Menu

Inhoud:
• MHP stuurt brief aan parlement over wetsvoorstel aftopping ontslagvergoeding
• Steeds meer ’35-minners’ werken, maar vergroting arbeidsdeelname noodzakelijk
• Levert ontslag vanwege bereiken 65-jarige leeftijd leeftijdsdiscriminatie op ?
• Passende arbeid WW aangescherpt
• Terugtreding uit Algemeen Bestuur
• Veel belangstelling voor MHP-bijeenkomst ‘De toekomst van het pensioencontract’
• Loonkostensubsidie oudere werknemers
• Economische crisis

MHP stuurt brief aan parlement over wetsvoorstel aftopping ontslagvergoeding

In een brief aan de Tweede en Eerste Kamer heeft de MHP de fundamentele bezwaren tegen het wetsvoorstel om de ontslagvergoeding vanaf een inkomen van € 75.000 af te toppen op een jaarsalaris, nog eens op een rijtje gezet. Binnenkort zal de Tweede Kamer dit wetsvoorstel behandelen. De MHP is de enige vakcentrale die niet heeft ingestemd met deze verwerpelijke deal. De bezwaren van de MHP werden onlangs nog eens bevestigd door de Raad van State, die zelfs minister Donner heeft geadviseerd dit wetsontwerp in deze vorm niet aan de Tweede Kamer toe te sturen. Desondanks heeft het kabinet het voorstel wel ter behandeling aan het parlement voorgelegd.

De belangrijkste bezwaren van de MHP tegen het wetsvoorstel zijn:

  1. de onderbouwing is ongefundeerd en dit geldt specifiek voor de arbitrair gekozen grens van € 75.000;
  2. er wordt aan voorbijgegaan dat juist voor werknemers met een inkomen boven het zogenaamde maximumdagloon, de ontslagvergoeding hard nodig is om 70% van het laatst genoten salaris te kunnen bereiken;
  3. het voorstel heeft een onredelijke uitwerking: werknemers die minder dan € 75.000 op jaarbasis verdienen, kunnen met een veel hogere ontslagvergoeding wegkomen dan werknemers die meer dan € 75.000 verdienen;
  4. het wetsvoorstel draagt op geen enkele wijze bij aan een hogere arbeidsparticipatie of aan een grotere flexibiliteit op de arbeidsmarkt.

De brief aan de Tweede Kamer is te downloaden via www.vakcentralemhp.nl.

Steeds meer ’35-minners’ werken, maar een verdere vergroting van de arbeidsdeelname blijft noodzakelijk

Meer mensen die door het UWV voor minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn verklaard (35-minners), hebben werk. Dat aantal neemt elk jaar toe: van 51% ultimo 2006, via 57% ultimo 2007 naar bijna 62% eind juni 2008. Dat blijkt uit het vorige week gepubliceerde onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van 35-minners, getiteld 35-min op weg naar werk, dat de Stichting van de Arbeid (StvdA) heeft laten verrichten door Regioplan Beleidsonderzoek.

Met de StvdA is de MHP positief over deze ontwikkeling. Maar 62% 35-minners die werken, is nog steeds te weinig. 35-minners hebben immers geen recht op een uitkering wegens arbeids-ongeschiktheid; sociale partners zijn sinds 1 januari 2006 zelf verantwoordelijk voor de re-integratie van deze groep. De StvdA vindt een verdere vergroting van de arbeidsdeelname van deze groep dan ook noodzakelijk. Ook moet ernaar worden gestreefd dat werkhervatting duurzaam is; momenteel lijkt dat niet altijd het geval te zijn. Verdere inspanningen voor de groep 35-minners zijn derhalve van groot belang.

De grotere arbeidsdeelname van 35-minners gedurende de afgelopen jaren kan mogelijk worden verklaard door de gespannen arbeidsmarkt, zoals we die tot en met 2008 kenden. Nu de economie omgeslagen is, zien de perspectieven voor 35-minners er opeens heel anders uit. Dat ook de werkgeversorganisaties in de StvdA in willen blijven zetten op vergroting van de arbeidsdeelname van 35-minners, acht de MHP dan ook alleen maar terecht. Uit het nu gepubliceerde onderzoek blijkt dat de re-integratieinspanningen in bepaalde sectoren tot op heden minder effect sorteren. De Stichting zal bijzondere aandacht besteden aan deze sectoren.

