19 december 2011
Inhoud:
• Bemoeienis politiek met de sociale partners
• Brief vakcentrales aan Tweede Kamer over kostendekkende griffierechten
• MHP uit kritiek op aanscherping Ziektewet
• MHP blijft zelfstandige vakcentrale van professionele werknemersverenigingen
• Ingangsdatum AOW verplaatst naar verjaardag
• DNB doet onderzoek naar beleggingsresultaten pensioenfondsen
• Prettige feestdagen !
Bemoeienis politiek met de sociale partners
Op 13 december jl., dezelfde dag dat het Centraal Planbureau (CPB) bekendmaakte dat Nederland zich nu officieel in een recessie bevindt, is vanuit de politiek de wens naar voren gekomen om cao’s voortaan uitsluitend nog algemeen verbindend te verklaren als een meerderheid van de werknemers in een sector zich achter het onderhandelingsresultaat van de vakbonden schaart. Dit om niet-leden voortaan een stem te geven bij cao-onderhandelingen.
Cao-onderhandelingen zijn het domein van werkgevers en werknemers. Deze sociale partners worden geacht autonoom van de politiek te opereren en hebben hun eigen plek en verantwoordelijkheid binnen het bestel. Dit om de belangen van hun achterban op een evenwichtige wijze te behartigen, maar ook om iets toe te voegen aan de maatschappij. Deze overlegcultuur heeft Nederland geen windeieren gelegd. Politieke inmenging is dan ook niet goed voor de (sociale) verhoudingen. Een dergelijke wens is dan ook niet nodig.
Brief vakcentrales aan Tweede Kamer over kostendekkende griffierechten
In vervolg op eerdere protesten van de MHP tegen het wetsvoorstel van het kabinet om de griffierechten voor procedures bij de rechter met ingang van 1 januari 2013 fors te verhogen, hebben de vakcentrales MHP, FNV en CNV op 7 december jl. een gezamenlijke brief gezonden aan de Tweede Kamer. In de brief wijzen de vakcentrales erop dat door invoering van de fors hogere griffierechten voor arbeidsrechtprocedures de kenmerkende ongelijkheidscompensatie van de werknemer als zwakkere partij op de tocht komt te staan. “In arbeidszaken zijn de belangen in financieel opzicht weliswaar soms klein, maar zijn tegelijkertijd niet zelden fundamentele rechten aan de orde”, aldus MHP-duovoorzitter Reginald Visser.
Als schrijnend voorbeeld wijst MHP-beleidsadviseur Martijn de Heer op de situatie waarin de werkgever de loondoorbetaling heeft stopgezet, waarbij de werknemer helemaal de financiële middelen niet heeft om zijn recht te halen. Om via een procedure aan geld te komen, moet eerst vooraf geld, in de vorm van griffierecht, worden betaald.
De brief is te lezen op de website van de MHP (www.vakcentralemhp.nl).
MHP uit kritiek op aanscherping Ziektewet
Afgelopen vrijdag maakte minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) bekend dat de ministerraad heeft ingestemd met zijn wetsvoorstel om de Ziektewet (ZW) aan te scherpen. De MHP is fel tegenstander van dit wetsvoorstel, omdat het een aanzienlijke verslechtering voor de zogenaamde vangnetters (WW’ers, uitzendkrachten en andere flexwerkers) betekent.
De MHP heeft dit op 9 december jl. kenbaar gemaakt in een brief aan de Vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, minister Kamp en staatssecretaris De Krom. De brief is verstuurd met het oog op de behandeling van de begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 13, 14 en 15 december. In de brief uit de MHP eveneens haar zorgen over een aantal andere (wets)voorstellen, zoals de Wet werken naar vermogen, de koppeling van de kinderopvangtoeslag aan gewerkte uren en het Van-Werk-Naar-Werk budget.
