidsfinanciën. Toekomstige arbeidsmarkttekorten vragen om een verhoging van de arbeidsparticipatie, maar dergelijke bezuinigingsmaatregelen hebben juist het tegenovergestelde effect. De overheid heeft zich in dezen een onbetrouwbare partner getoond.
De MHP roept dringend op om samen met sociale partners de kansen van oudere werknemers op de arbeidsmarkt te vergroten door de bezuinigingen op het vitaliteitspakket terug te draaien en de eerder gedane toezeggingen na te komen.
Ingrepen overheidssector
De MHP constateert dat door de forse bezuinigingen de kwaliteit van de dienstverlening door de overheid onder druk is komen te staan. Een extra taakstelling om de personeelsomvang te reduceren, kan voor onderdelen in de collectieve sector de nekslag betekenen, als er niet eerst duidelijke keuzes worden gemaakt. Het gaat daarbij om keuzes ten aanzien van wat nu daadwerkelijk tot de taken van de overheid moet worden gerekend. Ook zal er blijvende aandacht moeten zijn voor de arbeidsvoorwaardenontwikkeling ten opzichte van de marktsector. Een structureel en kwalitatief goede dienstverlening door de collectieve sector valt of staat ook bij arbeidsvoorwaarden, die zich over de hele linie kunnen meten met die van de marktsector. Dat geldt voor het onderwijs, de gezondheidszorg, maar ook voor werknemers in de diverse bestuurslagen. Daarom wijst de MHP een bevriezing van de lonen af. Op den duur zal het steeds moeilijker worden om goed gekwalificeerd personeel aan te trekken in de collectieve sector, waardoor de kwaliteit voor de uitvoering van overheidstaken niet kan worden waargemaakt.
De eenzijdige ingrepen in de arbeidsvoorwaarden via een nullijn in combinatie met grootschalige reorganisaties, waarbij personeel moet afvloeien, zal de kwaliteit van de dienstverlening door de overheid niet ten goede komen. Er zullen eerst duidelijk keuzes moeten worden gemaakt, waarvoor de overheid wel of niet verantwoordelijk is.
Maatregelen in de zorg
Momenteel wordt er vooral op een boekhoudkundige wijze gekeken naar de toekomst van het zorgstelsel, zonder dat werkelijk rekening wordt gehouden met de behoeften die er zijn aan de vraagzijde, namelijk bij de verzekerden en de patiënten. Het zorgstelsel zou op den duur onbetaalbaar worden en daarom wordt er voorgesorteerd op drastische maatregelen. Het Nederlandse zorgstelsel hoort in allerlei opzichten nog steeds tot één van de beste ter wereld. Natuurlijk zijn er voorbeelden van hoe het beter kan, zoals het tegengaan van perverse prikkels, het slimmer coördineren van behandelingen en het tegengaan van kosten die gemakshalve bij de patiënt worden gelegd. Het is dan juist zaak om eerst deze onderdelen aan te pakken, voordat er allerlei maatregelen worden doorgevoerd die de patiënt treffen, zoals een verdere verhoging van het eigen risico en het invoeren van aanvullende eigen bijdragen.
De MHP pleit er daarom voor om eerst verbeteringen aan te brengen in het huidige stelsel. Wat de MHP betreft, zou het accent vooral moeten liggen op de dreigende personeelstekorten in de zorg in plaats van de eenzijdige focus op kostenbeheersing. Personeelstekorten zullen immers leiden tot een verschraling van de zorg, leiden tot kwaliteitsverlies en zullen de toegankelijkheid in gevaar brengen. Verder moet worden voorkomen dat er onevenredige lastenverschuivingen gaan plaatsvinden ten laste van de middengroepen. Het mag niet zo zijn dat via de zorg verdere inkomenspolitiek wordt bedreven. De herverdeling van inkomens moet immers primair via het belastingstelsel worden gerealiseerd. Wat de MHP betreft, blijft solidariteit in de zorg een belangrijke waarde.
De MHP is van mening dat eerst de ondoelmatigheden in het huidige zorgstelsel moeten worden aangepakt, alvorens maatregelen te nemen die ten koste gaan van de verzekerden en de patiënten.
Wetsvoorstel beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters
Het wetsvoorstel ‘Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters’ heeft een verslechtering van de Ziektewet tot gevolg. Kern van het wetsvoorstel is om het ziektewetcriterium aan te passen, waardoor zogenaamde vangnetters (WW’ers, uitzendkrachten en andere flexwerkers) na één jaar ziekte alle arbeid moeten accepteren (‘passende arbeid’). Daarnaast wordt er een nieuwe ondergrens gecreëerd: als na één jaar ziekte blijkt dat de vangnetter met passend werk minder dan 35% loonverlies heeft, vervalt het recht op een ziektewetuitkering. Tot slot wordt er een arbeidsverledeneis ingevoerd, die tot gevolg heeft dat het loongerelateerde deel van de uitkering standaard drie in plaats van twee jaar bedraagt. Hierna valt de vangnetter terug naar een uitkering op bijstandsniveau (70% van het minimumloon). De standaardperiode van drie maanden wordt per gewerkt jaar met één maand verlengd tot een maximum van twee jaar. Dit betekent dat verreweg de meeste vangnetters binnen twee jaar te maken krijgen met een inkomensterugval naar bijstandsniveau. De MHP wijst deze verslechteringen van de Ziektewet af. Het is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de maatregelen noodzakelijk of effectief zijn. Omdat steeds meer werknemers te maken krijgen met een flexibel contract, hebben de maatregelen bovendien tot gevolg dat de kloof tussen werknemers met een vast en werknemers met een flexibel contract nog verder wordt vergroot. Hoewel de MHP zich realiseert dat de oude Tweede Kamer reeds heeft ingestemd met de maatregelen, doet ze een dringend beroep op de nieuwe Tweede Kamer om deze maatregelen alsnog terug te draaien.