Tegelijkertijd moet de inzet op (behoud van) werk voor 35-minners wel realistisch zijn. Als achter het ‘label’ 35-min voor bepaalde groepen zeer ernstige gezondheidsbeperkingen schuil zouden gaan, kan arbeidsparticipatie volgens de MHP in alle redelijkheid niet worden verwacht. Ook is dan het ontbreken van een uitkeringsrecht voor de betrokken groepen onverdedigbaar. Om hier meer inzicht in te krijgen, heeft de StvdA de Raad voor Werk en Inkomen gevraagd om de relatie tussen (gepercipieerde) gezondheid en werkhervatting te onderzoeken.

Het onderzoeksrapport 35-min op weg naar werk is te downloaden via www.stvda.nl.

Levert ontslag vanwege bereiken 65-jarige leeftijd leeftijdsdiscriminatie op ?

Op 5 maart jl. heeft het Europese Hof van Justitie uitspraak gedaan in een Britse zaak waarin een belangenorganisatie van ouderen tegen een Britse wet betreffende ontslag vanwege pensionering ageerde.

EG richtlijn 2000/78 verbiedt leeftijdsdiscriminatie op het gebied van arbeid en beroep. Wel kan er een uitzondering worden gemaakt voor verschillen in behandeling op grond van leeftijd als zij objectief en redelijk worden gerechtvaardigd door legitieme doelstellingen. Dan gaat het om beleid op het gebied van de werkgelegenheid, de arbeidsmarkt of de beroepsopleiding. Bovendien moeten de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn. De Britse wet bepaalt dat werknemers die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt, kunnen worden ontslagen wegens pensionering zonder dat dat als discriminerend kan worden beschouwd. Er is voor maar liefst veertien situaties beschreven of pensionering de reden voor ontslag is. Is één van die situaties aan de orde, dan kan er ontslag volgen.

Het Europese Hof laat het in zijn uitspraak over aan de Britse rechter om te bepalen of de Britse regeling aan een dergelijk legitiem doel beantwoordt en anderzijds of de gekozen middelen passend en noodzakelijk waren om dat doel te bereiken. Vermoedelijk is dat omdat voor het Hof onvoldoende inzichtelijk was de wijze waarop voornoemde veertien situaties zijn beschreven. De uitspraak is conform een eerdere rechtspraak van het Hof. Op 16 oktober 2007 oordeelde het Hof op eenzelfde wijze in een Spaanse zaak met dit verschil dat het Hof zelf uitsprak dat in die zaak geen sprake was van leeftijdsdiscriminatie bij ontslag vanwege het bereiken van de 65-jarige leeftijd. Dat was omdat de handelwijze in Spanje was gericht op een doorstroom op de Spaanse arbeidsmarkt, die noodzakelijk werd geacht.

De uitspraken van het Europese Hof zijn van belang voor de discussie in Nederland over het vrijwillig doorwerken na 65 jaar. Als werknemers een individueel recht krijgen om, als zij dat zelf wensen, langer door te werken na 65 jaar, kan er namelijk een moment komen dat er geen rechtvaardiging meer is voor een algemene leeftijdsgrens van 65 jaar voor pensioenontslag en zal dat gevolgen kunnen hebben voor de nationale gelijke behandeling-wetgeving op dit punt.

Passende arbeid WW aangescherpt

Voor mensen die vanaf 1 juli 2009 werkloos worden, wordt alle arbeid na één jaar werkloosheid passend. Minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft hiervoor de ‘richtlijn passende arbeid’ aangepast. In beginsel moet elke werkloze straks na een jaar WW solliciteren op elke beschikbare baan. De maatregel is volgens minister Donner bedoeld om meer langdurig werklozen aan de slag te helpen. De nieuwe regeling heeft geen gevolgen voor werknemers die voor 1 juli 2008 werkloos zijn geworden. Voor hen blijven de oude regels van kracht.

