14 december 2020
Mensen met een arbeidsbeperking moeten betere kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Het aantal werkgevers dat deze groep in dienst neemt, neemt nog steeds niet toe. Dat is zorgelijk en daar komt de coronacrisis nog bij. Dat schrijven de vakcentrales VCP en CNV in een brief naar de Tweede Kamer, in de aanloop naar een debat vandaag over onder meer een wijziging van de Participatiewet.
Volgens VCP-beleidsmedewerker Sacha Heemskerk zou het al een hoop schelen wanneer mensen met een beperking zelf een jobcoach kunnen uitkiezen: die kunnen hen dan op maat begeleiden zodat de kans dat ze een geschikte plek vinden toeneemt. “Helaas is het zo dat veel gemeenten die mogelijkheid niet geven. Begeleiding is daar centraal geregeld en matcht dan soms niet met de hulpvraag en de specifieke beperking.” VCP en CNV zijn positief over de extra middelen die uit zijn getrokken om deze groep te ondersteunen bij de gevolgen van de coronacrisis, maar het is tijdelijk en levert op termijn niet voldoende op.
Ook het voorstel van het kabinet om meer eenheid te scheppen in de voorzieningen waar mensen met een arbeidsbeperking gebruik van kunnen maken, gaat volgens VCP en CNV niet ver genoeg. “Het verplicht gemeenten tot niets, waardoor er verschillen blijven bestaan”, zegt Heemskerk. “Het aanbod van voorzieningen en de kwaliteitseisen zouden landelijk vastgesteld moeten worden, zodat iedere persoon met een arbeidsbeperking aanspraak kan maken op dezelfde werkvoorzieningen met dezelfde kwaliteit.”
VCP en CNV herhalen dat voor mensen met een arbeidsbeperking een volwaardig werknemerschap zou moeten gelden. Het huidige voorstel van het kabinet voldoet daar niet aan. Heemskerk: “Er is nu een regeling bedacht waarmee het bijstandsregime van toepassing blijft. Daardoor blijven de verplichtingen die voortvloeien uit de Participatiewet onverminderd van kracht, zoals de sollicitatieplicht, inkomens- en vermogenstoets en het verrekenen van ‘extraatjes’ zoals een bonus.” Daarnaast vragen VCP en CNV zich af of er daadwerkelijk voor iedereen sprake zal zijn van inkomensvooruitgang wanneer rekening wordt gehouden met vermindering van toeslagen en het wegvallen van andere voorzieningen.