Menu

Inhoud:
Korting op pensioenen
Brief StvdA over pensioenregels
‘Bosbelasting’ moet van tafel
Uitwerking pensioenakkoord
Binnenkort vrijval spaarloon
Week van de alfabetisering

Korting op pensioenen

Brief minister Donner
In een brief aan de Tweede Kamer van 17 augustus jl. schrijft minister Donner van SZW vast te houden aan de verlengde hersteltermijn van vijf in plaats van drie jaar voor pensioenfondsen, maar dat enkele noodlijdende fondsen wel moeten overwegen per 1 januari 2011 te korten op de pensioenen. “Het is goed dat minister Donner de herstelperiode voor pensioenfondsen die een dekkingstekort hebben, handhaaft op vijf jaar”, aldus MHP-voorzitter mr. Richard Steenborg. “Het aantal echt noodlijdende pensioenfondsen is gelukkig beperkt en deze fondsen beheren het pensioen van relatief weinig deelnemers. Wij moeten dus niet onnodig paniek zaaien”, aldus Steenborg.

In het voorjaar van 2009 heeft het kabinet met sociale partners, onder wie de MHP, afgesproken de hersteltermijn voor pensioenfondsen die onder de vereiste dekkingsgraad zitten, te verlengen van drie naar vijf jaar. Verder is toen afgesproken dat er tot 1 april 2012 in beginsel niet gekort hoeft te worden op de pensioenen, indien een pensioenfonds in een noodlijdende situatie verkeert. Wel zouden deze afspraken medio 2010 worden geëvalueerd en opnieuw worden bezien. Na overleg met de belangrijkste partijen in het pensioenveld, waaronder de Stichting van de Arbeid (StvdA) komt Donner nu tot de conclusie dat de situatie bij een aantal fondsen dusdanig is, dat overwogen moet worden om reeds per 1 januari a.s. af te stempelen, dat wil zeggen te korten op de pensioenen.

Download de brief.

Visie MHP
De MHP betreurt het dat minister Donner en De Nederlandsche Bank (DNB) niet eerst in overleg zijn gegaan met de pensioenfondsen die dreigen te moeten afstempelen, om hen in staat te stellen zelf eerst met betrokken deelnemers te communiceren. Door naar buiten te brengen dat er bij veertien fondsen gekort moet worden op de pensioenen, zonder daarbij rugnummers te kunnen benoemen (in verband met geheimhoudingsplicht), is er onnodig paniek gezaaid.

De MHP erkent dat een aantal fondsen al langere tijd ver onder de vereiste dekkingsgraad blijft en niet kan voldoen aan het in de afgesproken plannen aangegeven herstelpad. Gelukkig is het aantal beperkt en betreft het relatief weinig deelnemers, omdat het vooral kleinere pensioenfondsen zijn. Dat neemt niet weg dat elke korting er één teveel is. De situatie bij de noodlijdende fondsen is echter zeer divers en daarom moeten zij niet generiek worden gedwongen door de toezichthouder, DNB, om af te stempelen. Er moet ruimte blijven voor maatwerkoplossingen.
‘Afstempelen’ heeft nadelige gevolgen voor het pensioen van de deelnemers, ongeacht of ze nu nog werken of al met pensioen zijn. Bij hen zijn in het verleden bepaalde verwachtingen gewekt. Daarmee kun je niet alleen maar als een boekhouder omgaan, ook niet als toezichthouder. Bij het zoeken naar oplossingen moet afstempelen daarom altijd het laatste redmiddel blijven. Wel moet er bij het zoeken naar deze oplossingen voor worden gezorgd dat ook jongere deelnemers uitzicht blijven houden op een goed pensioen”, aldus Steenborg.

Overigens betwijfelt de MHP of bij alle veertien fondsen die DNB op het oog heeft, de noodzaak van afstempelen direct nodig is. Voor sommige fondsen – waaronder het grootste fonds onder de veertien – wordt een korting van 1% genoemd. De MHP kan zich niet voorstellen dat herstel van een dergelijk kortingspercentage niet ook op een andere wijze gerealiseerd kan worden, te meer omdat het meetmoment van invloed is op het dekkingssaldo en de rentestand en aandelenkoersen fluctueren.

