24 maart 2011
Inhoud:
• SER-conferentie Werk maken van de biobased economy 6 april a.s.
• MHP ondersteunt SER-advies Zelfstandigen en arbeidsomstandigheden
• SER-advies Bevolkingskrimp
• Adviesaanvraag Ontwikkelingssamenwerking
• Kenniseconomie vraagt om vitale samenleving
• Consultatief overleg met minister Verhagen over Europese top
• Gelijk Loon Dag 2011
SER-conferentie Werk maken van de biobased economy 6 april a.s.
Als Nederland nu investeert in de biobased economy, zijn er veel kansen voor economische groei en verduurzaming van de samenleving. Een aantal sleutelsectoren, zoals de agro-industrie, chemie en de logistieke sector, is in Nederland sterk ontwikkeld. Nederlandse bedrijven kunnen kopposities innemen op markten voor schone technologie. Uit onderzoek blijkt dat de biobased economy kan resulteren in nieuwe werkgelegenheids-perspectieven, CO2-emissiereductie en structuurversterking van de economie. De Sociaal-Economische Raad (SER) doet in zijn advies Meer chemie tussen groen en groei een reeks aanbevelingen om innovatie structureel aan te pakken en te kiezen voor hoogwaardige toepassing van biomassa. Bovendien wil de SER werknemers daarop goed voorbereiden en de verduurzaming van biomassa wereldwijd bevorderen.
De SER roept partijen in de biobased keten (vooral in de chemische sector, de (agro-) industrie, papierindustrie, logistieke sector en energiesector) op om met elkaar de dialoog aan te gaan over een zo duurzaam en effectief mogelijke ontwikkeling van de biobased economy. Daarom heeft de SER, in samenwerking met sociale partners en natuur- en milieuorganisaties, een werkconferentie voorbereid om te komen tot een kwaliteitsagenda. Van de zijde van de MHP is deze conferentie voorbereid door Boudewijn Koster, onze vertegenwoordiger in de SER-werkgroep DUO. Rob Kars van Unie Services zal als coreferent optreden.
De bijeenkomst is o.a. bedoeld voor vertegenwoordigers van werkgevers en ondernemers in biobased sectoren. Bedoeling is dat zij, samen met de werknemersvertegenwoordigers van ‘biobased’, hun handelsmerk willen maken met respect voor people, planet en profit. Daarbij gaat het erom dat zij anticiperen op nieuwe (technologische) ontwikkelingen en de gevolgen daarvan voor de (kwaliteit van de) werkgelegenheid in beeld brengen. U kunt zich aanmelden via de website van de SER en deelname is kosteloos (www.ser.nl).
MHP ondersteunt SER-advies Zelfstandigen en arbeidsomstandigheden
Op vrijdag 18 maart jl. is het ontwerpbriefadvies inzake zelfstandigen en arbeidsomstandigheden vastgesteld. Namens de MHP heeft beleidsmedewerker Klaartje de Boer in de voorbereidende commissie deelgenomen. In het advies bepleit de SER gelijke arbeidsomstandigheden voor werknemers en zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). Dat houdt in dat voor iedereen die arbeid verricht, dezelfde gezonde en veilige grenswaarden moeten gelden, zoals voor geluid of voor fysieke belasting. Daarnaast moeten zzp’ers zich goed rekenschap geven van de risico’s die de werkzaamheden met zich mee kunnen brengen, zodat zij tijdig preventieve maatregelen kunnen nemen. Het uitgangspunt is dat de arbeidsomstandigheden, het beschermingsniveau en de veiligheid op de werkplek voor allen die daar arbeid verrichten, gelijk moeten zijn.
Het is een aanvullend advies op het in oktober 2010 verschenen advies ‘Zzp’ers in beeld: een integrale visie op zelfstandigen zonder personeel’. Op dit moment gelden niet alle regels op arbo-gebied ook voor zzp’ers. Daardoor kan het voorkomen dat mensen, die tegelijkertijd op dezelfde werkvloer werken, met verschillende regels te maken hebben of meer risico’s (kunnen) nemen in tegenstelling tot de gewone werknemers in dienst van de werkgever. Dit was aanleiding voor de minister van SZW om de SER hierover om advies te vragen. De adviesaanvraag had alleen betrekking op de bouw. Maar omdat deze situatie ook in andere sectoren voorkomt, heeft de SER het advies breder getrokken.
