22 februari 2022
Het kabinet moet veel meer doen om mensen met een beperking aan een baan te helpen. Op dit moment is nog niet de helft van hen actief op de arbeidsmarkt, ondanks allerlei maatregelen. Er moet veel meer worden ingezet op hulp op maat, zodat mensen met een beperking passend werk vinden en een normaal bestaan kunnen hebben. Dat staat in een brief die een groep maatschappelijke organisaties waaronder VCP heeft gestuurd naar de Tweede Kamer, die hier morgen over debatteert.
De brief gaat in op de voorstellen die het vorige kabinet heeft gedaan in het kader van het zogeheten Breed offensief, dat is bedoeld om mensen met een beperking aan werk te helpen. De voorstellen schieten tekort om dit doel te bereiken. Volgens VCP-beleidsmedewerker Sacha Heemskerk is het van groot belang dat mensen met een beperking passende hulp krijgen die specifiek op hen is gericht. Bovendien moet die hulp geen tijdelijk karakter hebben maar structureel zijn. “Je kunt niet iedereen met een beperking over een kam scheren. Een hulpvraag is maatwerk, waarbij het belang van de werknemer centraal hoort te staan”, zegt VCP-beleidsmedewerker Sacha Heemskerk.
Volgens de opstellers van de brief voorziet het Breed offensief van het kabinet onvoldoende in de specifieke behoeften van mensen met een beperking. “Gemeenten kopen jobcoaches centraal in, waarbij specifieke kennis over de aandoening vaak ontbreekt. Een jobcoach moet aansluiten bij de behoefte. Keuzevrijheid is dan essentieel. Bovendien is de periode waarin iemand zo’n coach krijgt te beperkt. Dat verkleint de kans op maatwerk en dus ook de kans op een duurzame baan.”
Ook wanneer mensen met een beperking wel een baan vinden, is er nog steeds geen sprake van volwaardig werknemerschap. In het voorstel van het kabinet wordt een deel van het inkomen (tijdelijk) vrijgelaten, de zogeheten vrijlatingsregeling. Maar het bijstandsregime blijft van toepassing, met de verplichtingen die daarbij horen. Ook worden extraatjes uit een CAO verrekend met de uitkering, waardoor het nog maar de vraag is in hoeverre iemand er op vooruitgaat. De brievenschrijvers wijzen er verder op dat gemeenten zelf kunnen bepalen welke voorzieningen er zijn voor mensen met een beperking. Wie verhuist van de ene gemeente naar de andere kan daardoor in grote problemen komen. Volgens Heemskerk zou het aanbod van voorzieningen landelijk moeten worden vastgesteld.
Heemskerk vindt het positief dat in het Breed Offensief naar meer wordt gekeken dan werk alleen. Mensen met een beperking hebben doorgaans ondersteuning nodig op veel meer vlakken, bijvoorbeeld bij het opbouwen van een sociaal netwerk en wanneer ze zelfstandig gaan wonen. “Allemaal zaken die grote impact hebben. Persoonlijke ondersteuning door een vast aanspreekpunt is dan van groot belang.”