5 december 2008
Inhoud:
• MHP-plan inzake pensioenindexatie gepensioneerden
• MHP in de media
• Negatief advies Raad voor de rechtspraak over aftopping ontslagvergoeding
• Bied tegenwicht aan overgewicht
• Regeling werktijdverkorting kredietcrisis
• Eurocadres is jarig
MHP-plan pensioenindexatie om koopkracht gepensioneerden crisisbestendig te maken
“Nu de pensioenfondsen hun dekkingsgraden fors zien dalen, staat vooral de koopkracht van gepensioneerden uit de middengroepen en hogere inkomenscategorieën onder druk. Dit is onevenwichtig omdat vrijwel iedereen er volgend jaar in koopkracht op vooruit gaat. De MHP doet daarom een voorstel om de koopkracht van gepensioneerden crisisbestendig te maken, waardoor ook voor deze groep een positieve koopkrachtontwikkeling realiseerbaar wordt”, aldus de voorzitter van de MHP, mr. Richard Steenborg. “Niet door extra geld te vragen, maar door belastingheffing over de pensioenindexatie uit te stellen”, aldus Steenborg. “Het plan kost de overheid géén eurocent.”
Het MHP-voorstel luidt als volgt:
De lage dekkingsgraden van de pensioenfondsen lijken vooralsnog van tijdelijke aard te zijn en kunnen op termijn weer een stijgende lijn laten zien. Als in de toekomst de dekkingsgraad weer op niveau is, kunnen de pensioenfondsen overgaan tot een inhaalindexatie.
Op 3 december hebben verschillende leden van de Tweede Kamer in een overleg met minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aandacht gevraagd voor de koopkracht van gepensioneerden. Leden van de VVD, D66, Groenlinks en SP hebben aangegeven dat gepensioneerden onevenredig en zwaarder worden getroffen dan werknemers. Met het voorstel van de MHP kan de pijn voor gepensioneerden enigszins worden verzacht.
Naar aanleiding van het bovengenoemde MHP-plan m.b.t. pensioenindexatie gepensioneerden werd de MHP diverse malen in de media genoemd. Hieronder volgt een compilatie.
Trouw 3 december 2008
MHP: Uitkering als pensioenfonds niet indexeert
Gepensioneerden uit de middengroepen en hogere categorieën mogen er volgend jaar in koopkracht niet op achteruitgaan. Zij moeten daarom een eenmalige uitkering krijgen die de helft van de prijsindexatie moet bedragen. Dat voorstel werd gisteren gedaan door de Vakcentrale voor middengroepen en hoger personeel (MHP).
Het voorstel betreft alleen die fondsen die een te laag dekkingspercentage hebben. Die ‘indexatie-uitkering’ betalen ze volgend jaar in één keer uit. Volgens MHP-voorzitter Richard Steenborg hebben de pensioenfondsen daar genoeg geld voor. Voorwaarde is wel dat de overheid over die ‘indexatie-uitkering’ geen belasting heft. Indien de volledige indexatie bekend is en is uitbetaald, moet daar wel belasting over worden afgedragen. Zo derft de overheid uiteindelijk geen inkomsten.
Het voorstel van de MHP is alleen van toepassing op volgend jaar. „Per jaar moeten we de situatie bekijken”, aldus Steenborg. Het plan is aangeboden aan de politieke partijen en het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid. Het dekkingspercentage van de pensioenfondsen staat voor de mate waarin die fondsen in staat zijn hun verplichtingen na te komen. De Nederlandsche Bank (DNB) stelt als voorwaarde dat de pensioenfondsen een buffer van 125 procent moeten aanhouden om aan hun betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Maar er zijn momenteel weinig tot geen pensioenfondsen die aan die eis voldoen. DNB stelde in oktober vast dat de gemiddelde dekkingsgraad van fondsen in Nederland 109 bedraagt.
Algemeen Dagblad 3 december 2008
MHP wil indexatie voor pensioenen
Ook gepensioneerden uit de middengroepen en hogere categorieën mogen er volgend jaar niet op achteruitgaan in koopkracht en moeten daarom een eenmalige uitkering krijgen.
