14 september 2009
Culemborg, 14 september 2009
AOW discussie verloopt moeizaam
De MHP zet bij onderhandelingen binnen de SER vooral in op flexibilisering van de AOW-leeftijd. Wie dat wil, moet de mogelijkheid hebben om langer door te werken.
Maar de noodzaak voor een verplichte verhoging van de AOW-leeftijd is niet aangetoond en lijkt geen goede oplossing. Het beste en belangrijkste alternatief is volgens de MHP verhoging van de arbeidsparticipatie van bijvoorbeeld vrouwen en oudere werknemers. “Daar is nog veel winst te behalen en het leidt bovendien tot hogere inkomsten voor overheid”, zegt MHP-voorzitter Richard Steenborg.
De besprekingen over een alternatief voor het kabinetsbesluit om de AOW-leeftijd van 65 zijn al een paar maanden aan de gang, maar verlopen moeizaam. De SER is in de gelegenheid gesteld voor 1 oktober een advies uit te brengen. De MHP vindt nog steeds dat de adviesaanvraag de SER in een oneigenlijke positie heeft gebracht. Immers, gevraagd wordt om een structurele bezuiniging van € 4,3 miljard centraal, terwijl het eigenlijk over een samenhangend beleid zou moeten gaan voor toekomstige verhoging van de arbeidsparticipatie, met het oog op vergrijzing, waardoor de beroepsbevolking in de toekomst te klein dreigt te worden. “Het is niet de taak van de SER om allerlei bezuinigingen te bedenken. Daar zijn politici voor ingehuurd !”, aldus Richard Steenborg.
De MHP vindt het van groot belang dat ons pensioenstelsel voldoende toekomstbestendig is en blijft, dat wil zeggen dat pensioenen ook over dertig jaar nog uitbetaald kunnen worden. Maar dat betekent niet dat nu de AOW-leeftijd maar naar 67 jaar getild moet worden. De AOW vormt het basispensioen en samen met de aanvullende pensioenen en eventuele individuele arrangementen wordt de totale oudedagsvoorziening bepaald. Dan moet nu niet overhaast een deel van het totale pensioengebouw eruit worden gelicht, waardoor een goede discussie over het totale pensioenstelsel eigenlijk niet meer mogelijk is. De samenhang met vooral de aanvullende pensioenen vraagt een bredere analyse en 1 oktober is dan erg kort dag.
De MHP pleit er al jaren voor dat werknemers zelf moeten kunnen bepalen wanneer en op welke wijze ze met pensioen gaan. Langer doorwerken moet nu geen verplichting worden. Het kan wel worden gestimuleerd door een geleidelijke pensionering via deeltijdpensioen. Veel werknemers geven hier de voorkeur aan en willen vaak niet stoppen van de één op de andere dag, dat geldt zeker voor werknemers uit de middengroepen en hoger opgeleiden. Een geleidelijke pensionering, zo is herhaaldelijk aangetoond, is doorgaans beter voor de werknemer en de organisatie.
Voordat mensen gedwongen worden om langer door te werken, moeten er eerst meer mensen onder de 65 kunnen blijven werken. De arbeidsparticipatie van oudere werknemers tussen de 55 en 65 jaar is nog geen 50%. Van de vrouwen werkt 60% in vooral kleine deeltijdbanen. Er is dus een enorm potentieel aan arbeidskrachten. Daarmee kan voor een belangrijk deel de problemen van de vergrijzing worden opgevangen en kan door hogere belastingopbrengsten de schatkist beter worden gevuld. Maar dan moeten werkgevers wel een flinke slag maken met het leeftijdsbewust personeelsbeleid.
Kortom, de keuze van het kabinet wordt niet ingegeven door een samenhangende visie over ons toekomstige arbeidsmarktbeleid of pensioengebouw, maar is een bezuinigingsoperatie geworden. Verhoging van arbeidsparticipatie leidt tot hogere productiviteit en hogere inkomsten voor de overheid. De SER mag zich niet laten verleiden tot inkomenspolitiek met nivellerende effecten.