2 juli 2010
Inhoud:
• MHP tegen beperking verjaringstermijn vakantiedagen
• MHP-miniconferentie ‘De toekomst van de vakbeweging’ succesvol
• Hoezo ontslagrecht star?
• Nieuwe CPB-ramingen
• Verruiming tijdelijke contracten jongeren
• Brief Stichting van de Arbeid over vertegenwoordiging in pensioenfondsbesturen
• Voorzitter van De Unie geridderd
MHP tegen beperking verjaringstermijn vakantiedagen
De MHP is er geen voorstander van om de verjaringstermijn van wettelijke vakantiedagen terug te brengen van vijf jaar naar anderhalf jaar, zoals het demissionaire kabinet Balkenende voorstelt.
De flexibiliteit in de opname van verlof wordt hiermee volgens de MHP ernstig mee beperkt, terwijl hieraan steeds meer behoefte bestaat, zeker als wij in Nederland met zijn allen langer moeten doorwerken. Samen met de andere vakcentrales FNV en CNV heeft de MHP over dit kabinetsvoorstel een persbericht uitgedaan.
Nu kunnen de twintig wettelijke vakantiedagen nog vijf jaar opgespaard worden. Als het kabinet zijn zin krijgt, wordt dat slechts anderhalf jaar. FNV, CNV en MHP hebben grote problemen met het voorstel. Ten eerste is de verjaringstermijn in 2002 juist verlengd van twee naar vijf jaar, zodat werknemers kunnen sparen voor bijvoorbeeld sabbaticals en studieverlof. In de tweede plaats moeten werkgevers het verzoek om vakantie goedkeuren. Als zij door drukte geen toestemming verlenen, dan bouwen werknemers na anderhalf jaar geen vakantiedagen meer op. De rekening wordt eenzijdig bij werknemers gelegd.
Aanleiding voor de maatregel van het kabinet is een uitspraak van het Europese Hof. Die verbiedt om onderscheid te maken tussen zieke en niet-zieke werknemers. Het kabinet had wel onderscheid gemaakt voor de opbouw van vakantiedagen van zieke werknemers. In plaats van deze fout te herstellen, wordt een andere verslechtering voorgesteld voor alle werknemers.
De vakcentrales vinden het een goede zaak als werknemers regelmatig een vrije dag opnemen, maar met deze wettelijke verplichting voor iedereen, schiet het kabinet door.
MHP-miniconferentie ‘De toekomst van de vakbeweging’ succesvol
Met veel genoegen kijkt de MHP terug op de miniconferentie ‘De toekomst van de vakbeweging’, die op 17 juni jl. heeft plaatsgevonden. Het was een inspirerende, interactieve bijeenkomst, die zeker haar vervolg zal krijgen.
Het startsein van de bijeenkomst werd gegeven door Carlijn Postma met een interactieve presentatie naar aanleiding van haar boek ‘Zakelijk Twitteren voor beginners’. Vervolgens benadrukte MHP-voorzitter mr. Richard Steenborg het belang van de bijeenkomst: de toekomstige groei van de MHP. Daarna waren er twee presentaties, verzorgd door respectievelijk Mario Lander, voorzitter van de MHP-werkgroep ‘Bridging the generations’ en Bart Willems, sectormanager jongeren Unie Services. Tot slot werd er onder leiding van Richard Steenborg uitbundig gediscussieerd, op basis van een vijftal uitdagende stellingen.
Tijdens de discussie werd duidelijk dat er echt creatieve actie moet worden ondernomen om groei van het ledental te realiseren. De werkgroep ‘Bridging the Generations’ en de conferentie zijn een goede start voor verdere acties. De groei van de MHP en haar onderliggende bonden verdient veel
en continue aandacht. De recentelijk gelanceerde LinkedIn-groep ‘MHP-Bridging the generations’ vormt daarbij een goede ondersteuning. Het aantal aanmeldingen voor deze groep stijgt dagelijks.
De leden van de BTG-werkgroep ‘Bridging the generations’ zijn trots op de actieve bijdragen van de aanwezigen tijdens de conferentie. Op naar een succesvolle toekomst voor de vakbeweging MHP !
