16 december 2020
De VCP vindt het positief dat er meer zicht is hoe de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel vorm gaat krijgen, maar wijst er op dat voor deelnemers ook veel afhangt van het nieuwe pensioenstelsel, dat in 2026 ingaat. “We moeten ons niet blind staren op de transitiewetgeving maar ook oog hebben voor het pakket aan wetgeving dat nu op tafel ligt over de toekomst van ons pensioenstelsel. Dat is vele malen ingrijpender voor de pensioendeelnemers”, zegt VCP-bestuurder Ruud Stegers.
De VCP reageert daarmee op de brief die het kabinet vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd en het wetgevingsvoorstel voor het nieuwe pensioenstelsel dat nu voorligt voor consultatie. In de brief staat onder meer dat pensioenfondsen hun pensioenen volgend jaar niet hoeven te korten als ze een dekkingsgraad hebben van 90 procent of hoger. Dat blijft echter wel afhankelijk van de momentopname van 31 december. Daarnaast kondigt het kabinet tijdelijke regels aan tot 2026 voor fondsen die de intentie hebben om over te stappen op het nieuwe stelsel.
Het is logisch dat het vandaag gaat over het transitie-FTK (financieel toetsings kader). In dat kader is de VCP benieuwd hoe de zogeheten parameters doorwerken in het transitie-FTK en wat de impact daarvan zal zijn op de stijgende premies en de afnemende pensioenopbouw. De parameters bepalen in grote mate of het transitie-FTK daadwerkelijk positief zal uitpakken voor deelnemers. Daarnaast is het ook nog niet duidelijk welke oplossing de minister heeft voor de lastige positie aan de cao-tafels, waar stijgende premies en de verlaging van de pensioenopbouw dagelijks onderwerp van gesprek zijn. Voor de pensioendeelnemers is het daarnaast in veel gevallen belangrijker wat er na 2026 gebeurt, onder meer op het gebied van de compensatie. “Veel van de details moeten nog in lagere regelgeving worden uitgewerkt. De impact daarvan is groot voor iedereen. Daar zal op lange termijn alles van af hangen”, zegt Stegers.
De VCP zal de concept pensioenwetgeving nader bestuderen. “Wij zijn blij dat er een pakket voorligt voor consultatie en daar gaan we goed naar kijken. Onze aandacht gaat onder meer uit naar de compensatieregeling, waarover we eerder onze zorgen hebben geuit. Niemand mag buiten de boot vallen. Daarnaast zullen we ook veel aandacht besteden aan de manier waarop de communicatie naar de deelnemers vormgegeven gaat worden. Het nieuwe stelsel moet uitlegbaar en transparant zijn en dat begint met heldere communicatie en vertrouwen van deelnemers in dit stelsel.” Tijdens de hoorzitting een maand geleden in de Tweede Kamer kwamen diverse vragen over de juridische houdbaarheid naar voren, onder meer van het invaren en de houdbaarheid van de verplichtstelling. “Bij eerste lezing van het wetsvoorstel lijkt er geen Plan B te zijn mocht die houdbaarheid toch in het gedrang komen. Wij zijn benieuwd hoe de minister daarmee omgaat. De verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor de transitie kan en mag niet alleen bij de sociale partners en de pensioenuitvoerders worden gelegd”, zegt Stegers.
De VCP herhaalt geen voorstander te zijn van een monsterwet, dat het hele nieuwe pensioenstelsel omvat. Het risico bestaat namelijk dat bepaalde onderdelen uit het Pensioenakkoord die eerder door kunnen gaan, vertraging zullen oplopen, zoals het bestrijden van een gebrek aan pensioen bij uitzendkrachten door het verlagen van de wachttijden, en experimentwetgeving om zelfstandigen toegang te geven tot de tweede pijler. De VCP is blij de met voortgang, maar spreekt wel de hoop uit dat de snelheid niet ten koste is gegaan van de zorgvuldigheid. Na zorgvuldige bestudering zal de VCP komen met een uitgebreide, inhoudelijke reactie.