9 februari 2012
Inhoud:
• Uitvoeringsinstructie UWV biedt nog steeds teveel ruimte
• Wetsvoorstel Werken naar vermogen: Jongeren met een arbeidshandicap de dupe
• Internetconsultatie SER over de betaalbaarheid van de zorg
• MHP: Geen uniformering van het pensioengevend loon
• Stand van zaken governance pensioenfondsen
• Pensioenrichtleeftijd in 2014 naar 67 jaar
• Nibud lanceert pensioenkortingsberekenaar
• Kamermeerderheid stemt in met wetsvoorstel Verhoging AOW-leeftijd
• Handhaving minimumloon
• MHP vreest negatieve effecten wetsvoorstel ‘Studeren is investeren’
Uitvoeringsinstructie UWV biedt nog steeds teveel ruimte
De gezamenlijke vakcentrales MHP, FNV en CNV hebben op 24 januari jl. in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven dat de aangepaste uitvoeringsinstructie voor het UWV nog steeds een aantasting van het ontslagrecht in zich heeft. Al eerder in juni 2011 maakten de vakcentrales bezwaar tegen de toenmalige plannen van het kabinet om het mogelijk te maken vast personeel te ontslaan onder gelijktijdige handhaving of uitbreiding van het aantal flexibele medewerkers.
Minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is in de aangepaste instructie deels aan de kritiek tegemoet gekomen; zo moet er sprake zijn van substantiële en structurele werkvermindering voor vaste werknemers en moet een werkgever aantonen dat alle mogelijkheden om dit intern op te vangen, zijn uitgeput.
Hoewel de scherpste kantjes van het eerdere voorstel zijn afgeslepen, wordt het in de praktijk toch makkelijker gemaakt om in een aantal situaties vast personeel te ontslaan en te vervangen door flexibele krachten. “Feitelijk wordt hiermee in de nieuwe instructie flexibel voor vast gelegitimeerd en is er dus wel degelijk sprake van een verdere uitholling van de ontslagbescherming”, aldus MHP-beleidsadviseur Martijn de Heer.
Verder blijft misbruik en manipulatie mogelijk bij het door de werkgever inhuren van zzp’ers. “Weliswaar wordt onderscheid gemaakt tussen echte en schijnzelfstandigen maar dit onderscheid wordt volledig opgehangen aan het papieren, fiscaal ondernemerschap zonder nadere inhoudelijke toetsing, waardoor in de praktijk gesjoemel mogelijk blijft”, stelt De Heer.
De brief is te downloaden op de website van de MHP (www.vakcentralemhp.nl).
Wetsvoorstel Werken naar vermogen: Jongeren met een arbeidshandicap de dupe
“Het is onbegrijpelijk dat we als welvarend land mensen die al vanaf vroege leeftijd te maken hebben met een handicap, zo in de kou zetten”, aldus MHP-bestuurder Eddy Haket in reactie op het op 1 februari jl. verschenen wetsvoorstel Werken naar vermogen.
Volgens de MHP is het een goede zaak dat erkend wordt dat veel mensen met een beperking gewoon de capaciteit hebben om op de arbeidsmarkt te participeren. Het is echter een illusie om te denken dat mensen werk vinden, als ze maar gekort worden op hun uitkering. Probleem is namelijk niet dat deze mensen niet willen werken, maar dat zij onvoldoende werk krijgen aangeboden. De grootste kritiek van de MHP is dan ook dat het wetsvoorstel fors bezuinigt zonder dat de kansen van arbeidsgehandicapten op een baan verbeteren.
De zogenaamde ‘loonsuppletie’, om werkgevers financieel te prikkelen wel mensen in dienst te nemen, is nog een lichtpuntje in het wetsvoorstel. De MHP vreest echter dat, zeker in een tijd van economische crisis, de meeste wajongeren geen enkele kans op een baan zullen hebben. “Met deze wet maken we een forse val op de ladder van meest welvarende en beschaafde landen”, aldus Haket.
