15 juni 2016
Werknemers krijgen via ondernemingsraden (OR) het recht om wel of niet akkoord te gaan met een wijziging van hun pensioenregeling. Hiermee krijgt de OR, in die situaties dat sociale partners niet betrokken zijn bij de pensioenregeling, terecht meer invloed over het pensioen. Lange tijd was hier sprake van een onterecht grijs gebied en van een leemte in de (mede)zeggenschap van werknemers. De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel dat dit regelt, recentelijk aangenomen.
Nu heeft de OR bij een ondernemingspensioenfonds alleen instemmingsrecht wanneer de werkgever van plan is een pensioenregeling vast te stellen of in te trekken, maar niet als de werkgever de pensioenregeling wil wijzigen. Als er door sociale partners in een cao afspraken zijn gemaakt de pensioenen, dan heeft de OR geen instemmingsrecht. Het gaat over pensioenregelingen in de zogeheten tweede pijler bij ondernemingspensioenfondsen en pensioenregelingen bij verzekeraars. Op voorhand krijgt de OR in deze gevallen instemmingsrecht over zaken die geregeld zijn in de pensioenovereenkomst. Bij de uitvoeringsovereenkomst is dit alleen het geval indien wijzigingen hierin direct van invloed zijn op de arbeidsvoorwaarde pensioen. Het is dus zaak vooraf goede afspraken te maken over de onderdelen in uitvoeringsovereenkomst tussen de OR en de werkgever die instemmingsplichtig zijn. De werkgever krijgt daarnaast een informatieplicht om de OR over voorgenomen besluiten te informeren.
In de praktijk worden zaken geregeld in de uitvoeringsovereenkomst, die van invloed zijn op de arbeidsvoorwaarde pensioen, terwijl deze daar niet altijd thuishoren. Daarmee ontstaat een grijs gebied over de vraag of iets nu wel of niet instemmingsplichtig is en of iets thuishoort in de pensioenovereenkomst of de uitvoeringsovereenkomst. Daarom zal de SER uiterlijk 1 januari 2017 komen met een interactief voorlichtingsdocument voor ondernemingsraden.
Het wetsvoorstel zal op 24 juni a.s. als hamerstuk worden behandeld in de Eerste Kamer.