Het wetsvoorstel ‘Modernisering Ziektewet’ heeft tot gevolg dat het Ziektewetcriterium wordt aangepast, waardoor na één jaar ziekte alle passende arbeid geaccepteerd moet worden. Ook wil minister Kamp een keuring invoeren als flexwerkers één jaar ziek zijn. Als uit die keuring blijkt dat de vangnetter met passend werk minder dan 35 procent loonverlies heeft, heeft diegene geen recht meer op een ZW-uitkering. Tot slot wordt er een arbeidsverledeneis ingevoerd, welke tot gevolg heeft dat het loongerelateerde deel van de ZW-uitkering standaard drie (!) in plaats van 24 maanden bedraagt. Daarna valt de vangnetter terug naar een uitkering op bijstandsniveau (70% van het minimumloon). De standaardperiode van drie maanden wordt per gewerkt jaar met één maand verlengd tot een maximum van 24 maanden. Dit betekent dat iedere vangnetter met een arbeidsverleden van minder dan 24 jaar (u begrijpt: het grootste deel van de vangnetters) binnen twee jaar te maken krijgt met een inkomensterugval op bijstandsniveau. De MHP vindt dit onacceptabel, vooral gezien het feit dat een steeds grotere groep werknemers te maken krijgt met flexibele contracten.
U kunt de MHP-brief naar de Vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid lezen op de website van de MHP (www.vakcentralemhp.nl).
MHP blijft zelfstandige vakcentrale van professionele werknemersverenigingen
De MHP heeft kennisgenomen van de ontwikkelingen bij de vakcentrale FNV. Met grote belangstelling zullen de ontwikkelingen nauwgezet worden gevolgd. Op dit moment is geen aanleiding voor een koerswijziging bij de MHP. De MHP hoopt dat er zo snel mogelijk oplossingen worden gevonden bij de FNV, gegeven de huidige, sociaal-economische crisis in ons land.
De MHP ziet geen reden tot het overstappen naar de nieuwe FNV-vakbond in oprichting. Als belangenbehartiger van en voor Middengroepen en Hoger Personeel is de MHP verankerd in Nederland als onafhankelijke vakcentrale. “MHP-bonden staan dicht bij de achterban door zich hecht te organiseren rond beroepsgroepen en -verenigingen en de beroepsidentiteit van de werknemer. Op Schiphol zie je bij voorbeeld hoe de vliegers (VNV), het grond- en cabinepersoneel (UNC) en de Vereniging van Hoger KLM-Personeel (VHKP) als een MHP-eenheid in verscheidenheid zich voor hun beroepsgroep inzetten’’, aldus MHP-duovoorzitter Bob van der Wal.
De MHP heeft bij veranderende arbeidsverhoudingen ook nooit behoefte aan een centrale looneis. In de sectoren en in bedrijven zijn maatwerk en professionaliteit van de werknemer voor onze bonden de inzet. Uit de eerste reacties onder de voorzitters van de bij de MHP aangesloten organisaties blijkt geen behoefte aan een aansluiting bij ‘de nieuwe Vakbond’.
Ingangsdatum AOW verplaatst naar verjaardag
Per 1 april 2012 zal de ingangsdatum van de AOW niet langer de eerste van de maand betreffen waarin iemand 65 wordt, maar verschuiven naar de verjaardag, waarop iemand 65 jaar wordt. De Eerste Kamer heeft 6 december jl. ingestemd met een wetsvoorstel hierover van minister Kamp. Dit ondanks meerdere pogingen van sociale partners in de Stichting van de Arbeid (waaronder de MHP), om het wetsvoorstel uit te stellen. Het betreft een bezuiniging vanuit de regering van 65 miljoen per jaar. De wijziging geldt niet voor de aanvullende pensioenen. Die kunnen nu op drie momenten ingaan: op de eerste dag van de maand waarin iemand de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, op de verjaardag zelf of op de eerste dag van de maand daarna.
Nu gaat de AOW in op de eerste dag van de maand, waarin iemand 65 jaar wordt. Het maakt niet uit of iemand op bijvoorbeeld 1 of 30 april 65 jaar wordt; iedereen krijgt hetzelfde bedrag. Volgens deze nieuwe wet gaat de AOW in op de dag, dat iemand 65 jaar wordt. Iemand die op 30 april jarig is, krijgt in die maand dus veel minder AOW dan iemand die aan het begin van een maand jarig is. Iedereen die 65 jaar wordt op of na 2 april 2012, krijgt met deze maatregel te maken. Dit geldt ook voor mensen die op 1 april 2012 al ouder zijn dan 65 jaar, maar een jongere partner hebben. De jongere partner die nu nog mogelijk een AOW-toeslag ontvangt (die per 1 januari 2015 niet meer bestaat), zal deze ontvangen tot de dag waarop de partner 65 jaar wordt. Daar staat tegenover dat de 65-jarige partner pas vanaf zijn of haar 65e verjaardag AOW krijgt.
