16 juni 2011
Inhoud:
• Goede opkomst eerste MHP-voorlichtingsbijeenkomst pensioenakkoord
• Kabinetsplannen met ons pensioen
• MHP-ISO onderzoek naar studiefinanciering
• Bijstandsuitkering afhankelijk van huishoudinkomen
• Stand van zaken uitvoeringsinstructie UWV ontslagregels
• MHP voor tijdelijke oplossing ‘bijbetaalproblematiek bij waardeoverdracht’
• MHP-adviseur Jan Tamerus gepromoveerd op het pensioenvraagstuk
Goede opkomst eerste MHP-voorlichtingsbijeenkomst pensioenakkoord
Op zaterdag 18 juni jl. heeft de eerste MHP-informatiebijeenkomst plaatsgevonden, waar het pensioenakkoord werd toegelicht. Ondanks de late aankondiging was de zaal in Culemborg goed gevuld en waren er bijna honderd belangstellenden op afgekomen. Na een uitgebreide toelichting van MHP-bestuurder Eddy Haket, die voor de MHP eerste onderhandelaar was bij het akkoord, ontstond een levendige discussie onder de aanwezigen. Onder leiding van Bob van de Wal, onlangs door de Ledenraad per 1 juli a.s. benoemd als één van de twee duo-voorzitters van de MHP, ging de discussie vooral over de vragen bij wie de financiële risico’s daadwerkelijk komen te liggen en hoe het Pensioenakkoord kan uitpakken voor verschillende generaties.
Haket kijkt terug op een geslaagde bijeenkomst: “De discussie was levendig, maar dat was ook de bedoeling. Een ingewikkeld dossier met grote belangen als dit vraagt ook om een goede discussie met de achterban. Dat niet iedereen het altijd met elkaar eens is, geeft niet. Zolang we maar open staan voor elkaars meningen en respect hebben voor elkaar.”
De komende twee weken trekt de MHP het land in en organiseert vergelijkbare voorlichtingsbijeenkomsten in de regio’s. Hieronder een overzicht van deze bijeenkomsten:
maandag 27 juni, 20.00 uur
Van der Valk Hotel Akersloot
Geesterweg 1a
1921 NV Akersloot
dinsdag 28 juni, 20.00 uur
Postillion Hotel Dordrecht
Rijksstraatweg 30
3316 EH Dordrecht
woensdag 29 juni, 20.00 uur
’t Blaakven
Geuzendijk 35
6002 TA Weert
vrijdag 1 juli, 17.00 uur
Wings, Food & Drinks
Stationsplein-ZW 602
1117 CN Schiphol
maandag 4 juli, 20.00 uur
Restaurant Van der Valk Zwolle
Kranenburgweg 10
8024 AC Zwolle
Aanmelden
Indien u van plan bent naar één van deze bijeenkomsten te komen, dan verzoeken wij u dit te melden via info@vc-mhp.nl onder vermeldingvan uw naam en welke bijeenkomst u wilt bijwonen. Wij kunnen hiermee dan rekening houden in verband met de grootte van de zaal en de catering.
Kabinetsplannen met ons pensioen
Sinds het verschijnen van het Pensioenakkoord op 10 juni jl. wordt in de media volop aandacht besteed aan de voors en tegens van dit akkoord. Inmiddels ligt er ook al een wetsvoorstel in de Tweede Kamer, voor het geval het Pensioenakkoord op weinig draagvlak kan rekenen. Dit wetsvoorstel is een nadere uitwerking van de plannen uit het regeerakkoord. MHP-bestuurder en onderhandelaar over het pensioenakkoord Eddy Haket verbaast zich erover dat hieraan zo weinig aandacht wordt besteed. “Als dit wetsvoorstel doorgaat, zijn de gevolgen groot. Er wordt volop over het Pensioenakkoord geschreven, maar iedereen zwijgt over de voorstellen uit het regeerakkoord.”
