17 januari 2018
Beroepstrots en beroepseer. Als er één VCP-lid is dat daar alles van weet, is het wel de CMHF (Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen), zegt Rob Hunnego, die vorig jaar juni aantrad als voorzitter. Officieel is hij al met leeftijdsontslag, maar van een rustig bestaan wil hij niets weten. Een nadere kennismaking.
Autonomie
Liefst 42 beroepsverenigingen heeft de CMHF onder haar hoede, onderverdeeld in acht sectoren (zorg, wetenschappelijk onderwijs, Rijk, politie, lagere overheden, defensie, onderwijs en bedrijven en instellingen). Sommige tellen maar enkele tientallen leden, maar ondanks dat blijven ze graag autonoom. Sterker nog, dat is precies de reden dat ze zich bij de CMHF hebben aangesloten, en dat de CMHF op haar beurt weer lid is van de VCP. Hunnego zelf is afkomstig uit de sector defensie, waar hij diverse bestuursfuncties heeft vervuld. Zo was hij voorzitter van de KVMO, de Koninklijke Vereniging van Marineofficieren, die via de CMHF weer is aangesloten bij de VCP.
Cao en pensioen
“Wij houden ons als centrale van ambtenaren voornamelijk bezig met cao’s en pensioen. We zijn er voor collectieve en individuele belangenbehartiging. Sommige verengingen doen dat zelf, voor kleinere verenigingen bieden wij diensten aan als onderhandelaarscapaciteit. Niet alle verenigingen willen tenslotte hetzelfde en daar zijn we als centrale op ingericht. Verder hebben we enkele collectieve verzekeringen lopen waar onze leden zich bij aan kunnen sluiten.”
Betrokkenheid bij het vak
De leden van de CMHF zijn dus heel zelfstandig. “Het zijn in de eerste plaats professionals die zeer betrokken zijn bij hun vak en zich daarin verder willen ontwikkelen. Als het gaat om zaken als salarissen of hun rechtspositie, komen wij in beeld. En voor de nog bredere onderwerpen zoals het pensioenstelsel, belastingen en landelijke regelingen rond scholing en ontwikkeling, hebben wij ons aangesloten bij de VCP.”
VCP: serieuze speler
Als CMHF-voorzitter maakt Hunnego deel uit van het VCP-bestuur en in die hoedanigheid heeft hij de vakcentrale vorig jaar flink zien groeien, met de komst van ANBO, de Unie, UOV en recentelijk Het Zwarte Corps. Dat biedt volop kansen, is zijn overtuiging. “We moeten ons meer laten gelden in politiek Den Haag en daar onze meerwaarde laten zien: als vakcentrale met een goed inhoudelijk verhaal die er steeds meer toe doet. De VCP doet dat met oog voor gedeelde belangen. We zijn een serieuze speler en staan nu voor de opdracht om door te ontwikkelen en de groei die we het afgelopen jaar hebben doorgemaakt verder vorm te geven.”