5 november 2020
De VCP pleit voor een aanpassing van de systematiek waarop de AOW-leeftijd wordt berekend. De Tweede Kamer praat daar vandaag over. De VCP vindt dat de AOW-leeftijd naar beneden moet kunnen worden bijgesteld als de levensverwachting trendmatig (bijvoorbeeld als gevolg van de coronasterfte) daalt. In een brief aan de Kamer waarschuwt de VCP verder voor risico’s wanneer mensen een deel van hun pensioen in een keer opnemen.
Zowel over de AOW als over het pensioenbedrag ineens zijn afspraken gemaakt in het Pensioenakkoord. Het wetsvoorstel dat nu op tafel ligt maakt een verhoging van de AOW-leeftijd mogelijk wanneer ook de levensverwachting stijgt. Maar het omgekeerde kan niet, terwijl een daling van de levensverwachting bijvoorbeeld door de coronacrisis aannemelijk kan zijn. De VCP vindt daarom dat een daling binnen de systematiek mogelijk moet zijn wanneer sprake is van een trendbreuk, bijvoorbeeld als gevolg van corona.
De VCP vindt verder dat het opnemen van een pensioenbedrag ineens alleen onder strikte voorwaarden mogelijk moet worden. De kans bestaat namelijk dat gepensioneerden hierdoor later niet rond kunnen komen. Dat is zeer onwenselijk, zegt VCP-beleidsmedewerker Klaartje de Boer. Om vervelende situaties voor te zijn moet er een hulplijn komen, waar mensen vooraf precies in kaart kunnen brengen wat een en ander voor hen concreet betekent. Ook pleit de VCP ervoor de effecten al eerder te evalueren, dan pas vijf jaar na inwerkingtreding. Dit omdat mensen mogelijk in financiële problemen zullen komen als gevolg van de opname en het nadelige effecten kan hebben voor het collectief van deelnemers.