17 augustus 2010
Culemborg, 17 augustus 2010
Brief Donner over evaluatie herstelplannen pensioenfondsen
In een brief aan de Tweede Kamer van 17 augustus jl. schrijft minister Donner vast te houden aan de verlengde hersteltermijn van vijf jaar in plaats van drie jaar, maar dat enkele noodlijdende pensioenfondsen wel moeten overwegen per 1 januari 2011 te korten op de pensioenen. “Het is goed dat minister Donner de herstelperiode voor pensioenfondsen die een dekkingstekort hebben, handhaaft op vijf jaar”, aldus MHP-voorzitter Richard Steenborg. “Het aantal echt noodlijdende pensioenfondsen is gelukkig beperkt, en beheren het pensioen van relatief weinig deelnemers. We moeten dus niet onnodig paniek zaaien”, aldus Steenborg.
In het voorjaar van 2009 jaar heeft het kabinet met sociale partners, waaronder de MHP, afgesproken de hersteltermijn voor pensioenfondsen die onder de vereiste dekkingsgraad zitten, te verlengen van drie naar vijf jaar. Verder is toen afgesproken dat er tot 1 april 2012 in beginsel niet gekort hoeft te worden op de pensioenen, indien een pensioenfonds in een noodlijdende situatie verkeert. Wel zouden deze afspraken medio 2010 geëvalueerd worden en opnieuw worden bezien. Na overleg met de belangrijkste partijen in het pensioenveld (waaronder de Stichting van de Arbeid) komt minister Donner nu tot de conclusie dat de situatie bij een aantal fondsen dusdanig is, dat overwogen moet worden om reeds per 1 januari a.s. af te stempelen, dat wil zeggen te korten op de pensioenen.
De MHP erkent dat een aantal fondsen al langere tijd ver onder de vereiste dekkingsgraad blijven en niet kunnen voldoen aan het in de afgesproken plannen aangegeven herstelpad. Gelukkig is het aantal beperkt en betreft het relatief weinig deelnemers, omdat het kleinere pensioenfondsen zijn. De situatie bij de noodlijdende fondsen is echter zeer divers, en daarom moeten ze niet generiek gedwongen worden door de toezichthouder, De Nederlandsche Bank, om af te stempelen. Er moet ruimte blijven voor maatwerkoplossingen.
“Afstempelen heeft nadelige gevolgen voor het pensioen van de deelnemers, of ze nu nog werken of al met pensioen zijn. Bij hen zijn in het verleden bepaalde verwachtingen gewekt. Daar kun je niet alleen maar als een boekhouder mee omgaan, ook niet als toezichthouder. Bij het zoeken naar oplossingen moet afstempelen daarom altijd het laatste redmiddel blijven. Bij het zoeken naar oplossingen moet er wel voor worden gezorgd dat ook jongere deelnemers uitzicht blijven houden op een goed pensioen”, aldus Steenborg.