De MHP heeft in ieder geval die plannen, die het kabinet al heeft ingediend bij de Tweede Kamer, resoluut afgewezen. In het wetsvoorstel zal de AOW-leeftijd in 2020 worden verhoogd naar 66 jaar, maar zonder dat daarbij de AOW-uitkering jaarlijks extra verhoogd wordt, waardoor eerder stoppen vooral voor mensen met een klein aanvullend pensioen moeilijk wordt. Er komt zelfs helemaal geen keuzemogelijkheid om de AOW eerder te laten ingaan, alleen om de AOW later te laten ingaan. De regeling Inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW) wordt per 1 juli a.s. afgeschaft. Dat betekent dat werklozen van zestig jaar en ouder, van wie de werkloosheidsuitkering is afgelopen, voortaan gekort worden op de uitkering als de partner een eigen inkomen heeft. Door extra financiële eisen zullen pensioenfondsen samen 40 miljard euro extra gaan aanhouden. Dit bedrag komt ongeveer overeen met het betalen van anderhalf jaar pensioenpremie, zonder dat hier iets tegenover staat, of een korting van ongeveer 5% op alle opgebouwde pensioenen. De fiscale faciliteit voor het pensioensparen wordt aanzienlijk ingeperkt. Gemiddeld zal dit betekenen, dat vanaf 2013 11% minder pensioen kan worden opgebouwd dan nu het geval is. Jongeren bouwen dus aanzienlijk minder pensioen op. De consequentie zal bovendien zijn dat de pensioenpremie bij de meeste pensioenregelingen zelfs zal moeten gaan dalen. Het kabinetsvoorstel verhoogt de pensioenleeftijd, maar er zijn geen plannen uitgewerkt hoe wij er voor kunnen zorgen dat oudere werknemers ook in staat worden gesteld om langer door te kunnen werken of makkelijker een baan te kunnen vinden.
“Het verbaast mij dat iedereen schrijft en praat over het Pensioenakkoord, maar dat niemand het heeft over de grote consequenties van dit wetsvoorstel”, aldus Haket.
MHP-ISO onderzoek naar studiefinanciering
Uit een onderzoek van de MHP en het ISO (Interstedelijk Studenten Overleg) naar de studiefinanciering in de afgelopen twintig jaar, blijkt dat de studiekosten in het hoger onderwijs steeds meer zijn afgeschoven op de studenten en hun ouders. De nieuwe kabinetsvoorstellen, waaronder een sociaal leenstelsel in de masterfase, maken dit nog erger.
In de afgelopen twintig jaar is de bijdrage van de overheid aan de studiekosten voor studenten met 38% gedaald, terwijl de studenten via leningen en werken 105% meer zijn gaan betalen. Ouders zijn in diezelfde periode 77% meer gaan bijdragen aan de studie van hun kinderen.
De gevolgen van de gestegen kosten zijn groot. Als ouders besluiten om alle kosten voor hun studerende kinderen voor hun rekening te nemen, betekent dit een forse aanslag op het besteedbaar inkomen. Bij anderhalf maal modaal gaat het om circa 25% van het netto-inkomen, zo’n € 659,- per maand, dat aan de studiekosten van hun kind wordt besteed. Een alternatief is dat de student een gedeelte van de kosten zelf draagt. In dat geval zal het netto inkomen van de ouders gedurende de studie van hun kind gemiddeld ruim 8,5% lager uitvallen. Voor de student heeft het lenen dan grote gevolgen voor de periode na de studie: vijftien jaar lang een besteedbaar inkomen dat 2,5% tot bijna 5% lager uitkomt.
MHP-beleidsmedewerker Hanneke de Geus is geschrokken van de feiten. “Als je dan bedenkt dat de bezuinigingen van het kabinet-Rutte hier nog overheen komen, wordt het helemaal ernstig.” Als doekje voor het bloeden verlengt het kabinet de aflossingsperiode naar twintig jaar. Dan nog echter zullen studenten op een lagere koopkracht uitkomen van 2,5% tot 4%, alleen dan wel twintig jaar lang. “Deze ontwikkelingen remmen de kenniseconomie, omdat steeds meer jongeren in de toekomst zullen afhaken om hoger onderwijs te volgen of om nog een masteropleiding te doen”, aldus De Geus.
Zorgwekkend is ook de toename van het aantal studenten, dat leent of een schuld maakt. Tussen 2003 en 2009 is het aantal studenten, dat leende naast de prestatiebeurs, toegenomen van ruim 60.000 naar ruim 100.000. Het aantal oud-studenten met langlopende schulden is in diezelfde periode toegenomen van 50.000 naar bijna 90.000. Het gemiddelde schuldbedrag is daarbij fors gestegen: van nog geen €8.000,- naar ruim €12.500,-. De MHP en het ISO vinden dat studenten onvoldoende worden voorgelicht over de consequenties van studieleningen. ”Jongeren van 18 jaar die net aan hun studie beginnen, kunnen zonder problemen een lening aangaan. Het is de vraag of zij goed weten waaraan zij beginnen’’, aldus ISO-voorzitter Guy Hendricks. De Geus en Hendricks vinden “het ongelooflijk dat we in Nederland willen voorkomen dat jongeren zich in de schulden steken, maar dat dit voor studenten blijkbaar niet geldt. Studenten worden in Nederland zelfs gedwongen om zich fors in de schulden te steken !”
