26 juni 2015
Afgelopen week heeft de Tweede Kamer gedebatteerd over de Belastinghervorming die het kabinet voorstelt. Het kabinet wil met een belastinghervorming in tien jaar tijd 100.000 nieuwe banen creëren door een verlaging van de belasting op arbeid. De VCP is van mening dat lastenverlichting, zeker voor middengroepen, zeer welkom is na de lastenverzwaringen van afgelopen jaren.
Voor een belastingherziening ziet de VCP een aantal uitgangspunten. Er moet sprake zijn van substantiële lastenverlichting. Wij zien graag een eenvoudiger en robuuster stelsel met lagere tarieven. De belasting zou minder instrumenteel moeten zijn en het is goed ook naar de samenhang van de toeslagen te kijken. De lasten op arbeid moeten vooral voor middengroepen omlaag, dat moet resulteren in meer werkgelegenheid. Een evenwichtig stelsel houdt rekening met het draagkrachtbeginsel.
De VCP heeft in het verleden vaker gepleit voor een vlaktaks en kijkt dus positief aan tegen het verlagen van de tweede en derde schijf in combinatie met de verhoging van het aangrijpingspunt van het toptarief. Afgelopen jaren hebben de arbeidskorting en algemene heffingskorting een inkomensafhankelijke afbouw gekregen. Dat betekend voor die inkomens een feitelijke verhoging van het tarief. De VCP heeft altijd sterke kritiek gehad op de introductie van een inkomensafhankelijke afbouw van de arbeidskorting en de algemene heffingskorting. Het is de vraag of een volledige afbouw van de algemene heffingskorting opweegt tegen de verlaging van het tarief. Zeker omdat het kabinet de arbeidskorting slechts verhoogt voor inkomens tot 50.000 euro. Dat maakt de belastingdruk voor inkomens daarboven alleen maar hoger. Er zijn eerst nadere berekeningen nodig om de effecten in kaart te brengen.
Differentiatie is daarbij een interessante denkrichting om tot een rechtvaardigere vermogensrendementsheffing te komen. Het is alleen de vraag of een vermogensmix met forfaitaire maatstaven zoals het kabinet voorstelt de oplossing is. Het gaat erom dat rekening wordt gehouden met de reële rente als het gaat om het rendement op spaargeld.
De 5 miljard euro lastenverlichting van het kabinet is een goede eerste stap, maar ook komende jaren zouden bij economisch herstel meevallers in belangrijke mate beschikbaar moeten komen voor lastenverlichting. Daarnaast zijn er andere belastingen waar naar gekeken zou kunnen worden om lastenverlichting op arbeid uit te financieren. De winstbelasting voor bedrijven zou op het niveau van ons omringende landen gebracht kunnen worden. Belastingontwijking zou moeten worden aangepakt. Een verruiming van gemeentelijke belastinggebied is interessant om uit te werken, mits de middelen beschikbaar komen om de lasten op arbeid verder te verlichten. De VCP is blij met de inspanning van het kabinet om de lasten op arbeid te verlagen.