Om welke fondsen gaat het ?
Alleen DNB en de betreffende pensioenfondsbesturen weten exact om welke veertien pensioenfondsen, die moeten afstempelen, het zou gaan. Omdat een belangrijk deel van deze pensioenfondsen zogenaamde ondernemingspensioenfondsen betreffen, waarbij de bij de MHP aangesloten bonden lang niet altijd bestuurlijk zijn betrokken, heeft de MHP ook geen compleet beeld. Via de media zijn wel de volgende veertien pensioenfondsen genoemd:

  • Ondernemingspensioenfonds van de rubberfabriek Helvoet: dekkingsgraad (juni 2010): 96,5%.      Deelnemers (premiebetalende deelnemers, slapers en gepensioneerden): 940.
  • Pensioenfonds Openbare Apothekers (SPOA): dekkingsgraad (juli 2010): 86,6%. Deelnemers:     4.573.
  • Bedrijfspensioenfonds voor Medewerkers in het Notariaat (BPF): dekkingsgraad (juli 2010): 92%   Deelnemers: 22.436.
  • Stichting Notarieel Pensioenfonds (SNPF): dekkingsgraad (juli 2010): 91,3%. Deelnemers: 6.338.
  • Pensioenfonds voor de Verf- en Drukinktindustrie: dekkingsgraad (juli 2010): 86,6%. Deelnemers: 11.343.
  • Pensioenfonds van de Metaalelektro PME: dekkingsgraad (juni 2010): 95%. Deelnemers: 636.371.
  • Pensioenfonds GITP (PFG): dekkingsgraad (juli 2010): 92,6%. Deelnemers: 802.
  • Nutreco Pensioenfonds: dekkingsgraad (juni 2009): 87%. Deelnemers: 3.628
  • TOTAL Pensioenfonds Nederland: dekkingsgraad (augustus 2010): 97%. Deelnemers: 1.259.
  • Pensioenfonds Ballast Nedam: dekkingsgraad (juni 2010): 89%. Deelnemers: 7.046
  • Pensioenfonds SMIT: dekkingsgraad (juli 2010): 86,6%. Deelnemers: 2.100.
  • Pensioenfonds Imtech: dekkingsgraad (juni 2010): 96,4%. Deelnemers: 3.775.
  • Pensioenfonds van zoutproducent Nedmag: dekkingsgraad (eind juli): 85%. Deelnemers: 240.
  • Brief StvdA over pensioenregels

    Mede met het oog op het pensioenakkoord, roept de StvdA de overheid op om op korte termijn om de tafel te gaan zitten ten einde de spelregels rondom de pensioenen aan te passen aan het pensioenakkoord. Dit schrijft de StvdA in een brief aan minister Donner en de Tweede Kamer, die te downloaden is via www.stvda.nl.
    Volgens de StvdA is hiertoe ook alle aanleiding, gelet op de situatie dat de toezichthouder DNB op een aantal fondsen min of meer druk uitoefent om af te stempelen. Het gaat daarbij om de regels voor pensioenfondsen over de wijze waarop zij toekomstige beleggingsopbrengsten mogen waarderen. Dit is immers van grote invloed op het uiteindelijke dekkingssaldo. Specifiek doelt de StvdA op de rentecomponent, die momenteel erg laag is. Donner heeft in het Algemeen Overleg dat met Tweede Kamer op 24 augustus jl. is gevoerd, aangegeven hiertoe bereid te zijn. Hij doelt daarbij vooral op de discussie over een nieuw pensioencontract en een bijpassend Financieel Toetsingskader (FTK), dat wil zeggen de wet- en regelgeving, waarin voorschriften zijn opgenomen voor pensioenfondsen over het te voeren financiële beleid.