Die uitkering moet de helft bedragen van de prijsindexatie. Dat voorstel komt van de vakcentrale voor middengroepen en hoger personeel (MHP). Het voorstel gaat alleen over die fondsen die een te laag dekkingspercentage hebben. Die ‘indexatie-uitkering’ betalen ze volgend jaar in één keer uit. Volgens MHP-voorzitter Richard Steenborg hebben de pensioenfondsen daar genoeg geld voor.
Website Volkskrant 2 december 2008
MHP komt met plan voor indexatie pensioenen
ANP – gepubliceerd op 02 december 2008 18:29, bijgewerkt op 2 december 2008 19:13
Ook gepensioneerden uit de middengroepen en hogere categorieën mogen er volgend jaar in koopkracht niet op achteruitgaan en moeten daarom een eenmalige uitkering krijgen. De uitkering moet de helft bedragen van de prijsindexatie. Dat voorstel deed dinsdag de Vakcentrale voor middengroepen en hoger personeel (MHP).
Het voorstel gaat alleen over die fondsen die een te laag dekkingspercentage hebben. Die ‘indexatie-uitkering’ betalen ze volgend jaar in één keer uit. Volgens MHP-voorzitter Richard Steenborg hebben de pensioenfondsen daar genoeg geld voor. Voorwaarde is wel dat de overheid over die ‘indexatie-uitkering’ geen belasting heft. Indien de volledige indexatie bekend is en die is uitbetaald, moet daar wel belasting over worden afgedragen. Zo mist de overheid uiteindelijk geen inkomsten.
Het voorstel van de MHP gaat alleen over volgend jaar. ‘Per jaar moeten we de situatie bekijken’, aldus Steenborg. Het plan is aangeboden aan de politieke partijen en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Het dekkingspercentage van de pensioenfondsen staat voor de mate waarin die fondsen in staat zijn hun verplichtingen na te komen. De Nederlandsche Bank stelt als voorwaarde dat de pensioenfondsen een buffer boven de 100 procent van hun betalingsverplichtingen moeten aanhouden.
Negatief advies Raad voor de rechtspraak over aftopping ontslagvergoeding
In het Najaarsoverleg heeft de MHP de voorgenomen wettelijke aftopping van de ontslagvergoeding (op een jaarsalaris vanaf een inkomen van € 75.000,-) afgewezen. Inmiddels heeft het kabinet een wetsvoorstel voor de maximering gemaakt en op 21 november jl. naar de Raad van State gestuurd voor advies. Het kabinet zal dit wetsvoorstel pas openbaar maken op het moment dat de Raad van State advies heeft uitgebracht en het voorstel bij de Tweede Kamer wordt ingediend. Voordat het wetsvoorstel naar de Raad van State is gestuurd, is de Raad voor de rechtspraak al om advies gevraagd. Niet ongebruikelijk, omdat deze Raad een wettelijke adviestaak heeft als het gaat om nieuwe wets- en beleidsvoorstellen die gevolgen hebben voor de rechtspraak. De MHP is altijd van oordeel geweest dat het stellen van een arbitraire grens ongelijkheid teweegbrengt en in strijd is met het feit dat een rechter een individueel geval met alle ins en outs moet kunnen toetsen. De rechter moet daarbij niet worden belemmerd door een willekeurig gekozen plafond. Dit nog los van de precedentwerking van het voorstel. De grens van
€ 75.000,- kan door een volgend kabinet bijvoorbeeld worden verlaagd, zodat steeds meer werknemers dreigen te worden getroffen.
