Menu

Inhoud:
Kabinet maakt chaos van AOW en Pensioenen
Toelichting AOW-besluit kabinet d.d. 16 oktober 2009
Hoe nu verder ?

“Kabinet maakt chaos van AOW en Pensioenen”

Dat zegt voorzitter mr. Richard Steenborg over het kabinetsbesluit om de leeftijd voor zowel de AOW als voor de aanvullende pensioenen naar 67 jaar te verhogen. Op de aanvullende pensioenen wordt roofbouw gepleegd, waardoor de toekomstige generatie vele procenten gaat inleveren. “De AOW-regels worden zo ingewikkeld gemaakt, dat de mensen niet meer weten waar ze aan toe zijn. Dat geldt ook ten aanzien van de vraag of iemand nu wel of niet een zwaar beroep heeft. Alles bij elkaar opgeteld is dit een botte bezuiniging, in plaats van een noodzakelijke modernisering. Ook is er geen oplossing voor de oudere werknemers, die al jarenlang vrijwel kansloos zijn op de arbeidsmarkt. Gebrek aan creativiteit, perspectief en visie”, zegt de MHP-voorzitter.

Tegelijkertijd wordt een extra bezuiniging doorgevoerd op de aanvullende pensioenen. Met dit kabinetsbesluit zien toekomstige generaties hun pensioenaanspraken met ruim 10% verslechteren. De MHP pleit al jaren voor maatwerk: dat mensen zelf kunnen kiezen op welke wijze en wanneer ze met pensioen gaan, dat de individuele keuze afhankelijk kan zijn van de werksituatie en de persoonlijke omstandigheden. Juist nu deed zich de kans voor om de AOW te moderniseren. In plaats daarvan kiest het kabinet voor een niet uit te leggen systeem, waardoor mensen met grote onzekerheden worden achtergelaten.
De wijzigingen in de AOW en de aanvullende pensioenen betekenen, dat werknemers vrijwel elke mogelijkheid voor flexibele pensionering wordt ontnomen.

Toelichting AOW-besluit kabinet d.d. 16 oktober 2009

Op 16 oktober heeft het kabinet besloten om de leeftijd voor de AOW en de aanvullende pensioenen te verhogen van 65 naar 67 jaar. Over de voorgeschiedenis met betrekking tot het mislukte SER-advies wordt kortheidshalve verwezen naar onze website www.vakcentralemhp.nl. Hieronder wordt een nadere uitleg gegeven over het kabinetsbesluit, voor zover dat momenteel bekend is. Het definitieve besluit zullen we pas kennen als een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer wordt gezonden met een advies van de Raad van State.

Besluit AOW-leeftijd

De AOW-leeftijd wordt in twee etappes verhoogd:
– van 65 jaar naar 66 jaar in 2020 (iedereen geboren voor 1955 wordt dus vrijgesteld), en
– van 66 jaar naar 67 jaar in 2025 (iedereen geboren tussen 1955 en 1960 wordt deels vrijgesteld).

Op deze regel worden een paar uitzonderingen gemaakt:

de zware beroepen
Het kabinet heeft nog geen besluit genomen wat onder ‘zware beroepen’ moet vallen. Dit zal in de komende tien jaar in samenspraak met sociale partners worden vastgesteld. Werknemers moeten dan wel minimaal 30 jaar dit beroep hebben uitgeoefend, en de werkgever moet dan na 30 jaar geen lichtere functie hebben aangeboden. In dat geval wordt de werkgever verplicht het inkomen tussen 65 en 67 jaar aan te vullen tot het niveau van de AOW-uitkering.

arbeidsverleden
Het arbeidsverleden wordt vanaf 2020 bepalend of werknemers toch op hun 65ste met pensioen kunnen blijven gaan. Mensen die dat jaar 65 worden en de vijftien jaar tussen hun 50ste en hun 65ste aaneensluitend hebben gewerkt, hebben dan nog steeds recht op AOW en een aanvullend pensioen.
In 2021 moeten werknemers van 65 jaar vervolgens zestien jaar vanaf hun 50ste aaneengesloten hebben gewerkt, in 2022 zeventien jaar, en zo oplopend tot maximaal 42 jaar in 2047 om nog steeds bij 65 jaar te kunnen stoppen met werken. Wel worden mensen, die eerder uittreden dan de officiële AOW-leeftijd, op hun AOW-uitkering en hun aanvullend pensioen gekort voor de rest van hun leven.
Voor inkomens boven 1,5 x modaal (samenwonend) of boven 1,5 x minimumloon (alleenstaande) bedraagt die AOW-korting 8% per jaar. De lagere inkomens krijgen nog een tegemoetkoming, waardoor de korting per saldo neerkomt op 6,5% per jaar.