Internetconsultatie SER over de betaalbaarheid van de zorg
Een belangrijk thema voor de toekomst is de betaalbaarheid van de zorg. Zo stijgen de laatste jaren de kosten van de gezondheidszorg bijvoorbeeld veel harder dan de gemiddelde economische groei. Dit is, naast andere ontwikkelingen, voor het kabinet reden geweest om de SER om een advies te vragen. Meer specifiek gaat het advies over de betaalbaarheid van de zorg en over dreigende personeelstekorten in de zorgsector. Sinds eind 2011 buigt een commissie van de SER zich over dit complexe vraagstuk en is het de bedoeling dat deze commissie een advies voorbereidt, dat de SER nog dit jaar moet uitbrengen.
Sinds 7 februari jl. biedt de SER aan iedereen de mogelijkheid om via een internetconsultatie zijn of haar visie door te geven. Dit kan via de website van de SER (www.ser.nl). Op deze website kunt u ook de videoboodschap van SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan bekijken. In dit filmpje wordt een oproep gedaan om deel te nemen aan de internetconsultatie. Iedereen wordt daartoe van harte opgeroepen door de MHP. U kunt tot 29 februari a.s. uw visie geven. Het is de bedoeling dat de SER-commissie die het advies voorbereidt, de resultaten van de internetconsultatie bij het opstellen van het advies betrekt.
MHP: Geen uniformering van het pensioengevend loon
Op 12 april 2011 hebben de Tweede Kamerleden Braakhuis (GroenLinks) en Omtzigt (CDA) een motie ingediend, waarin het kabinet wordt opgeroepen om te verkennen of via fiscale wetgeving geregeld kan worden dat voor iedereen het pensioengevend salaris op eenzelfde wijze kan worden wordt bepaald (zogenaamde ‘uniformering’), teneinde een administratieve vereenvoudiging voor werkgevers te bewerkstelligen. In de afgelopen tijd is hierover overleg gevoerd tussen de Stichting van de Arbeid (StvdA) en vertegenwoordigers van de Ministeries van Financiën en SZW. De conclusie uit dit overleg is dat uniformering van het loonbegrip voor pensioenen juist zal leiden tot een fors en complex aanpassingsproces voor een groot deel van de pensioensector.
Voor de MHP is een uniformering van het pensioengevend salaris vanwege de diversiteit van pensioenregelingen en de verschillende beloningselementen per regeling waarover pensioen wordt opgebouwd, niet wenselijk. Een voorbeeld hiervan zijn onregelmatigheidstoeslagen, die voor sommige beroepen een structureel karakter hebben en wel kunnen meetellen voor de pensioenopbouw. Het maatwerk dat de pensioenregelingen vragen, dient mogelijk te blijven en een uniformering zal voor deelnemers op dit moment eerder tot een lager, dan tot een hoger pensioenresultaat leiden. De MHP roept de bij haar aangesloten organisaties wel op om aan de cao-tafels na te gaan of het opbouwen van pensioen over andere loonelementen dan nu in de cao is afgesproken, tot een beter resultaat kan leiden omdat er minder kosten mee gemoeid zijn. ‘Maar een vereenvoudiging mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van de pensioenregeling voor werknemers. Het ene beroep is de andere niet en dit vergt maatwerk. Uniformering leidt op dit moment alleen maar tot een inperking van dat benodigde maatwerk’’, aldus MHP-beleidsmedewerkster Klaartje de Boer.
Zie hier de brief van de StvdA aan de indieners van de motie: http://www.stvda.nl/~/media/Files/Stvda/Nota/2010_2019/2012/20120119/20120119.ashx.