Volgens de MHP is de veel gehoorde klacht onder werkgevers ‘dat de arbeidsmarkt niet flexibel is’, onterecht. Uit recente statistieken – die minister Donner naar de Tweede Kamer heeft gestuurd – kan worden afgeleid dat circa 88% van de werknemers, voor wie ontslag wordt aangevraagd, ook daadwerkelijk hun baan verliezen. Verder wordt ongeveer 75% van deze ontslagaanvragen binnen 6 weken afgehandeld. Als men dan ook nog bedenkt dat zelfstandigen zonder personeel en uitzendkrachten geen enkele ontslagbescherming genieten (volgens ramingen oplopend tot één miljoen werkenden), kan er niet met droge ogen worden beweerd dat in Nederland werknemers moeilijk te ontslaan zijn of de arbeidsmarkt aan de achterkant op slot zit.
De MHP is van mening, dat er een evenwicht moet bestaan tussen enerzijds bescherming van de werknemer en anderzijds de flexibiliteit op de arbeidsmarkt. Een kille sanering van de ontslagvergoedingen en van de hoogte en duur van de WW zou dit evenwicht ernstig kunnen verstoren. Als we willen dat in Nederland iedereen langer doorwerkt, moeten we er vooral voor zorgen dat bedrijven en instellingen investeren in hun werknemers om werkloosheid te voorkomen en werknemers in staat te stellen om de pensioenleeftijd te halen. Afspraken over ‘van werk naar werk trajecten’ zullen daarmee steeds belangrijker gaan worden.
De feiten van de ontslagstatistiek:
Als gevolg van de economische crisis is het aantal ontslagaanvragen in 2009 fors opgelopen met 73%. Van de circa 90.000 ontslagaanvragen zijn er 60.000 ingediend via het UWV-werkbedrijf en 30.000 via de kantonrechter. Van alle ontslagaanvragen via het UWV is 16% weer ingetrokken, 8% werd geweigerd en 76% werd toegekend. Dus van alle doorgezette ontslagaanvragen via het UWV wordt ongeveer 90% gehonoreerd.
Uit recent onderzoek blijkt dat dit percentage via de kantonrechter op 83% uitkomt. In totaal betekent dit dat ongeveer 88% van alle werknemers, voor wie ontslag wordt aangevraagd, ook daadwerkelijk ontslagen wordt. Een pijnlijke realiteit.
Onlangs heeft het Centraal Planbureau (CPB) nieuwe ramingen uitgebracht over de economische situatie en de overheidsfinanciën. Volgens de MHP blijkt weer eens te meer dat de CPB-modellen te somber zijn als het economisch wat minder is. Dat blijkt onder meer uit de vergelijking van de nieuwe ramingen met die van september vorig jaar (de basis voor de Miljoenennota 2010). Het blijkt bijvoorbeeld, dat de economische groei er wat positiever uit ziet, maar vooral dat de werkloosheid veel minder hard oploopt dan in september 2009 nog geraamd werd. Dit is overigens mede te danken aan de opstelling van vakbonden. De contractloonontwikkeling is snel terug gelopen en daaruit blijkt maar eens te meer dat sociale partners zich snel aanpassen aan de economische situatie, zeker als men bedenkt dat veel cao’s nog enige tijd doorlopen. Uit de cijfers blijkt duidelijk dat behoud van werkgelegenheid boven koopkrachtbehoud wordt geplaatst.
Ondanks het feit dat de loonkostenontwikkeling gematigd is, blijken bedrijven nog minder te investeren dan aanvankelijk gedacht werd, terwijl de winstquote al weer aan het aantrekken is.
Wat betreft de overheidsfinanciën valt vooral op dat – ondanks een beleidsarm scenario (dat wil zeggen dat er nog geen rekening gehouden kan worden met aanvullende maatregelen van een nieuw kabinet), het begrotingstekort in 2011 alweer van zelf terug loopt. Daarbij blijft de overheidsschuld wel ruim boven de 60%, de norm van de Europees Monetaire Unie.
Het CPB geeft overigens aan, dat alle ramingen hoogst onzeker zijn. Maar het zou volgens de MHP goed zijn, indien de politiek deze boodschap ook serieus neemt. In het algemeen worden CPB-cijfers door de politiek beschouwd als een ‘waarheid als een koe’. In het verleden heeft de MHP wel eens vaker de cijfers van het CPB met succes ter discussie gesteld, bijvoorbeeld als het gaat om de gepresenteerde koopkrachtuitkomsten van nieuw beleid.