Onder het mom van ‘administratieve vereenvoudiging’ wil het kabinet voorts een aantal maatregelen nemen, die weliswaar betrekking hebben op een kleinere groep studenten, maar die wel grote individuele consequenties hebben. Onder andere gaat het om het afschaffen van de partnertoeslag (€557,- per maand), de afschaffing van de toets t.b.v. de aanvullende studiebeurs of er nog minderjarige kinderen zijn in een gezin (per minderjarig kind €60,- in de maand) en het afschaffen van de aanvullende studiebeurs bij weigerachtige of onvindbare ouders (gemiddeld €232,- per maand). De MHP en het ISO vinden het een valse voorstelling van zaken, dat het hierbij zou gaan om ‘administratieve vereenvoudigingen zonder een grote achteruitgang van deze groepen’.
Bijstandsuitkering afhankelijk van huishoudinkomen
Al in het regeerakkoord was aangekondigd, dat het kabinet met wijzigingen zou komen in de bijstand. Het kabinet heeft op 17 juni jl. het ‘Wetsvoorstel tot wijziging van de Wet werk en bijstand (WWB) en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren (WIJ)’ gepresenteerd.
Met het wetsvoorstel wordt een forse bezuiniging beoogd, maar de argumentatie, die gebruikt wordt, is een vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van de burger en een hogere arbeidsparticipatie. De beoogde datum van inwerkingtreding is 1 januari 2012. De volgende wijzigingen worden onder meer in dit wetsvoorstel aangekondigd.
De partnerinkomenstoets wordt vervangen door een toets op het huishoudinkomen. Hierdoor zal niet alleen rekening worden gehouden met de inkomsten van de aanvrager en diens partner bij de bepaling van de hoogte van de bijstandsuitkering, maar ook met de inkomsten van alle overige bloed- en aanverwanten in de eerste graad, die in dezelfde woning het hoofdverblijf hebben. Ouders en inwonende kinderen moeten straks samen één uitkering aanvragen. Verder kunnen gemeentenpersonen met een uitkering (WWB-, IOAW (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers) of IOAZ (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen)) in het vervolg verplichten om onbeloonde, maatschappelijk nuttige werkzaamheden (vrijwilligerswerk) te verrichten. Bijstandsgerechtigden mogen nog maximaal vier weken per kalenderjaar in het buitenland verblijven in plaats van de huidige dertien weken. Het kabinet wil verder de ontheffingsmogelijkheid van de sollicitatieplicht voor alleenstaande ouders met kinderen onder de vijf jaar afschaffen. Hier staat tegenover dat alleenstaande ouders meer mogen bijverdienen. Tot slot wordt de mogelijkheid om een eigen inkomensbeleid te voeren voor gemeenten beperkt.
De MHP is er geen voorstander van de partnerinkomenstoets te vervangen door een huishoudinkomenstoets, te meer omdat dit een precedent kan betekenen voor andere uitkeringen. Wel is de MHP positief over het feit dat het gemeentelijk inkomensbeleid wordt beperkt, omdat door allerlei regelingen en lokaal beleid de inkomenspolitiek in Nederland steeds ondoorzichtiger is geworden. Volgens de MHP dient inkomenspolitiek transparant te zijn en zoveel mogelijk op één plek gevoerd te worden, namelijk via het fiscale stelsel.
Voor meer informatie en de volledige tekst van het wetsvoorstel verwijzen wij u naar de website: www.rijksoverheid.nl/ministeries/szw.
Stand van zaken uitvoeringsinstructie UWV ontslagregels
In het vorige bulletin meldden wij u dat de MHP op 6 juni jl. samen met FNV en CNV een brief naar minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft gestuurd, in reactie op de voorgenomen aanpassing van de uitvoeringsinstructie UWV over de ontslagregels. De aangepaste uitvoeringsinstructie maakt het mogelijk om een ontslagvergunning te verlenen 1) bij uitbesteding van werkzaamheden aan zelfstandigen zonder personeel en 2) bij ontslag van vaste werknemers, met behoud of uitbreiding van het aantal flexibele werknemers. De betrokken werknemer wordt voor een onmogelijke keus gesteld: of accepteren van flexwerk met slechtere arbeidsvoorwaarden of weigeren met het gevolg dat er een ontslagvergunning zal worden aangevraagd. Bovendien betekent het weigeren van flexwerk, dat de werknemer zijn recht op een uitkering verliest, omdat hij verwijtbaar werkloos is.