De MHP vindt dat het advies inzake zzp’ers recht doet aan de eigen verantwoordelijkheid, die zzp’ers hebben. Zo zijn de doelvoorschriften (de doelen van veiligheid voor de persoon in kwestie zelf en de omgeving) ook op zzp’ers van toepassing, maar worden de middelenvoorschriften (de wijze waarop invulling wordt gegeven aan die veiligheidsdoelen) niet wettelijk voorgeschreven.
Steeds meer regio’s in Nederland kampen met een daling van de bevolking. Zij worden bij ongewijzigd beleid geconfronteerd met zowel leegstand en achterstallig onderhoud van woningen als een verschralend aanbod van scholen, medische zorg en winkels. De krimpregio’s bevinden zich in een overgangsproces, waarbij ze moeten leren met minder mensen vitaal te blijven. Die overgang gaat meestal gepaard met forse herstructureringsopgaven, maar biedt ook nieuwe kansen. Hierbij moet de overheid randvoorwaarden scheppen, maar uiteindelijk zijn het vooral de bedrijven, ondernemers én werknemers, maatschappelijke organisaties, instellingen en burgers, die in de praktijk van alledag vorm geven aan een duurzame ontwikkeling van de regio. Dit vraagt om experimenteerruimte. Provincies moeten richting geven door een langetermijnvisie te ontwikkelen en erop toezien dat gemeenten in krimpregio’s met elkaar gaan samenwerken. Voor de MHP is het van belang dat de krimpregio’s zich richten op de gevolgen voor de arbeidsmarkt in deze regio’s. Door krimp ontstaat er een duidelijke mismatch. Jongeren en hoger opgeleide werknemers trekken vaak weg naar gebieden, waar betere werkgelegenheidsperspectieven worden geboden. Met als gevolg dat het voor werkgevers in krimpregio’s lastig is om het type vacatures te vervullen. Een belangrijke aanbeveling van het advies dat op 18 maart jl. in de SER is vastgesteld, is dan ook het bevorderen dat krimpregio’s eveneens aan jongeren en hoger opgeleide werknemers een aantrekkelijke omgeving bieden, aldus MHP-commissielid Klaartje de Boer.
Adviesaanvraag Ontwikkelingssamenwerking
Van de zijde van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) heeft de SER een adviesaanvraag ontvangen over ontwikkelingssamenwerking. Deze aanvraag betreft een actualisering van de adviesaanvraag, die de SER in augustus 2008 ontving van toenmalig minister Koenders. In het kader van ontwikkelingssamenwerking wordt de SER verzocht te adviseren over de vraag op welke wijze samenwerking tussen bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en overheid beter kan worden vormgegeven om effectiever te kunnen bijdragen aan de implementatie van het nieuwe beleid op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. In lijn met de basisbrief Ontwikkelingssamenwerking van staatssecretaris Knapen van BZ en het WRR-rapport ‘Minder preventie, meer preventie’ richt deze adviesaanvraag zich meer specifiek op de rol van het bedrijfsleven in ontwikkelingssamenwerking. De relatie tussen inclusieve economische groei (duurzame economische groei, die bijdraagt aan de vermindering van armoede in het land door het werkgelegenheidsperspectief en de zelfredzaamheid van een land te verhogen) en armoedebestrijding staat daarbij centraal. Hierbij gaat het om twee aspecten: bedrijfsleven, publiek private samenwerking en ontwikkelingssamenwerking én sociaaleconomische dialoog in ontwikkelingslanden. Het advies zal een vervolgadvies zijn op het eerdere SER-advies inzake globalisering ‘Een wereld te winnen’ (2008).
