22 april 2024
De Centrale Raad van Beroep (CRvB), de hoogste bestuursrechter van Nederland, heeft geoordeeld dat uitkeringsinstanties meer oog moeten hebben voor hun eigen rol bij een terugvordering van de uitkering.
De uitspraak geeft ook meer ruimte om de menselijke maat toe te passen. “Dit is een belangrijke uitspraak voor uitkeringsgerechtigden zodat meer recht wordt gedaan aan de persoonlijke situatie. Het is positief dat fouten van uitkeringsinstanties zwaarder worden aangerekend, zodat deze niet langer voor rekening van de uitkeringsgerechtigde hoeven te komen. De wet- en regelgeving is complex, een misverstand ligt snel op de loer en een fout is snel gemaakt”, zegt VCP-beleidsmedewerker Sacha Heemskerk.
Het ging in deze zaak om iemand met een Wajong-uitkering. Tijdens zijn uitkering had hij inkomsten uit werk en studiefinanciering. Dit is ook keurig doorgegeven aan het UWV, de uitvoeringsinstantie voor de Wajong-uitkering. Intern bij UWV is deze informatie niet goed verwerkt waardoor dit niet tot een wijziging van de uitkering heeft geleid. Bijna drie jaar later werd de uitkeringsgerechtigde geconfronteerd met een terugvordering van € 14.500,-. Die grote schuld zorgde voor financiële problemen. Desondanks vorderde UWV het volledige bedrag terug.
Anders dan in eerdere uitspraken heeft de CRvB nu geoordeeld dat bij de herziening en terugvordering van te veel betaalde uitkeringen niet alleen moet worden gekeken naar de gevolgen, maar voortaan ook naar de oorzaak. Uitkeringsinstanties moeten ook kijken naar hun eigen rol daarbij. Als zij steken hebben laten vallen, kan dat reden zijn om (deels) van de terugvordering af te zien. Ook zal voortaan de persoonlijke situatie een grotere rol spelen. Als op voorhand al duidelijk is dat het terugbetalen van de uitkering iemand in grote financiële problemen brengt, bijvoorbeeld omdat daardoor een schuldhulptraject wordt beëindigd, dan kan dat aanleiding zijn om van terugvordering af te zien.
De CRvB oordeelt dat het UWV opnieuw moet beoordelen of er een reden is om (deels) af te zien van de terugvordering, rekening houdend met de eigen rol en de persoonlijke omstandigheden. Doordat het UWV niet op tijd reageerde, is het terug te betalen bedrag immers opgelopen. De uitspraak heeft ook gevolgen voor het terugbetalen van andere uitkeringen die door het UWV worden verstrekt, zoals bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid. De uitspraak is verder van belang voor het terugvorderen van bijstandsuitkeringen die door de gemeente zijn verstrekt en uitkeringen die door de Sociale Verzekeringsbank worden verstrekt (AOW en kinderbijslag).
Lees hier de volledige uitspraak van de CRvB.
Foto credit: Flickr mystic_mabel