Meer werken nog minder interessant dankzij kabinetsbeleid

Inkomensafhankelijk

In de plannen die het kabinet op Prinsjesdag presenteerde, werden verhogingen van belastingkortingen aangekondigd, en verhogingen van de toeslagen. Al deze maatregelen zijn inkomensafhankelijk, waardoor de voordelen lager zijn naarmate iemand meer verdient. De verhogingen gaan gepaard met groter ‘verlies’ bij meer werken en de arbeidskorting wordt sneller afgebouwd.

Vrijwel niets

Concreet betekent dit dat iemand met een inkomen van 35.000 euro over elke extra verdiende euro 81 procent belasting betaalt, en iemand met 45.000 euro zelfs 87 en bij meer dan 50.000 euro nog steeds boven de 70%. “Daar blijft dus vrijwel niets van over”, zegt VCP-beleidsmedewerker Amerik Klapwijk. “Dit stimuleert dus totaal niet om meer te gaan werken.” Van alle mensen gaan werkenden er het minst op vooruit, blijkt ook uit de stukken van Prinsjesdag.” De marginale druk is buitenproportioneel hoog. “Nivelleren blijft maar doorgaan, terwijl de rek er allang uit was. De middeninkomens worden weer als vanouds gepakt.”

Arbeidskrapte

De VCP vindt het extra wrang dat werken juist in een tijd van arbeidskrapte in feite onaantrekkelijk wordt gemaakt. “Je zou verwachten dat de rode loper wordt uitgerold voor iedereen die meer wil gaan werken, maar het tegendeel is het geval.” Klapwijk vindt daarom de bonus voor nieuwe voltijders weer zo’n idee dat de werkelijkheid mist. “Leuk hoor zo’n bonus, maar die wordt zwaar belast en een werknemer houdt er weinig van over. Bij de zorgbonus ging het net zo.”

Kinderopvang

Ook voor ouders met kinderen pakken de plannen lang niet zo voordelig uit als het kabinet wil doen geloven. De kinderopvangtoeslag gaat over een paar jaar weliswaar omhoog naar 96% van de maximumuurprijs. Dus meer werken betekent nog steeds meer uren kinderopvang 4% meer kosten per uur, en daarbovenop het bedrag dat je betaalt boven de maximumuurprijs, want de werkelijkheid is dat kinderopvang steeds vaker meer kost dan waar de toeslagen mee rekenen.