Verruiming tijdelijke contracten jongeren
Na de Tweede Kamer heeft nu ook de Eerste Kamer ingestemd met het kabinetsvoorstel om het aantal tijdelijke contracten voor jongeren te verruimen. Tot voor kort ontstond na drie jaar van opeenvolgende tijdelijke contracten of bij het vierde contract een vast dienstverband. Dit wordt voor jongeren tot 27 jaar verruimd, dat wil zeggen dat pas na vier jaar van opeenvolgende tijdelijke contracten, of bij het vijfde contract, sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Voor werknemers vanaf 27 jaar blijft de oude regeling gehandhaafd.
Deze regeling geldt in beginsel tot 1 januari 2012, maar kan verlengd worden tot uiterlijk 1 januari 2014 als de economische situatie volgens de Ministerraad daartoe aanleiding geeft. De regeling gaat direct in. Dat wil zeggen dat alle jongeren, die momenteel nog geen 27 jaar zijn, te maken kunnen krijgen met een vierde tijdelijk contract of een verlengde periode tot maximaal 48 maanden. Zodra een werknemer 27 jaar wordt, en te maken heeft met een vierde contract of een overschrijding van 36 maanden, wordt het contract op dat moment omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Overigens blijft het, net als in de huidige situatie, mogelijk om bij CAO af te wijken.
De MHP heeft geen onoverkomelijke bezwaren tegen een tijdelijke verruiming van het aantal tijdelijke contracten, maar heeft er wel grote moeite mee dat de verruiming beperkt is tot een bepaalde categorie. Door de verruiming voor alleen jongeren door te voeren, wordt bijvoorbeeld de kans alleen maar groter dat werkgevers jonge werknemers prevaleren boven oudere werknemers, die nu al moeilijk een baan kunnen vinden. Voor jongeren wordt het bijvoorbeeld weer lastiger om een hypotheek af te sluiten, omdat de zekerheid over een vaste baan wordt uitgesteld.
Brief Stichting van de Arbeid (StvdA) over vertegenwoordiging in pensioenfondsbesturen
Op 30 juni jl. heeft de StvdA een brief aan de Tweede Kamer gestuurd met betrekking tot het zogenaamde wetsvoorstel Koser Kaya en Blok. In dit wetsvoorstel worden bestuurszetels in pensioenfondsen voor gepensioneerden min of meer verplicht gesteld.
De StvdA vindt het belangrijk, dat werknemers en gepensioneerden zich vertegenwoordigd voelen in hun pensioenfonds. Maar het zou onverstandig zijn als er op één groep gefocust wordt, omdat dan de belangen van andere groepen worden benadeeld. De StvdA vindt het belangrijk, dat niet alleen gekeken moet worden naar een evenredige vertegenwoordiging van belangen, maar vooral naar deskundigheid in de pensioenfondsbesturen.
De MHP vindt dat pensioenfondsbesturen in eerste instantie zelf over de vertegenwoordiging in het bestuur moeten gaan. Belangrijk is vooral dat de benodigde expertise aanwezig is. Daarbinnen kan gestreefd worden naar meer diversiteit.
Voorzitter van De Unie koninklijk onderscheiden
De kersverse voorzitter van De Unie, Rendert Algra, is bij zijn afscheid van de Tweede Kamer geridderd in de Orde van Oranje Nassau. Rendert Algra zat van 2002 tot 2006 in de Tweede Kamer en keerde in september 2009 hierin weer terug. Sinds 1 juni is hij benoemd als voorzitter van De Unie. Het Algemeen Bestuur van de MHP wil hem via deze weg van harte feliciteren met deze Koninklijke onderscheiding.
Overigens lanceerde Rendert Algra voor zijn oud-collega’s op 24 juni jl. een nieuw initiatief van De Unie, het zogenoemde ‘Banenvoorfractiemedewerkers.nl’. Via tientallen banensites helpt De Unie oud parlementsleden met het zoeken naar een nieuwe baan. Met deze ludieke actie benadrukt De Unie meer te zijn dan een vakbond die onderhandelt over CAO’s. De Unie richt zich steeds meer op loopbaanondersteuning voor leden.
Verder heeft op 17 juni jl. de Ledenraad van de MHP unaniem besloten Rendert Algra per 1 juli 2010 te benoemen tot lid van het Algemeen Bestuur.