De Raad voor de rechtspraak bevestigt het standpunt van de MHP dat een plafond ongewenst is. Het kabinet zegt dat de arbeidsmarktpositie van werknemers die meer dan € 75.000,- verdienen, goed is en dat maximering daarmee terecht is. En dat is dan ook de enige reden die het kabinet voor maximering noemt. De Raad vindt dat het kabinet voor die stelling geen enkele onderbouwing geeft. De Raad denkt verder dat vooral ouderen met een inkomen van meer dan € 75.000,- zullen worden getroffen. Zij krijgen namelijk vooral te maken met een veel lagere vergoeding dan in het huidige stelsel. Die hebben zij ook nodig omdat ze nauwelijks kans maken op een nieuwe baan èn vanwege het maximumdagloon in de WW. Het spreekt voor zich dat zodra een volgend kabinet het plafond verlaagt, steeds meer werknemers met een minder gunstige arbeidsmarktpositie hard zullen worden getroffen. Wat verder nog opvalt, is dat het voorstel volgens de Raad te weinig aandacht heeft voor mogelijk misbruik door de werkgever. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat een werknemer die onder de € 75.000,- zit, door de werkgever die van deze werknemer af wil, een bonus krijgt toegekend waarmee het jaarsalaris boven € 75.000,- komt. De Raad vindt een nadere toelichting op dit punt gewenst.
Het advies van de Raad voor de rechtspraak sterkt de MHP in het oordeel dat maximering van de ontslagvergoeding niet past in het stelsel van het Nederlandse arbeidsrecht en dat het kabinet en de andere partijen er niet in slagen uit te leggen waarom de maximering wèl zou moeten worden ingevoerd. De MHP zal het wetgevingstraject met inachtneming van het advies van de Raad voor de rechtspraak onverkort indringend volgen en proberen van tafel te krijgen.
Bied tegenwicht aan overgewicht
De Stichting van de Arbeid (StvdA) geeft in de flyer Bied tegenwicht aan overgewicht handvatten om werknemers te helpen overgewicht tegen te gaan. De StvdA vindt het belangrijk dat het onderwerp overgewicht wordt besproken. Zowel werkgevers als werknemers hebben baat bij het voorkomen en tegengaan van overgewicht. Sleutelwoorden bij de aanpak daarvan zijn ‘stimuleren’ en ‘faciliteren’; dit op basis van de eigen verantwoordelijkheid van iedereen in de arbeids-organisatie.
De MHP is van mening dat het raadzaam is om het stimuleren en faciliteren van gezonde voeding en beweging te integreren in het gezondheids- of vitaliteitsbeleid van de onderneming. Dit kan op verschillende manieren plaatsvinden, afhankelijk van o.a. de aard en de organisatie van de onderneming. Om managers meer inzicht te bieden in deze materie, zodat zij het onderwerp ook wat makkelijker bespreekbaar kunnen maken met de werknemers, biedt De Unie, aangesloten bij de MHP, de cursus Integraal Gezondheidsmanagement aan. Meer informatie over deze cursus is te verkrijgen bij Unie Facet Services B.V., mw. Renate Miller; telefoonnummer: 0345 – 851220.
Regeling werktijdverkorting kredietcrisis
Na de acties van de gezamenlijke vakbeweging op 21 november jl. en de gezamenlijke oproep met werkgevers heeft het kabinet met ingang van 1 december jl. de Regeling werktijdverkorting (wtv) opengesteld voor bedrijven, die met een acute omzetdaling te maken hebben in verband met de kredietcrisis. Doel hiervan is door het bij het bedrijf houden van mensen te voorkomen dat er onnodig ontslagen vallen. De MHP is in ieder geval tevreden dat er een regeling is ingesteld. Maar tegelijkertijd heeft de MHP grote moeite met de complexiteit van de regeling en het ‘dubbele slot op de deur’. De regeling geldt voor maximaal 20.000 fulltime eenheden (fte’s) en de aanvragen kunnen maar gedurende één maand (december 2008) worden ingediend; een maand waarin bovendien veel feestdagen vallen. Dit leidt in de praktijk nu al tot problemen. Voorbeelden zijn:
Naast het dubbele slot op de deur, voorziet de MHP ook problemen met de opgebouwde WW-rechten indien de wtv-periode samen met de doorbetalingsperiode, volgend op de wtv, minder dan 26 weken bedraagt. Op korte termijn zal de MHP (bij voorkeur in samenwerking met de collega-vakcentrales en de centrale werkgeversorganisaties) dit nader bespreken met het Ministerie van SZW.