werklozen en arbeidsongeschikten
Werknemers die voor hun 65ste werkloos of arbeidsongeschikt zijn, krijgen tussen 65 en 67 jaar een aanvulling tot op AOW-niveau. Hoogstwaarschijnlijk wordt hiervoor de IOW gebruikt (geen partnerinkomenstoets of vermogenstoets).

In onderstaand schema wordt het punt van het arbeidsverleden nader toegelicht.

geboortejaar

65 jaar (*)

66 jaar (*)

67 jaar

(*) mits arbeidsverleden voorafgaand aan 65 jaar:

t/m 1954

100%

 

 

n.v.t.

1955

92% of 93,5%

100%

 

15 jaar

1956

92% of 93,5%

100%

 

16 jaar

1957

92% of 93,5%

100%

 

17 jaar

1958

92% of 93,5%

100%

 

18 jaar

1959

92% of 93,5%

100%

 

19 jaar

1960

84% of 87%

92% of 93,5%

100%

20 jaar

1961

84% of 87%

92% of 93,5%

100%

21 jaar

1962

84% of 87%

92% of 93,5%

100%

22 jaar

1963

84% of 87%

92% of 93,5%

100%

23 jaar

1964

84% of 87%

92% of 93,5%

100%

24 jaar

1965

84% of 87%

92% of 93,5%

100%

25 jaar

……

84% of 87%

92% of 93,5%

100%

………

1980

84% of 87%

92% of 93,5%

100%

40 jaar

1981

84% of 87%

92% of 93,5%

100%

41 jaar

vanaf 1982

84% of 87%

92% of 93,5%

100%

42 jaar

Besluit aanvullende pensioenen (Witteveenkader)

Over de aanvullende pensioenen heeft het kabinet 16 oktober jl. niet zoveel bekend gemaakt. De onderstaande informatie is vooral afkomstig uit gesprekken met het ministerie van SZW.
Het kabinet beperkt het Witteveenkader met ingang van 2020 (met het doel van een houdbaarheidsbijdrage van 0,2% bbp voor de overheid). Gedacht wordt aan de volgende twee aanpassingen:
– verhoging van de pensioenrichtleeftijd van 65 naar 67 jaar, en
– beperking van het opbouwpercentage met 0,1% (dan komt het maximale opbouwpercentage voor middelloonregelingen neer op 2,15% en voor eindloonregelingen op 1,9%).
Indien sociale partners erop aandringen de aanpassingen van het Witteveenkader te vervroegen, zal het kabinet dit faciliteren, met de conditie dat de pensioenpremies niet worden verlaagd. De extra ruimte die dan ontstaat, kan worden aangewend voor herstel van de dekkingssaldi, de indexatie van pensioenen en de affinanciëring van vpl-afspraken.

Hoe nu verder ?

Het Algemeen Bestuur van de MHP zal zich in de komende weken nader beraden over de nu ontstane situatie en hoe verder omgegaan moet worden met het besluit van het kabinet. Duidelijk is dat het kabinetsbesluit nog geen wet is. Behandeling in de Tweede en Eerste Kamer moet immers nog plaatsvinden. De MHP zal nog diverse gesprekken hebben met Tweede Kamerleden en er daarin op wijzen dat instemming met de voorstellen van het kabinet een gemiste kans betekent voor een moderniseringslag van ons AOW-stelsel. Het voorstel dat de drie vakcentrales al eerder hebben gepresenteerd, houdt een flexibilisering van de AOW tussen 65 en 70 jaar in. Dit wil zeggen dat mensen zelf zouden moeten kunnen kiezen, wanneer ze met pensioen gaan. Die keuze is afhankelijk van iemands persoonlijke situatie en werkomstandigheden. Langer doorwerken wordt in dat voorstel juist beloond. In het kabinetsvoorstel worden daarentegen mensen bestraft, indien ze eerder stoppen met werken.

 

Laatste nieuws

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

24 juli 2024

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

23 juli 2024

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

Logo VCP YP

11 juli 2024

VCP YP: Uitnodiging bijeenkomst Prinsjesdag

Meer nieuws