12 november 2019
Er is genoeg aanleiding om eens grondig te kijken naar het wettelijk (jeugd)minimumloon. Dat zegt VCP-voorzitter Nic van Holstein naar aanleiding van berichten over verhoging van het minimumloon.
Discrepantie minimum en uitgaven
De hoogte van het minimumloon moet afgestemd zijn op de lasten die samenhangen met het minimumniveau. Er lijkt daar een steeds grotere discrepantie. Er is veel onzekerheid over uitgaven. Van Holstein: “Een laag minimumloon zorgt voor hogere overheidsuitgaven voor toeslagen voor zorg, huur en kinderopvang. Wij verwachten bovendien dat een hoger minimumloon ook een positief opwaarts effect zal hebben voor inkomens boven het minimum”.
Jeugdminimumloon
Er gaan steeds meer stemmen op om jongvolwassenen in aanmerking te laten komen voor het gewone minimumloon in plaats van een jeugdloon tot 21 jaar, onder meer omdat ze als werkende met dezelfde lasten maken als volwassenen, zoals huur en verzekeringen. Werknemers tussen de 18 en 21 jaar verdienen op de werkvloer, in hun vak, maar ook bij hun beloning een volwassen benadering, aldus Van Holstein. De eerdere verlaging van de leeftijd voor het jeugdminimumloon van 23 naar 21 jaar heeft positief uitgepakt.