De MHP heeft voornamelijk bezwaar gemaakt tegen de inwerkingtredingdatum van deze wet omdat vut- en pregepensioneerden te maken kunnen krijgen met een eenmalige, forse inkomensval en dit gat niet kunnen repareren door langer door te werken. Zij participeren immers niet meer op de arbeidsmarkt. Indien een vut- of prepensioenregeling eindigt op de eerste van de maand en het aanvullende pensioen pas ingaat op de eerste van de opvolgende maand waarin iemand 65 jaar wordt, krijgt hij of zij met deze inkomensval te maken. De aangesloten organisaties van de MHP zullen zich ervoor inzetten dat de cao’s zodanig worden aangepast dat mensen niet van rechtswege op de eerste van de maand ontslagen (kunnen) worden, maar langer kunnen doorwerken om de inkomensval op te vangen. De MHP roept de bij haar aangesloten organisaties op om hun leden tijdig te informeren over de gevolgen van dit wetsvoorstel en de cao’s zodanig aan te passen dat de negatieve effecten voor werknemers van dit wetsvoorstel geminimaliseerd worden.
DNB doet onderzoek naar beleggingsresultaten pensioenfondsen
Minister Kamp heeft op 29 november jl. een rapport van De Nederlandsche Bank (DNB) over de beleggingsopbrengsten van pensioenfondsen in de jaren 2000 tot en met 2010 aan de Tweede Kamer verzonden. Dit omdat inzicht gewenst was in de beleggingsopbrengsten van de pensioenfondsen ten opzichte van het door henzelf gestelde doel. Het rapport nuanceert de bevindingen van hoogleraar Frijns, die in een eerder rapport stelde dat de pensioenfondsen in 2008 ongeveer 20 miljard hebben verloren door hun beleggingsbeleid.
Mede door deze ‘bevinding’ van Frijns is er weinig vertrouwen in het beleggen van pensioenfondsen omdat het tv-programma Zembla dit heeft gebruikt om de pensioensector in een kwaad daglicht te zetten.
Het DNB-onderzoek geeft aan dat de pensioenfondsen helemaal niet slecht presteren en dat men niet alleen naar de beleggingsopbrengsten van een fonds in enig jaar moet kijken maar dat men over een langere periode dient te kijken om goed inzicht te krijgen. Het rapport geeft aan dat het beleggingsrendement van de pensioenfondsen gemiddeld 4,8% bedraagt, terwijl de fondsen er zelf van uitgingen dat zij 4,6% rendement zouden behalen. Over de volledige onderzoeksperiode, dus inclusief het jaar 2008, is het beleggingsresultaat van de pensioenfondsen ten opzichte van het vereiste rendement om de beleggingsdoelstelling te halen, in totaal € 9,7 miljard positief. Het is goed dat er inzicht wordt verschaft in de beleggingsopbrengsten van de pensioenfondsen. “Veel mensen weten niet dat juist door het beleggen van de fondsen er betere pensioenresultaten kunnen worden behaald voor de deelnemers”, aldus MHP-beleidsmedewerkster Klaartje de Boer.
Zie voor het volledige rapport
Het jaar 2011 was een bijzonder en enerverend jaar: verdieping van de economische crisis, discussie over nieuw pensioenstelsel en daarbij teruglopende rendementen van pensioenreserves. Later nam de MHP afscheid van Richard Steenborg als voorzitter en ging een duovoorzitterschap aan de slag met de opdracht de MHP krachtig op de sociaal-maatschappelijke kaart te zetten.
Vol goede moed en met optimisme gaan het duo en de medewerkers van de MHP de uitdaging in 2012 aan, uiteraard met uw steun, daar rekenen wij op.
Het Bestuur en de medewerkers wensen u heel plezierige kerstdagen toe en een enerverende start van het nieuwe jaar.
Ons kantoor kent in week 52 een beperkte bezetting. MHP-duovoorzitters Reginald Visser en Bob van der Wal zijn voor dringende zaken op hun mobiele nummers bereikbaar.