Kernpunten levensloopregeling
Wat houdt de levensloopregeling in ?
- Met de nieuwe levensloopregeling kunnen werknemers sparen voor de financiering van onbetaald verlof. Bijvoorbeeld: zorgverlof, een sabbatical, verlof voor stervensbegeleiding, ouderschapsverlof, educatief verlof, prepensioenverlof of ander verlof.
- Iedere werknemer kan een deel van zijn salaris opzij zetten om later een langere periode van onbetaald verlof te financieren. Jaarlijks kunnen zij maximaal 12% van hun bruto jaarloon sparen. In totaal maximaal 210% van het bruto jaarsalaris. Heeft de werknemer (een deel van) zijn tegoed gebruikt dan kan hij het steeds weer tot het maximum van 210% aanvullen. Ook kan het spaartegoed meegenomen worden naar een andere werkgever.
- Werknemers die op 31 december 2005 tussen de 51 en 56 jaar oud zijn, kunnen de levensloopregeling gebruiken om prepensioenverlof te financieren. Voor hen geldt een ruimere stortingsmogelijkheid. Zij mogen meer dan 12% van hun bruto jaarloon sparen. Het maximum van in totaal 210% blijft wel gehandhaafd.
- Is de werknemer op 31 december 2005 56 jaar of ouder dan geldt voor hem de gebruikelijke levensloopregeling.
- Iedere werknemer heeft het recht op deelname aan de levensloopregeling. Voor het opnemen van verlof moet de werkgever toestemming geven, behalve als het gaat om verlof waarvoor een wettelijk recht geldt. De regeling geldt niet voor zelfstandigen.
- De levensloopregeling gaat in op 1 januari 2006.
Welke voordelen heeft de regeling ?
- Loonheffing wordt pas betaald als het gespaarde geld wordt opgenomen om verlof te financieren.
- De werknemer krijgt een levensloopverlofkorting van maximaal € 183 per gespaard jaar.
- Gebruikt de werknemer de levensloopregeling voor het opnemen van onbetaald ouderschapsverlof dan krijgt hij een extra fiscale korting: de ouderschapsverlofkorting. Die bedraagt de helft van het minimumloon per opgenomen verlofdag. Op dit moment is dat ongeveer € 632 per maand als iemand voltijd werkt en voltijd ouderschapsverlof opneemt.
- ver het gespaarde bedrag wordt geen rendementsheffing betaald (box-III heffing).
Waarom doet de overheid dit ?
Met de levensloopregeling biedt het kabinet werknemers meer mogelijkheden werk en prive te combineren.
Hoe maak je er gebruik van ?
Een werknemer die wil deelnemen aan de levensloopregeling moet het volgende doen.
- Nagaan of hij iets opzij kan leggen van zijn salaris en of hij wil sparen voor verlof.
- Een keuze maken voor de levensloopregeling of de spaarloonregeling. Tegelijkertijd aan beide regelingen meedoen kan niet. Ieder jaar opnieuw kiezen voor één van beide kan wel.
- Indien hij op 31 december 2005 tussen de 51 – 56 jaar oud is en de levensloopregeling wil gebruiken om prepensioenverlof op te nemen: nagaan welk percentage hij wil sparen en of eventuele prepensioenafspraken afgekocht kunnen worden.
- Nagaan of de werkgever een werkgeversbijdrage levert en of hij een voordelig collectief contract aanbiedt.
- Melden aan de werkgever dat hij mee wil doen aan de levensloopregeling. Hierbij aangeven bij welke bank of verzekeraar hij wil sparen of dat hij wil meedoen met een eventuele collectieve variant van de werkgever. Verder aangeven welk bedrag per maand hij wil sparen.
- ” Wanneer hij overweegt verlof op te nemen: lengte daarvan bepalen en aangeven hoeveel hij per maand wil ontvangen. Dit kan nooit meer zijn dan 100% van het laatstverdiende loon. Het opnemen van verlof dient in overleg met de werkgever plaats te vinden.
Meer informatie
Meer informatie op: www.levensloopregeling.szw.nl . (per oktober 2005) Daar staat ook de levensloopwijzer. Hiermee kunnen werknemers zelf berekenen hoeveel ze moeten sparen voor een bepaalde verlofperiode. Of hoeveel verlof zij kunnen betalen als ze gedurende een bepaalde periode hebben gespaard.