Een bedrijf kan voor de bijzondere regeling wtv in aanmerking komen als de omzet in de twee maanden voorafgaand aan de aanvraag, minimaal 30% is gedaald ten opzichte van de twee maanden daarvoor, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden. De werktijdverkorting geldt in beginsel voor zes weken en kan maximaal driemaal verlengd worden tot maximaal 24 weken. Het aantal werknemers dat per bedrijf onder de regeling kan worden gebracht, wordt gerelateerd aan de omzetdaling volgens het hoofdcriterium. Daalt de omzet met bijvoorbeeld 35%, dan kan voor 35% van het totaal van de arbeidsuren werktijdverkorting worden aangevraagd. De werknemers blijven in dienst van het bedrijf en ontvangen gewoon loon; de overheid betaalt de WW-uitkering uit aan de werkgever. Bedrijven kunnen tot 1 januari 2009 een aanvraag indienen. De regeling zal eerder worden gesloten als blijkt dat werknemers voor een totaal van 20.000 fte’s onder de regeling vallen.
De wtv is bedoeld om onnodig ontslag te voorkomen. Als dit niet mogelijk blijkt, moet de werkgever zich inspannen om het dienstverband na afloop van de wtv-periode nog ten minste vier weken volledig voort te zetten. Als na 24 weken wtv het dienstverband nog vier weken wordt voortgezet, zal na een eventueel ontslag een nieuw volledig WW-recht ingaan (de opgebouwde rechten van voor de wtv-periode zijn dan hersteld). Er is dan dus geen sprake van verbruikte WW-rechten. Als het dienstverband echter eerder eindigt dan 26 weken na de aanvang van de wtv, dan heeft de wtv wel invloed op de duur van de WW-uitkering. Door de wtv zijn dan (een deel van) de WW-rechten al verbruikt !!! De wtv-periode en de loondoorbetaling (na afloop van de wtv) moeten dus minstens 26 weken duren om de oude WW-rechten te doen herleven (zie voor meer informatie www.minszw.nl).
Indien onderhandelaars en bestuurders van de bij de MHP aangesloten organisaties tegen andere praktische problemen aanlopen, kan dit worden gemaild aan MHP-bestuurder Eddy Haket (e.haket@vc-mhp.nl). De MHP kan dit dan meenemen in de besprekingen die de komende weken nog zullen worden gevoerd.
Op 27 en 28 november jl. vond een Europa-conferentie van Eurocadres plaats in Brussel. Eurocadres is zoals bekend de MHP-organisatie in Europa. Uiteraard was de MHP ook vertegenwoordigd, niet op de laatste plaats vanwege de viering van de 15e verjaardag van Eurocadres. De MHP was destijds een van de grondleggers van de Europese evenknie. In het bestuur vertegenwoordigt de MHP overigens ook haar Nederlandse collega’s van FNV en CNV.
Behalve een bescheiden viering van het 15-jarig bestaan is het Activiteitenrapport 2008 besproken en vastgesteld. Centraal stond een tweedaagse conferentie over ‘skills and competences’ ter bevordering van mobiliteit in een concurrerend Europa. Vrij verkeer van werknemers is een van de pijlers onder de Europese Unie. Van dit recht wordt echter bescheiden gebruik gemaakt. M.a.w. de mobiliteit laat te wensen over. De Europese Commissie heeft dit onderwerp opnieuw geagendeerd en aantal initiatieven genomen, zoals de oprichting van een European Qualification Framework (EQF), uiteraard verbonden met andere Europese initiatieven zoals bv. de Lissabon-strategie.
De invoering van EQF in Nederland is inmiddels in voorbereiding genomen. De centrale doelstelling is hoe per land en in goed overleg met de sociale partners van in ons geval Nederland en in Europa, een concept te ontwikkelen van eerlijke en transparante beroepskwalificaties, teneinde ook langs deze weg van wederzijdse en Europese erkenning een bijdrage te leveren aan de verhoging van de zo noodzakelijke mobiliteit, niet alleen geografisch, maar bv. ook tussen sectoren of binnen ondernemingen. Uit onderzoek blijkt overigens dat tot nu toe liefde het belangrijkste motief is voor geografische mobiliteit, maar dat uiteraard geheel ter zijde.