De MHP doet een dringend beroep op de Tweede Kamer om de verslechteringen in de Ziektewet voor zogenaamde ‘vangnetters’ alsnog terug te draaien.
Bezuinigingen kinderopvang
Uit berekeningen van de MHP blijkt dat de kosten van ouders voor de kinderopvang voor het tweede jaar op rij aanzienlijk stijgen. Na de verhoging in 2012 van de eigen bijdragen voor ouders aan de kinderopvang, zal ook in 2013 worden bezuinigd op de overheidsuitgaven in deze. De ouderbijdrage voor het eerste kind wordt verhoogd, het te vergoeden uurtarief wordt bevroren en de toeslag voor zogenaamde doelgroepouders zal worden genormeerd. De inkomenseffecten van deze bezuinigingen zullen per gezin aanzienlijk verschillen, maar vast staat dat de koopkracht van jonge ouders in twee jaar tijd met zo´n 3 tot 6% verslechtert. In 2013 zullen voor deze ouders de bijdragen aan kinderopvang 10% tot 15% van hun besteedbaar inkomen bedragen. De arbeidsparticipatie van ouders met jonge kinderen zal hierdoor verder worden ontmoedigd. De MHP acht dit zeer ongewenst, mede gezien de verwachte tekorten op de arbeidsmarkt, en bovendien strijdig met de doelstelling van de overheid om de arbeidsparticipatie juist te verhogen.
De MHP roept de Tweede Kamer op om de bezuinigingen op de kinderopvang te heroverwegen.
Langstudeerboete en sociaal leenstelsel
Onderwijs moet niet als kostenpost worden beschouwd, maar als investering met een duidelijk positief rendement. Niet alleen voor het individu, maar vooral ook voor de samenleving. De MHP ziet zich in dezen gesterkt door recent OECD-onderzoek waaruit blijkt dat een land de kosten, die het steekt in het stimuleren van talent via het hoger onderwijs, (HBO en WO) gemiddeld in drievoud terugverdient. Het onderwijs dient daarom laagdrempelig te zijn, opdat de toegankelijkheid wordt gewaarborgd. Dit betekent onder meer dat er geen financiële drempels als een langstudeerboete of een sociaal leenstelsel mogen worden opgeworpen. Dergelijke maatregelen zullen leiden tot een averechts effect: de deelname aan het hoger onderwijs zal teruglopen, waardoor de overheid belastinginkomsten misloopt en de maatregelen op de lange termijn meer geld zullen kosten dan dat deze aan bezuinigingen opleveren. De MHP verwijst in dezen ook naar een recent onderzoek van de HBO-raad, waaruit blijkt dat de invoering van een sociaal leenstelsel zal leiden tot een vraaguitval in het hoger onderwijs van zo’n 20.000 tot 35.000 voltijd studenten. Bovendien blijkt uit recent onderzoek van het ISO en de MHP dat de overheid de afgelopen jaren al sluipenderwijs zich heeft teruggetrokken uit de financiering van het onderwijs. Zo is de overheidsbijdrage via de basisbeurs in de afgelopen twee decennia afgenomen met 38%, terwijl de bijdrage van de student met 105% is gestegen en de bijdrage die ouders worden geacht te leveren, met 77% is gestegen. De MHP pleit er dan ook voor om het volgen van onderwijs te stimuleren in plaats van te ontmoedigen, door de langstudeermaatregel terug te draaien en af te zien van de invoering van een sociaal leenstelsel.
De MHP roept de Tweede Kamer op om snel een einde te maken aan de langstudeermaatregel, teneinde het hoger onderwijs toegankelijk te houden en op langere termijn de aanwezigheid van voldoende talent op de arbeidsmarkt te waarborgen.
Lastenverdeling en alternatieve financiering
Zoals gesteld, ziet de MHP alle reden om de overheidsfinanciën weer gezond te maken. De wijze waarop hiervoor in de Miljoenennota, als uitwerking van het Kunduz-akkoord, wordt gekozen, wijst de MHP echter ten stelligste af. De MHP pleit daarom voor meer evenwichtige lastenverzwaringen en bezuinigingen, die bovendien een economisch herstel minder in de weg staan. De MHP ziet hiervoor ook mogelijkheden. De uiteindelijke keuze uit deze suggesties is aan de Tweede Kamer, maar de MHP doet in ieder geval een dringende oproep om af te zien van de meest omstreden maatregelen, zoals de wijzigingen in het ontslagstelsel, de fiscale belasting van reiskosten en de eenzijdige nullijn voor ambtenaren.
Alternatieve lastenverzwaringen en bezuinigingen om op korte termijn de problemen met de overheidsfinanciën op te lossen, kunnen bijvoorbeeld worden gezocht in de volgende maatregelen. Daarbij zij trouwens opgemerkt dat volgens het CPB het begrotingstekort in 2013 lager uitkomt dan ten tijde van het opstellen van het Kunduz-akkoord van werd uitgegaan.
Er zijn volgens de MHP voldoende alternatieve bezuinigingen en lastenverzwaringen mogelijk, die minder ingrijpend zijn voor huishoudens en leiden tot een meer evenwichtige verdeling van de lasten, zonder dat de ambitie om de overheidsfinanciën gezond te maken op korte termijn in gevaar komt.
Overzicht gehanteerde belastingen en premies Miljoenennota 2013