1 februari 2019
Nu grote pensioenfondsen aankondigen dat pensioenkortingen in 2020 niet uitgesloten zijn laait de discussie over een pensioenhervorming weer op. Het geeft het kabinet een momentum om weer te verwijzen naar die ‘halsstarrige’ vakbonden die voor een onsje meer de breuk in het overleg zouden hebben veroorzaakt. Dit beeld is onjuist, schrijven VCP-bestuurders Ruud Stegers (VNV) en Reinier Castelein (De Unie) vandaag in een opiniestuk in Trouw.
Ons pensioenstelsel wordt beschouwd als het beste van de wereld. Pensioenen zijn geen publieke gelden. Het is geld van werknemers en gepensioneerden, zelf bij elkaar gespaard als oudedagsvoorziening. Daar zijn wij zuinig op en dat zou ons kabinet ook moeten zijn. Dealmaker Rutte is in het najaar bij het pensioenoverleg aangeschoven met de gedachte de vakcentrales te dwingen tot een politieke deal, om kritiekloos een handtekening te zetten onder vage teksten en toezeggingen. Een deal die pensioenspaarders uiteindelijk met een gat van 60 tot 100 miljard euro zou achterlaten. Maar tijden zijn veranderd. Het is tijd voor een inhoudelijke deal.
Wat voorlag was een slecht pensioencontract. De discussie over dat nieuwe contract gaat over hoe we risico’s spreiden tussen generaties. Hoeveel zekerheid geven we de pensioenuitkering en hoeveel premie is ervoor nodig. We hebben door politiek opgelegde (rente)regels nu bijna ultieme uitkeringszekerheid, maar daardoor veelal weinig zicht op indexatie, waardoor pensioenen niet meegroeien met prijs- en loonstijgingen. Dat bevalt niemand goed. In een nieuw contract zouden we deze zekerheid iets laten vieren. Dat kan ertoe leiden dat we vaker dan nu de pensioenen moeten korten, maar daar tegenover staat dat sneller en meer geïndexeerd kan worden zodat het gemiddeld te verwachten pensioen omhooggaat.
Wil zo’n contract daadwerkelijk positief voor de deelnemers uitpakken, dan moeten nogal wat voorwaarden worden ingevuld. Het kabinet verwachtte echter een onvoorwaardelijke sprong in het diepe. Het risico bleek daarbij levensgroot dat werkgevers, ook de overheid als werkgever, via deze deal een flinke bezuiniging op hun premiebijdragen binnenhaalden.
Bij dat nieuwe pensioencontract stelt de overheid bovendien als eis dat de veelbesproken doorsneesystematiek uit de bedrijfstakken wordt afgeschaft. Afschaffing betekent dat in heel Nederland de jongere werknemer per direct meer pensioen gaat opbouwen en de oudere minder. Zonder directe en adequate compensatie hiervan wordt de groep werknemers tussen de 35 en 60 jaar meedogenloos geslachtofferd: hun pensioenopbouw kan tot 10 procent lager uitpakken.
Daar ging het in het najaar mis: De werkgevers wilden niet méér gaan betalen. En ook al waren er voor dit tijdelijke financieringsprobleem met hulp van de overheid best mooie oplossingen mogelijk, Rutte trok zijn handen ervan af. Daarmee blijft alleen nog de deelnemer over om het compensatiegat van 60 tot 100 miljard euro te vullen uit de pensioenfondsen zelf. En dat leidt tot het korten van pensioenen.
Vervolg
Het kabinet komt nu met een brief met haar pensioenstandpunt. De vakbeweging is benieuwd, ze wil graag tot een toekomstbestendig pensioenstelsel komen. Maar dan wel een stelsel dat goed is voor alle werkenden en gepensioneerden. Wat voorlag diende voornamelijk overheid en werkgevers. De vakbeweging is hierin eensgezind: We kunnen geen ongedekte cheque van 60 tot 100 miljard euro tekenen.
Als Rutte en Koolmees zich oprecht zorgen maken om ons pensioenstelsel, laat hun brief dan een oprechte uitnodiging zijn tot een inhoudelijk gesprek om het beste pensioenstelsel van de wereld duurzaam het beste te laten blijven.
Drs. Ruud Stegers, dagelijks bestuurslid en pensioenspecialist van de VNV
Reinier Castelein, voorzitter van De Unie
Beiden zijn lid van het algemeen bestuur van de Vakcentrale voor Professionals VCP.