De MHP is van mening dat iedereen recht heeft op fatsoenlijk werk, waar dan ook ter wereld. Dit draagt bij aan de zelfredzaamheid van individuen, maar ook aan de economische groei van ontwikkelingslanden. Door de sociaal-economische dialoog vanuit maatschappelijke organisaties te ondersteunen op internationaal niveau, zullen gelijke arbeidsrechten eerder worden gerespecteerd en nageleefd, ook daar waar zij niet vanzelfsprekend zijn. Het bipartiete overleg tussen werknemers en werkgevers over arbeidsvoorwaarden verdient uitgebreid aandacht. De Nederlandse vakbeweging kan hieraan bijdragen door haar expertise en kennis te delen met ontwikkelingslanden.
Kenniseconomie vraagt om vitale samenleving
Een gezonde samenleving is essentieel voor een goed functionerende kenniseconomie. Vitale werknemers zijn energiek, goed inzetbaar en zijn over het algemeen minder ziek. Zowel werkgevers als werknemers hebben baat bij het voorkomen en tegengaan van overgewicht. Omdat overgewicht en obesitas nog steeds (te) vaak voorkomt is het samenwerkingsverband Convenant Gezond Gewicht in 2010 opnieuw verlengd tot 2015. Een samenwerkingsverband van 27 partijen afkomstig uit de (rijks en lokale) overheid, het bedrijfsleven, de sport, maatschappelijke organisaties en werkgevers- en werknemersorganisaties.
Aan een gezonde leefstijl op de werkvloer hangen ook diverse juridische aspecten. Hier moet men denken aan vragen als: Mag een werkgever zich bemoeien met de leefstijl van het personeel? Wanneer breekt een werkgever in op de persoonlijke levenssfeer?
De verantwoordelijkheid voor een gezonde leefstijl ligt bij de werknemer zelf. De werkgever kan wel stimuleren en faciliteren, maar niet dwingen. Van een werkgever mag worden verwacht dat hij de gezonde keuze aanbiedt: een gezond aanbod in het bedrijfsrestaurant en het faciliteren van bewegen op het werk. Maar wanneer kan een werkgever een individuele werknemer ook aanspreken op zijn gewicht? Mag dit bijvoorbeeld als de werknemer ongeschikt dreigt te raken voor de uitoefening van zijn functie? In de (juridische) praktijk zal een afweging moeten worden gemaakt tussen het belang van de werkgever om bepaalde maatregelen te treffen en de mate van inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de werknemer. De balans tussen zorgplicht en ‘bemoeizucht’ is nog een redelijk onontgonnen juridisch terrein. Beter is dat werkgevers en werknemers samen optrekken bij het opzetten van een vitaliteitbeleid, passend bij de aard, grootte en cultuur van het bedrijf. Nu bekend is dat werknemers o.a. door de vergrijzing langer zullen moeten doorwerken, wordt vitaliteit een onderwerp in het bedrijf, waar niemand meer omheen kan.
De MHP vindt dat overgewicht bespreekbaar moet worden gemaakt op de werkplek. Het personeelsbeleid kan hier, in samenspraak met een ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging, invulling aan geven. Ook kan dit aspect vrijblijvend worden meegenomen in functioneringsgesprekken. De MHP roept alle aangesloten organisaties op om zich in te zetten voor dit beleid en ondernemingsraden hierbij te betrekken. Zie voor meer informatie www.convenantgezondgewicht.nl
Consultatief overleg met minister Verhagen over Europese top
Minister Verhagen heeft op 23 maart 2011 de SER geconsulteerd ter voorbereiding op de Europese Voorjaarstop die op 24 en 25 maart in Brussel plaatsvindt. Minister Verhagen sprak met een SER-delegatie bestaande uit sociale partners en kroonleden onder voorzitterschap van Alexander Rinnooy Kan. Namens de MHP was Eddy Haket hierbij aanwezig. Tijdens het consultatief overleg is vooral stilgestaan bij het pakket maatregelen dat voorligt om de economische aansturing van de Economische en Monetaire Unie te versterken.