    ‘Bosbelasting’ moet van tafel

    Nu de aanvullende pensioenen steeds meer onder druk staan, heeft de MHP nog eens een pleidooi gehouden bij de politieke partijen die betrokken zijn bij de huidige coalitiebesprekingen, om af te zien van de ‘Bosbelasting’. “De middengroepen en hogere inkomens hebben last van de neerwaartse druk op de aanvullende pensioenuitkeringen (lagere indexatie, mogelijke kortingen) en door de ‘Bosbelasting’ wordt hun netto AOW-uitkering ook nog eens langzaam uitgehold. Ze zijn dus eigenlijk dubbel de dupe”, aldus MHP-bestuurder Eddy Haket.

    De overheid heeft al ruim twee jaar geleden besloten om de zogenaamde ‘houdbaarheidsbijdrage’ (in de volksmond ‘Bosbelasting’ genoemd) in te voeren met ingang van 2011. Gepensioneerden, geboren na 1945, gaan vanaf een inkomen van ongeveer modaal stapsgewijs steeds meer meebetalen aan hun eigen AOW, doordat de AOW-premie in de tweede belastingsschijf langzaam wordt doorgevoerd. Nu betalen gepensioneerden geen AOW-premie over de eerste twee belastingschijven; straks gaan zij dat wel doen over de tweede schijf. In 2011 zullen de financiële gevolgen nog beperkt zijn (een paar euro per maand), maar in 2030 zal het al gaan om een bedrag van een paar honderd euro op jaarbasis.
    “De MHP is altijd tegenstander van fiscalisering van de AOW-premie geweest en in feite gebeurt dit wel sluipenderwijs met de houdbaarheidsbijdrage. Door fiscalisering worden gepensioneerde middengroepen en de wat hogere inkomensgroepen in feite gekort op hun AOW-uitkering en is de AOW niet langer een onvoorwaardelijk basispensioen, maar een inkomensafhankelijk basispensioen”, aldus Haket.

     

    Uitwerking pensioenakkoord

    In de StvdA en binnen de MHP lopen de werkzaamheden in de vakantieperiode gewoon door. Vooral de uitwerking van het voor de zomer afgesloten pensioenakkoord vergt veel tijd. Zowel op het terrein van de aanvullende pensioenen als op dat van de arbeidsmarkt moet nog veel werk worden verzet. Bedoeling is om nog vóór het najaar veel discussies hierover af te ronden. Zo worden op dit moment in overleg met de pensioenkoepels methoden bedacht, waarop het inbouwen van de levensverwachting in de pensioenregeling zelf, het beste vorm kan worden gegeven. In het pensioenakkoord was ook afgesproken dat er een vertrouwenwekkend pakket moet komen om mensen daadwerkelijk in staat te stellen langer door te werken (versterken van de arbeidsmarktpositie van de oudere werknemers). Het laatste betreft een breed pakket, want het gaat niet alleen om een cultuuromslag bij werkgevers (en sommige werknemers), maar het heeft ook alles te maken met bijvoorbeeld leeftijdsbewust personeelsbeleid, vitaliteit, fiscale faciliteiten voor bijvoorbeeld scholingsmogelijkheden en preventief beleid in de arbeidsomstandigheden.

    Overigens is gebleken dat op decentraal niveau veel werkgevers(-vertegenwoordigers) nu al wijzigingen in de pensioenregelingen willen doorvoeren. Volgens de MHP is dit nog niet aan de orde, omdat in het pensioenakkoord is afgesproken dat eerst onderdelen in het najaar moeten worden uitgewerkt. Verder is ook in het pensioenakkoord opgenomen dat sociale partners ervan uitgaan dat de overheid (lees: een nieuw kabinet) haar medewerking verleent aan het pensioenakkoord via wet- en regelgeving (en uiteraard ook in haar rol als werkgever). Noch de uitwerking van het pensioenakkoord is al gereed, noch is duidelijk hoe een nieuw kabinet zal omgaan met het pensioenakkoord. Als er al aanpassingen gepleegd moeten worden (bijvoorbeeld vanwege lage dekkingsgraden), kunnen die hoogstens betrekking hebben op het komend kalenderjaar. De omstandigheden moeten echter niet worden gebruikt (of zelfs misbruikt) om nu al structurele aanpassingen in de pensioenregelingen zelf door te voeren, al of niet verwijzend naar het pensioenakkoord van de StvdA.