Richard Steenborg, voorzitter van de MHP, zei hierover in de media onder andere het volgende. “Mensen worden door deze maatregel gedwongen onder hun niveau te werken en nemen daardoor de banen over van mensen die wel op dat niveau zitten. Hierdoor is er sprake van verdringing op de arbeidsmarkt. In plaats hiervan zouden hoger opgeleiden de tijd beter kunnen besteden aan het bijhouden van kennis en scholing. We weten nu al dat na de economische crisis hoger opgeleiden hard nodig zijn.”

 

Terugtreding uit Algemeen Bestuur

Joop de Vries heeft te kennen gegeven om, na een zittingsperiode van ruim zes jaar, met ingang van 5 maart 2009 terug te treden als lid van het Algemeen Bestuur van de Vakcentrale MHP. Het bestuur is hem erkentelijk voor zijn in het verleden aan de MHP verleende diensten.

Veel belangstelling voor MHP-bijeenkomst ‘De toekomst van het pensioencontract’

Op 3 maart jl. is uitgebreid met (kader-)leden van de MHP-bonden gediscussieerd over de toekomstbestendigheid van het pensioencontract. De goed bezochte bijeenkomst werd op enthousiaste wijze geopend en geleid door MHP-voorzitter Richard Steenborg. Met de krantenkop dat de pensioenleeftijd volgens een demograaf naar 72 jaar zou kunnen gaan, maakte hij de geesten warm voor de discussie. “Nog maar één jaar geleden dachten wij met het Zwitserlevengevoel met pensioen te kunnen gaan, maar door de economische crisis staan wij weer met beide benen op de grond”, aldus Steenborg. Ook pensioenfondsen zijn immers hard geraakt door de gevolgen van de crisis. Doel van deze bijeenkomst was de mening van de MHP-achterban te peilen over de houdbaarheid en toekomstbestendigheid van het pensioencontract. Van begin tot eind is sprake van een geanimeerde en constructieve discussie en veel reacties van de aanwezigen.

Belangrijkste conclusie van de bijeenkomst is de erkenning dat solidariteit binnen ons pensioenstelsel als belangrijk wordt ervaren en ook moet blijven bestaan. Maar ook dat die solidariteit tweezijdig moet zijn: zowel van jong naar oud als vice versa.

Na de inleiding trapte John Eggen, pensioendeskundige bij de MHP, af met een scala van externe ontwikkelingen die invloed hebben op het pensioencontract. Wij hebben te maken met vergrijzing, maatschappelijke veranderingen en gewijzigde regelgeving. Ons pensioenstelsel dateert nog uit 1949 en toen zag de wereld er toch heel anders uit. Toen was sprake van een jonge bevolking met een relatief kleine groep gepensioneerden. Nu leven wij langer, veranderen regelmatig van baan, neemt het aantal gepensioneerden toe en de beroepsbevolking in omvang af. Al deze ontwikkelingen maken het pensioen steeds duurder en stellen solidariteit en betaalbaarheid ter discussie.

Vervolgens nam Jan Tamerus, PGGM-actuaris en MHP-adviseur, het stokje over met een analyse en kritiek op het pensioencontract en mogelijke oplossingen. Zo wordt een nominaal pensioen gegarandeerd maar willen wij eigenlijk een geïndexeerd pensioen. Wij geven elke deelnemer dezelfde pensioenopbouw met dezelfde zekerheid en beleggingsrisico. Dit systeem met doorsneepremies en tijdsevenredige pensioenopbouw is met de toenemende vergrijzing van pensioenfondsen op termijn niet langer houdbaar zonder risico’s naar toekomstige generaties door te schuiven. De solidariteit van jong naar oud kan dan met stijgende doorsneepremies, veroorzaakt door de vergrijzing, onder druk komen te staan.

Wat we kunnen doen om toekomstige premiestijgingen tegen te gaan, is de pensioenleeftijd met de levensverwachting te laten meestijgen. Ook kunnen wij de doorsneepremie vervangen door een individuele premie. Na beide presentaties is een aantal stellingen aan de zaal voorgelegd. De stellingen gaven aanleiding tot kritische vragen en uitgebreide discussies. Zo was een ruime meerderheid (82%) van de aanwezige leden voorstander van het verhogen van de pensioenleeftijd en wilde ‘slechts’ 18% de pensioenleeftijd ongewijzigd laten maar dan wel een premieverhoging of versobering van de regeling (lees: verlaging van de pensioenopbouw) accepteren.