Stand van zaken governance pensioenfondsen
Op 31 januari jl. heeft een meerderheid van de Eerste Kamer ingestemd met het initiatief wetsvoorstel van Koşer Kaya (D66) en Blok (VVD) over de samenstelling en de medezeggenschap in pensioenfondsbesturen. De aangenomen wet legt vast dat gepensioneerden recht hebben op een plek in het pensioenfondsbestuur. Minister Kamp is zelf al enige tijd bezig met een meer uitgebreid wetsvoorstel om de hele governance van pensioenfondsbesturen anders vorm te geven en daarmee meer recht te doen aan de eisen, die de huidige ontwikkelingen op pensioengebied stellen. Dit wetsvoorstel ‘Wet versterking bestuur pensioenfondsen’, dat invulling geeft aan twee nieuwe bestuursmodellen voor pensioenfondsen, kan elk moment naar de Tweede Kamer worden verstuurd. De wijzigingen die voortvloeien uit het aangenomen initiatiefwetsvoorstel van de leden Koşer Kaya en Blok inzake de medezeggenschap van pensioengerechtigden, zullen naar verwachting integraal in dat wetsvoorstel worden opgenomen en per 1 januari 2013 in werking treden.
De minister wijkt echter wel op één belangrijk punt in zijn wetsvoorstel af van de aangenomen initiatiefwet. Hij is het eens met Koşer Kaya en Blok wat betreft het feit dat er meerdere pensioengerechtigden in het bestuur kunnen komen, maar verbindt daaraan wel een maximum om te voorkomen dat een deelbelang in het bestuur een blokkerende macht kan vormen. Om deelbelangen te voorkomen is de MHP van meet af aan geen voorstander geweest van het aangenomen wetsvoorstel van Koşer Kaya en Blok.
‘Ook aan het wetsvoorstel van Kamp schort het her en der nog wat met betrekking tot de stroomlijning van de organen van het pensioenfondsbestuur en het voorstel behoeft daarom nog verbetering’’, aldus MHP-beleidsmedewerkster Klaartje de Boer. De MHP zal zich ervoor inzetten dat bij de vormgeving van de pensioenfondsbesturen geen deelbelangen gaan prevaleren, doordat één bepaalde groep in een pensioenfondsbestuur een zwaardere stem krijgt. Het besturen van een pensioenfonds vraagt om een evenwichtige belangenbehartiging van alle bij het fonds betrokken partijen door de bestuurder. Bij de vormgeving van een pensioenfondsorgaan dient deskundigheid voorop te staan en is het van belang dat belangen van alle deelnemers (actieven, slapers en gepensioneerden) binnen het bestuur van een pensioenfonds worden behartigd. Mede om hieraan tegemoet te komen is de StvdA in december 2010 een convenant overeengekomen ter bevordering van de diversiteit bij pensioenfondsen, dat ervoor pleit dat de aangesloten organisaties bij de MHP zelfstandig ervoor zorgdragen dat er meer vrouwen en jongeren in besturen komen. Eerste vereiste en criterium moet volgens de MHP altijd de deskundigheid van de pensioenfondsbestuurders blijven.
Pensioenrichtleeftijd in 2014 naar 67 jaar
In een brief d.d. 27 januari jl. en middels een nota van wijziging aan de Tweede Kamer heeft minister Kamp aangeven dat hij de verhoging van de fiscale pensioenrichtleeftijd in aanvullende pensioenregelingen niet in twee stappen (66 jaar per 1 januari 2013 en 67 jaar per 1 januari 2015), maar in één stap per 1 januari 2014 zal doorvoeren. In deze brief komt de minister tegemoet aan een oproep van het Verbond van Verzekeraars en de Pensioenfederatie in verband met de uitvoerbaarheid van het Wetsvoorstel verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW (‘Wetsvoorstel verhoging AOW-leeftijd’), dat op 1 en 2 februari jl. door de Tweede Kamer integraal is behandeld en op een meerderheid van de Tweede Kamer kan rekenen.
Het eerder verhogen lijkt voor de reeds opgebouwde pensioenaanspraken geen directe fiscale gevolgen te hebben voor pensioendeelnemers omdat Kamp in zijn brief tevens aangeeft dat er een structurele regeling komt, die erin voorziet dat overschrijding van het 100%-maximum voor de uitkeringshoogte van het ouderdomspensioen wordt toegestaan als de overschrijding het gevolg is van de nieuwe hogere pensioenrichtleeftijd.