Op 20 juni jl. heeft de minister middels een brief naar de Tweede Kamer gereageerd op de brief van de drie vakcentrales. De minister ziet in laatstgenoemde brief geen reden om de voorgestelde aanpassing van de uitvoeringsinstructie in te trekken. Hij blijft zich op het standpunt stellen dat er geen sprake is van een wijziging van ontslagbeleid, noch van strijdigheid met het Ontslagbesluit. De minister ziet bovendien geen rol voor de Tweede Kamer: “Het is niet aan de Kamer om te oordelen over de noodzaak van een verduidelijking van de beleidsregels UWV.”
De drie vakcentrales hebben in reactie op deze uitspraken op 21 juni jl. wederom een gezamenlijke brandbrief gestuurd. MHP, FNV en CNV zijn niet overtuigd door de (tegen)argumenten van de minister en blijven bij hun standpunt dat er sprake is van een uitholling van het ontslagrecht. Zij roepen de leden van de Tweede Kamer dan ook op om hun verzet tegen de aanpassing van de uitvoeringsinstructie UWV niet te staken.
De brief van de minister d.d. 20 juni jl. en de reactie van de drie vakcentrales d.d. 21 juni jl. zijn te downloaden op onze website: www.vakcentralemhp.nl.
Stand van zaken uitvoeringsinstructie UWV ontslagregels
Wanneer een werknemer van werkgever wisselt, kan hij of zij ervoor kiezen het opgebouwde pensioen onder te brengen bij de nieuwe werkgever. Echter kunnen de verschillen in de pensioenregeling bij de oude en de nieuwe werkgever (vooral door de te hanteren rekenregels, die verschillen bij een pensioenfonds en een verzekeraar) ertoe leiden, dat een werkgever (zowel oude als nieuwe werkgever) fors moet bijbetalen voor de overdracht. In sommige gevallen zijn deze bijbetalingen voor een werkgever zo hoog, dat de het voortbestaan van een bedrijf in gevaar komt. De problemen doen zich vooral voor bij kleinere bedrijven. De mogelijke bijbetaling kan ook een rol spelen om een werknemer wel of niet aan te nemen.
Op 16 juni jl. heeft minister Kamp naar aanleiding van een motie, die is ingediend door het Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt (CDA) en waarin wordt gevraagd naar oplossingen voor deze bijbetaalproblematiek, een brief aan de Tweede Kamer gestuurd. In deze brief schetst hij twee mogelijke, tijdelijke oplossingen, die snel (per 1 januari 2012) middels een wetswijziging ingevoerd kunnen worden. Eén van de oplossingen die geschetst wordt, is om een maximum te stellen aan de bijbetaling. De MHP ziet de tijdelijke oplossing, om een bepaald percentage van de loonsom van een bedrijf te hanteren als grens of de waardeoverdracht wel òf niet moet plaatsvinden, als mogelijke tijdelijke oplossing om de schrijnende gevallen te voorkomen. Op deze manier zullen die ondernemingen waarbij de overdracht wel financieel haalbaar is (vooral grotere ondernemingen), gewoon moeten meewerken aan waardeoverdracht. “Op deze manier worden alleen de schrijnende gevallen geholpen, maar blijft de waardeoverdracht waar het wel mogelijk is, gewoon intact”, aldus MHP-beleidsmedewerkster Klaartje de Boer.
Over de definitieve invulling van deze maatregel zal nog verder worden gesproken in de Stichting van de Arbeid, waarvan de MHP onderdeel uitmaakt.
Stand van zaken uitvoeringsinstructie UWV ontslagregels
Op 22 juni jl. is Jan Tamerus gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) na de verdediging van zijn proefschrift ’Defined Ambition’. Zijn promotoren waren Guus Boender (hoogleraar Asset Liability Management aan de UvA) en Casper van Ewijk (onderdirecteur van het Centraal Planbureau en hoogleraar aan de UvA).
In zijn proefschrift omschrijft Tamerus de noodzakelijke stap in de evolutie van het pensioencontract naar een duurzaam evenwicht tussen willen en kunnen. Het pensioencontract is niet langer houdbaar vanwege vooral de demografische ontwikkelingen (langer leven, de vergrijzing en de ontgroening). Ook geeft hij aan waarom het noodzakelijk is om de harde garanties van het huidige contract los te laten. Vasthouden aan de zekerheid van de opgebouwde rechten blaast het huidige pensioensysteem op, aldus Tamerus.
Tamerus is sinds 1992 (naast actuaris bij de PGGM) extern adviseur van de vakcentrale MHP en namens de MHP lid van de Werkgroep Pensioenen van de Stichting van de Arbeid. Het Algemeen Bestuur en het bureau van de MHP hebben grote waardering voor zijn inzet en voor de wijze waarop hij een wetenschappelijke bijdrage heeft geleverd aan deze zeer actuele maatschappelijke pensioendiscussie.