     

    Binnenkort vrijval spaarloon

    Met ingang van 15 september a.s. (tot uiterlijk 1 januari 2011) krijgen werknemers die meedoen aan de spaarloonregeling, de mogelijkheid om het spaarloon dat is opgebouwd in de jaren 2006 tot en met 2009, te deblokkeren. Normaliter vallen deze via de loonstrook gespaarde gelden pas vrij na vier jaar, tenzij iemand deze wil aanwenden voor specifieke doeleinden (zoals de aankoop van een woning of het starten van een eigen bedrijf). Minister De Jager van Financiën heeft besloten dat het opgebouwde spaarloon over de jaren 2006 tot en met 2009 nu al mag vrijvallen om de economie een extra bestedingsimpuls te geven. Voor werknemers die in die jaren het maximale bedrag hebben ingelegd voor de spaarloonregeling, komt het erop neer dat zij vanaf 15 september bijna 2.000 euro kunnen deblokkeren.

    Voor werknemers die het geld echter direct niet nodig hebben of niet een extra bestedingsruimte willen, is het overigens niet altijd gunstig om het gespaarde bedrag te deblokkeren. In het algemeen wordt op de geblokkeerde spaarrekening namelijk een hoger rentepercentage vergoed en is het geblokkeerde spaartegoed vrijgesteld van de inkomstenbelasting over spaartegoeden (box 3 van de Inkomstenbelasting).

    De MHP vindt het een goede zaak dat minister De Jager tot dit besluit is gekomen. Zeker nadat is gebleken dat financiële instellingen niet (extra) in de problemen komen door dit besluit, is het in een tijd dat de koopkracht onder druk staat en sommige mensen in financiële problemen terechtkomen, een welkome bijkomstigheid. De MHP heeft er wel op aangedrongen dat werknemers een keuzemogelijkheid moeten krijgen: wèl of niet deblokkeren. Het moet niet zo zijn dat voor elke werknemer automatisch de inleg over de jaren 2006 tot en met 2009 wordt gedeblokkeerd. Het pleidooi van de MHP is met het besluit van De Jager gehonoreerd. Als het goed is, berichten de financiële instellingen in de komende weken de individuele deelnemers aan de spaarloonregeling over de wijze, waarop zij de keuze voor het al of niet deblokkeren kunnen maken.

     

    Week van de alfabetisering

    In week 36 (6 september tot en met 12 september) zal de week van de alfabetisering weer plaatsvinden. Doel is om nog een keer onder de aandacht te brengen dat circa 1,5 miljoen volwassen Nederlanders moeite hebben met lezen en schrijven en dat jaarlijks circa 40.000 kinderen de basisschool verlaten met een forse leesachterstand. De Stichting Lezen & Schrijven (onder voorzitterschap van prinses Laurentien) roept betrokken organisaties (waaronder arbeidsorganisaties) op om in die week activiteiten te organiseren om dit onderwerp bespreekbaar te maken.

    De StvdA ondersteunt dit initiatief en heeft twee jaar geleden al aanbevolen om hieraan ook aandacht te besteden op de werkvloer. Over het algemeen is dit vooral voor betrokkenen een moeilijk onderwerp om over te spreken. Maar het zal steeds moeilijker worden om deel te kunnen blijven nemen aan het arbeidsproces. Dat is ook niet in het belang van Nederland. Zeker als wij pretenderen dat Nederland vooral een kenniseconomie is.

    Meer informatie over de week van de alfabetisering is te vinden via www.weekvandealfabetisering.nl.

Laatste nieuws

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

24 juli 2024

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

23 juli 2024

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

Logo VCP YP

11 juli 2024

VCP YP: Uitnodiging bijeenkomst Prinsjesdag

Meer nieuws