De MHP vindt de wijze waarop dit besluit tot stand is gekomen, ongepast. Los van de consequenties van dit besluit dient een andere invulling aan het Pensioenakkoord eerst afgestemd te worden met de contractpartners, in dit geval de StvdA. De MHP heeft zijn ongenoegen over dit proces al kenbaar gemaakt. “Het was wel zo normaal geweest als zowel de minister als de uitvoerders (Pensioenfederatie en Verbond van Verzekeraars) hun voorstellen eerst met ons hadden besproken, in plaats van dit onderling even te regelen”, aldus MHP-bestuurder Eddy Haket, die eerste onderhandelaar was over het Pensioenakkoord.
Nibud lanceert pensioenkortingsberekenaar
Enkele pensioenfondsen hebben of gaan binnenkort aangeven dat hun financiële positie onvoldoende is om aan hun verplichtingen in de toekomst te kunnen voldoen. Aanwijsbare oorzaken hiervoor zijn de sneller dan verwacht gestegen levensverwachting waardoor fondsen langer pensioen moeten uitkeren, de lage rentestand waardoor de verplichtingen fors zijn gestegen, en de malaise op de financiële markten als gevolg van de crisis. Als gevolg hiervan kunnen de pensioenfondsen mogelijk niet binnen de daarvoor gestelde termijn herstellen en zijn zij in sommige gevallen genoodzaakt, als de situatie op de financiële markten de komende tijd niet verbetert, om per 1 april 2013 de pensioenaanspraken te verlagen. Een mogelijke verlaging dient een fonds één jaar voordat de korting daadwerkelijke geëffectueerd wordt, te communiceren met zijn deelnemers. Daarom hebben sommige pensioenfondsen nu al aangekondigd over ruim een jaar de pensioenen mogelijk met een bepaald percentage te moeten korten.
Op 1 februari jl. heeft het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) op zijn site www.nibud.nl de pensioenkortingsberekenaar gelanceerd, waarmee pensioengerechtigden kunnen berekenen wat een eventuele korting op hun aanvullend pensioen betekent. Hoewel de MHP hoopt dat er geen enkele pensioenkorting daadwerkelijk nodig zal zijn, is het wel een goed initiatief om de gevolgen van eventuele kortingen inzichtelijk te maken voor iedereen.
Kamermeerderheid stemt in met Wetsvoorstel verhoging AOW-leeftijd
Op dinsdag 7 februari jl. heeft een Kamermeerderheid ingestemd met het Wetsvoorstel verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW (‘Wetsvoorstel verhoging AOW-leeftijd’). Hiermee spreekt de Tweede Kamer zijn steun uit voor het Pensioenakkoord van 10 juni 2011. Het wetsvoorstel bevat de verhoging van de AOW-leeftijd in 2020 naar 66 jaar en vermoedelijk naar 67 in 2025, gezien de koppeling van de AOW-leeftijd aan de stijging van de levensverwachting. Hiermee draagt het wetsvoorstel bij aan het opvangen van de vergrijzing, maar regelt het ook de extra, jaarlijkse indexering van de AOW met 0,6%, waardoor de AOW meer welvaartsvast wordt. Ook is het met dit wetsvoorstel mogelijk de AOW-uitkering met een korting dan wel een verhoging van 6,5% eerder of later te laten ingaan. Hierdoor worden meer flexibiliteit en deeltijdpensioen makkelijker gemaakt. “Maar met dit wetsvoorstel zijn we er nog niet. Een ander belangrijk onderdeel van het Pensioenakkoord is dat we ervoor zorgen dat we mensen in staat stellen langer te kunnen doorwerken en dit vergt nog veel inspanningen van iedereen. Van de overheid in faciliterende zin, maar vooral van de werkgevers, die meer oudere werknemers in dienst zullen moeten nemen”, aldus MHP-bestuurder Eddy Haket.