Het gaat onder meer om het aanscherpen van het stabiliteits- en groeipact, het versterken van het concurrentievermogen en het optuigen van mechanismen om euro-landen in nood onder voorwaarden te hulp te kunnen schieten. Minister Verhagen lichtte het belang van extra maatregelen toe voor de aanpak van de huidige financieel-economische crisis. Korte termijn maatregelen moeten volgens hem sporen met groeibevorderend beleid voor de langere termijn. Dit vraagt om een betere coördinatie van het economisch beleid binnen de EU. Op centraal niveau worden hiervoor de kaders en richtlijnen vastgesteld, die vervolgens door de lidstaten moeten worden ingevuld. Verhagen benadrukte de eigen beleidsruimte die nationale lidstaten en sociale partners op hun eigen domein blijven behouden.
Vanuit de SER-delegatie is het belang van een stabiele euro voor de hele eurozone nog eens benadrukt. Van de zijde van de drie vakcentrales FNV, CNV en MHP, is nog eens beklemtoond dat het accent op het financieel-economische beleid niet ten koste mag gaan van de sociale dimensie. Ook hebben zij – ondanks de geruststellende woorden van de minister – hun zorgen geuit over de beleidsvrijheid van de lidstaten als het gaat om bijvoorbeeld de loonvorming en het pensioenstelsel. Een andere economic governance mag er niet toe leiden dat op deze terreinen, die aan sociale partners zijn, door Brussel wordt ingegrepen. Als specifiek punt bracht de MHP nog in, dat het een van de centrale doelstellingen van Europa is om de werkgelegenheid te bevorderen en dat vanuit Europa daarbij vooral het accent lijkt te liggen op de flexibele arbeidsmarkt in plaats van het investeren in de beroepsbevolking. Het is voor de (toekomstige) arbeidsmarkt juist van het grootste belang om te investeren in het onderwijs. Het kabinetsbeleid staat hier haaks op, door bijvoorbeeld forse bezuinigingen in het hoger onderwijs door te voeren. Daardoor stevent Nederland af op steeds grotere tekorten aan goed opgeleid personeel in bijvoorbeeld de dienstensector en de high tech industrie. “Het Nederlandse kabinet gedraagt zich meer als bankier dan als investeerder in de economische structuurversterking van Nederland, en dat is niet te rijmen met de bredere doelstellingen van de EU”, aldus MHP-bestuurder Eddy Haket.
Uitnodiging voor de Gelijk Loon Dag
Het netwerk Gelijk Beloning organiseert samen met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) voor de vierde keer de Gelijk Loon Dag. Deze dag staat in het teken van de gelijke beloning van mannen en vrouwen. Op de Gelijk Loon Dag wordt een inspirerende bijeenkomst georganiseerd bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het programma van de dag ziet er als volgt uit:
14.00u – 14.30u | Inloop |
14.30u – 14.40u | Openingstoespraak (Secretaris-Generaal Johan de Leeuw, SZW) |
14.40u – 15.00u |
Ongelijke loopbanen van vrouwen en mannen (Martijn de Wildt, directeur/eigenaar Qidos B.V. en voormalig lid Taskforce Deeltijd Plus) |
5.00u – 15.30u |
Verschillen in onderhandelen tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers (Yvette Berkel, Head of Procurement Politieacademie en schrijfster van het boek ‘Strategisch onderhandelen voor vrouwen’) |
15.30u – 15.45 |
Pauze (koffie & thee) |
15.45u – 16.30u |
Interviews met een panel van professionals uit diverse disciplines die te maken hebben met beloningen van werknemers (Marga Rijerse, SZW) |
16.30u – …… |
Afsluiting en aansluitend borrel |
Het netwerk Gelijke Beloning en het Ministerie van SZW nodigen u van harte uit om de bijeenkomst bij te wonen. U kunt zich aanmelden bij Diana Kuiper via pbsecretariaatav@minszw.nl. Als deelnemer aan de Gelijk Loon Dag ontvangt u na afloop een bijzonder boek cadeau.