12 oktober 2020
Het ABP doet het sinds jaar en dag fantastisch maar laat zich ringeloren door Haagse beleidsmakers. Het wordt dan ook tijd om afstand te nemen van dit beleid, zegt interim-voorzitter van de CMHF Marc de Natris.
Het jarenlange door het kabinet en De Nederlandsche Bank gepreekte doemscenario wil tot op heden niet uitkomen. Dit wordt op bladzijde 11 en 12 van het meerjarenoverzicht van het ABP-jaarverslag 2019 duidelijk zichtbaar. Het vermogen van het ABP is in vijf jaar tijd met 114 miljard gestegen. Oftewel ruim 32%.
Omdat het zo slecht gaat met mijn pensioenfonds is de pensioenpremie in dezelfde periode met 4,2% gestegen. In 2020 is de premie met 2% gestegen naar 24,9%. Het ABP heeft aangekondigd om ook in 2021 de premie fors te verhogen. Doordat de premies fors zijn gestegen ontvangt het ABP extra inkomsten. Dit is zichtbaar in het verschil tussen premie-inkomsten en uitgekeerde pensioenen. In vijf jaar tijd is dit van bijna 2,4 miljard te weinig afgenomen tot ongeveer 0,5 miljard te weinig. Op een vermogen van 465 miljard euro is dit toch verwaarloosbaar te noemen.
Het wordt helemaal ‘peanuts’ als je kijkt naar het rendement van de afgelopen jaren. Opvallend is dat er nagenoeg geen verschil is tussen het korte 3-jarig rendement en het 15-jarig rendement. Het rendement schommelt rond de 7%. Als je inzoomt op bovenstaande getallen dan ziet een snelle rekenaar dat als het ABP een langjarig gemiddeld rendement van 1% (4,6 miljard) op jaarbasis zou behalen, het verschil tussen premie-inkomsten en pensioenuitkeringen ruim wordt gecompenseerd en het vermogen niet afneemt.
Ondanks de jarenlange mooie cijfers staat mijn pensioenfonds er volgens De Nederlandsche Bank slecht voor. De dekkingsgraad blijft verder dalen. Het fantastische rendement van ruim 16% in 2019, oftewel 66 miljard euro, verdwijnt door de spelregels die het kabinet en DNB opleggen, als sneeuw voor de zon. Voor de beeldvorming: 66 miljard euro is ongeveer het equivalent van 6 jaar pensioenuitkeringen.
Het gevolg laat zich raden. Doordat pensioenfondsen met een belabberd rendement van 0,3% moeten rekenen is de ‘fictieve’ dekkingsgraad te laag en moet het ABP actie ondernemen. Dit doet zij door de premie te verhogen en daarnaast is er de wens om het ambitieniveau te verlagen. Het gevolg is dat de actieve deelnemer steeds meer premie betaalt, minder pensioen opbouwt en de gepensioneerden kunnen fluiten naar een (met terugwerkende kracht) geïndexeerd pensioen.
Wat ik niet begrijp is dat het ABP-bestuur berust in deze situatie. Zouden zij niet op moeten komen voor alle ABP-deelnemers waarvan zij het pensioen beheren. Het ABP doet het sinds jaar en dag fantastisch maar zij laten zich ringeloren door Haagse beleidsmakers. Het wordt in mijn ogen dan ook tijd dat zij ferm afstand gaan nemen van dit beleid.
Daarnaast kunnen u en ik uiteraard ook wat doen. De verkiezingen komen eraan. Het aantal mensen dat een pensioen heeft opgebouwd bij het ABP is ongeveer 3 miljoen. Dit is ongeveer 23% van het aantal kiesgerechtigden in Nederland. Uw pensioen en de pensioenpremie die u hiervoor betaalt zijn van groot belang voor uw (toekomstige) koopkracht. Wordt het geen tijd dat wij ons óók niet meer laten ringeloren door Haagse beleidmakers. Hoe dan ook, als het pensioenbeleid niet snel verandert, wordt het tijd dat u en ik gaan nadenken en strategisch gaan stemmen voor het behoud van onze (toekomstige) koopkracht.