In een gezamenlijke brief aan de Tweede Kamer hebben de drie vakcentrales FNV, CNV en MHP hun bezwaren geuit tegen het voornemen van minister Kamp om de controle door de Inspectie SZW (voorheen de Arbeidsinspectie) op de handhaving van het minimumloon te vereenvoudigen. De minister heeft op 23 januari in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat de Inspectie SZW daarbij voortaan mag uitgaan van een vaste werkweek van 40 uur. Gevolg is dat bij een in de cao overeengekomen arbeidsweek van 36 uur, werkgevers de vrije hand krijgen om minder te betalen dan het minimumloon. Immers, in plaats van € 9,27 per uur volgens de cao-afspraken, zou een werkgever aan een werknemer op minimumloonniveau nog kunnen volstaan met € 8,35 per uur.
“Het is al erg genoeg dat de Inspectiedienst door bezuinigingen nauwelijks in staat is de naleving van cao’s te controleren. Nu wordt zelfs onder het mom van vereenvoudiging toegestaan dat werkgevers het niet zo nauw hoeven te nemen met de minimum arbeidsvoorwaarden die we in Nederland hebben”, aldus MHP-bestuurder Eddy Haket.
MHP vreest negatieve effecten wetsvoorstel ‘Studeren is investeren’
Op 29 januari jl. heeft staatssecretaris Zijlstra van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het wetsvoorstel ‘Studeren is investeren’ naar de Tweede Kamer gestuurd. De belangrijkste maatregel die deze wet behelst, is de afschaffing van de basisbeurs in de masterfase van het hoger onderwijs. Studenten en ouders moeten de masterfase voortaan geheel zelf financieren of hiervoor een lening afsluiten, die ze later aan de overheid moeten terugbetalen. Volgens de staatssecretaris betaalt de investering van de student zich later vanzelf terug, omdat een hoger opgeleide in het algemeen op de arbeidsmarkt meer kan verdienen dan iemand met een lagere opleiding.
De MHP wijst het wetsvoorstel niet alleen af, maar vreest dat het op de langere termijn ook tot negatieve effecten zal leiden. De staatssecretaris gaat eraan voorbij dat hoger opgeleiden de investeringen die de overheid in hoger onderwijs stopt, dubbel en dwars terugverdienen, omdat hoger opgeleiden in het algemeen meer belasting en sociale premies betalen en relatief minder gebruik maken van sociale voorzieningen. Het gevaar bestaat dat veel studenten alsnog zullen afzien van het volgen van een masteropleiding, omdat ze zich te diep in de schulden moeten steken. Hierdoor zullen minder hoger opgeleiden op de arbeidsmarkt instromen, waardoor Nederland als kenniseconomie verder gaat achterlopen op het buitenland. Bovendien zijn er al diverse onderzoeken gedaan, die aangeven dat Nederland in de toekomst een tekort aan hoger opgeleiden zal hebben.
Vorig jaar heeft de MHP nog samen met het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) een studie gedaan naar de ontwikkeling van het studiebeursstelsel in de afgelopen twintig jaar. Daaruit bleek al dat de overheid in de loop der jaren fors minder is gaan investeren in studenten en steeds meer de kosten heeft afgeschoven op de studenten en hun ouders. Dit wetsvoorstel doet daar nog een schep bovenop.
Het wetsvoorstel heeft ook gevolgen voor werkenden. Om te voorkomen dat studenten hun kosten alsnog verhalen op de overheid, wordt de zogenaamde scholingsaftrek van de Inkomstenbelasting beperkt. Voorgesteld wordt om alleen nog specifieke kosten van een opleiding te mogen aftrekken voor de opgave van de Inkomstenbelasting. Zo mogen reiskosten voor het volgen van een studie en excursiekosten niet meer worden afgetrokken, ook al zijn deze noodzakelijk om een opleiding te volgen.
“Dit kabinet bezuinigt op de investeringen, die Nederland juist als economie sterker moeten maken in de toekomst. Dit komt het kabinet nog duur te staan”, aldus MHP-beleidsmedewerkster Hanneke de Geus.