Wat betreft de inflatiebestendigheid van pensioenen is vrijwel iedereen het er over eens dat dit belangrijk is en desnoods meer mag kosten. Daarbij is een ruime meerderheid (87%) wel van mening dat de nominale zekerheid behouden moet worden. Een meerderheid vindt dat voor gepensioneerden minder beleggingsrisico moet worden genomen dan voor werknemers/deelnemers. Dat betekent wel dat gepensioneerden er op termijn genoegen mee moeten nemen dat hun pensioen minder stijgt dan de inflatie. De laatste vraag was of het doorsneesysteem, de combinatie van doorsneepremie en tijdsevenredige opbouw, moet worden afgeschaft of moet blijven bestaan. Van de aanwezigen kiest 85%, ondanks de toenemende inkomensoverdrachten van jong naar oud, vóór handhaving van het doorsneesysteem omdat het door de tijdsevenredige opbouw een beter pensioenresultaat oplevert.

De MHP kan terugkijken op een geslaagde bijeenkomst met waardevolle input uit de achterban voor de verdere discussie.

 

Loonkostensubsidie oudere werknemers

Minister Donner heeft een voorstel ingediend bij de Tweede Kamer om werkgevers een loonkostensubsidie te geven voor oudere en langdurig zieke werknemers. Deze werknemers moeten voor ze in dienst komen minstens een jaar een WW-uitkering hebben. Het is de bedoeling dat de regeling ingaat op 1 juli 2009 en alleen geldt voor personen die op deze datum 55 jaar of ouder zijn. Het kabinet wil met deze compensatieregeling de kans vergroten dat oudere werklozen een baan krijgen, omdat nu veel werkgevers (onterecht) het beeld hebben dat ouderen een hoger ziekteverzuim zouden hebben. Het is de bedoeling dat deze compensatieregeling die drempel bij werkgevers wegneemt. De werkgever wordt gecompenseerd voor de doorbetaling van het loon als de oudere werknemer langer dan dertien weken ziek is. De werkgever krijgt deze compensatie als de werknemer binnen de eerste vijf jaar na het in dienst treden ziek wordt. De compensatieregeling loopt tot 1 juli 2019.

De vakcentrales FNV, CNV en MHP hebben op initiatief van de MHP een gezamenlijke brief aan de Tweede Kamer gestuurd, waarin de regeling wordt ondersteund, maar waarbij ook een paar kritische kanttekeningen worden gemaakt. Zo blijkt uit onderzoek dat werknemers vanaf 45 jaar al vaak als ‘oud’ worden aangemerkt. De vakcentrales pleiten ervoor om de regeling niet alleen van toepassing te verklaren op werknemers die vanuit de WW een baan vinden, maar op alle oudere werknemers. Ook zou de regeling niet gekoppeld moeten worden aan een einddatum en moet de peildatum van 55 jaar niet worden vastgepind op 1 juli 2009. Volgens de vakcentrales zou de regeling moeten gelden, zolang de kans op het vinden van een baan voor oudere werknemers aanzienlijk beneden de gemiddelde arbeidsmarktkans van werkzoekenden ligt.

 

Economische crisis

Rond het uitkomen van dit MHP-bulletin zal het kabinet waarschijnlijk met een ‘crisispakket’ van maatregelen komen. Waarschijnlijk zal spoedig daarna worden gesproken met de centrale werkgevers- en werknemersorganisaties. Indien er nieuwe ontwikkelingen te melden zijn, zal er tussentijds een extra MHP-bulletin worden uitgebracht. Voor het laatste nieuws: www.vakcentralemhp.nl.

Laatste nieuws

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

24 juli 2024

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

23 juli 2024

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

Logo VCP YP

11 juli 2024

VCP YP: Uitnodiging bijeenkomst Prinsjesdag

Meer nieuws