9 december 2013
De MHP vindt een flexibele AOW-leeftijd gewenst, omdat het meer maatwerk mogelijk maakt. De MHP is dan ook blij dat de Tweede Kamer een motie heeft aangenomen om daar onderzoek naar te doen. Het CPB heeft recent onderzoek gedaan naar een aantal andere alternatieven.
De vakcentrale MHP pleitte met FNV en CNV al begin dit jaar, in een brief aan de Tweede Kamer, voor een flexibelere invulling van de huidige AOW.Tijdens de behandeling van de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 5 december jl. is nu dus een motie van 50-plus aangenomen met het verzoek om onderzoek te doen naar een flexibele AOW. Recent heeft het CPB in opdracht van SZW wel een verkenning gedaan naar enkele alternatieven voor de AOW. Uit dit onderzoek naar de houdbaarheid van de AOW blijkt dat het koppelen van de AOW aan de afhankelijkheid van arbeidsverleden of verrekening van vermogensinkomsten niet welvaartsverhogend zijn.
Het huidige AOW-stelsel leidt per saldo tot een herverdeling van hoger naar lager opgeleiden en van mannen naar vrouwen, aldus het CPB. Goede alternatieven zijn echter schaars. De onderzoekers concluderen dat een AOW gerelateerd aan het arbeidsverleden weliswaar minder arbeidsmarktverstorende effecten geeft, maar ook minder zekerheid biedt tegen onzekerheden gedurende het leven. Het CPB concludeert dat een AOW op basis van iemands arbeidsverleden niet per se hoeft te leiden tot meer welvaart dan het huidige systeem. Een eerste pijlerpensioen op basis van beschikbaar inkomen is evenmin een garantie voor een hogere welvaart, omdat het de consumptiebeslissingen van de betrokkenen beïnvloedt. Een vermindering van de AOW, als men vermogensinkomsten heeft waardoor iedereen een lagere premie kan betalen, blijkt niet welvaartsverhogend.
De onderzoekers opperen verder dat ook een stelsel waarin mensen zichzelf verzekeren onvoldoende is en tot relatieve armoede onder gepensioneerden zal leiden. Dat komt doordat mensen onvoldoende zicht op de toekomst hebben en hun uitgavenpatroon daarom vooral zullen baseren op de levensverwachting. Omdat de levensverwachting nog steeds stijgt, zouden de betrokkenen hun bestedingen echter jaarlijks moeten aanpassen aan de realiteit, redeneert het CPB. De MHP merkt op dat deze lijn door te trekken is naar ons collectieve aanvullend pensioensysteem. Wanneer aanvullend pensioen een individuele afweging is dan zal dat in veel gevallen leiden tot onvoldoende pensioenopbouw voor een welvaartsvaste oude dag.