7 juli 2006
Culemborg, 7 juli 2006
Pb 0707-12
MHP: “We hebben weer een nieuwe regering….. (!)”
Het goede nieuws is volgens de vakcentrale MHP dat het land weer kan worden geregeerd en dat de politici in Den Haag kunnen gaan werken aan het herstel van het hun geschonden imago na het gehannes rondom de val van het Kabinet- Balkenende 2. D66 heeft uiteindelijk helemaal niets bereikt, behalve hoon.
Dit zegt MHP-voorzitter Ad Verhoeven in een reactie op de regeringsverklaring van minister-president Balkenende.
De vakcentrale heeft begrip voor de beslissing om in november van dit jaar vervroegde verkiezingen te houden. De motivatie voor het derde kabinet-Balkenende is volgens Verhoeven vooral gelegen in het belang dat in een turbulente, internationale economische omgeving het land bestuurbaar blijft en niet maandenlang in de ban van een crisis blijft hangen.
De MHP onderschrijft het belang van een volwaardige begroting voor 2007, vooral op het gebied van de reeds toegezegde lastenverlichting voor burgers en werknemers. “Dat wil niet zeggen dat de MHP de komende begroting kritiekloos tegemoet zal treden. Wij rekenen op extra lastenverlichting voor werknemers, vooral ten gunste van de in voorbije jaren hard getroffen middengroepen”, stelt Verhoeven. Hij stelt in dit verband dat nieuwe toezeggingen ook nodig zijn om het beleid van een verantwoorde loonpolitiek door de vakbeweging vol te kunnen houden. “Deze toezeggingen zijn dringend nodig, omdat juist door toedoen van de vakbeweging het land weer uit het economisch dal is gekropen en dus zeker niet op de eerste plaats dankzij het kabinetsbeleid”, meent Verhoeven.
De MHP-voorzitter betreurt vervolgens de geheimzinningheid over al dan niet bestaande lijstjes met omstreden onderwerpen. “Dit zeker na de uitspraken van CDA-fractievoorzitter Verhagen, nl. dat geen enkel onderwerp taboe is. “ Feit is volgens Verhoeven dat deze onderwerpen absoluut bestaan. “Bovendien ga ik er vanuit dat het kabinet wel degelijk weet welke onderwerpen (bij de begroting 2007) wel of niet aan de orde komen. Bewuste onduidelijkheid hierover, leidt tot onzekerheid. Dat zou heel kwalijk zijn.”
Tot slot wijst Verhoeven erop dat de aangehouden advisering van de SER over het sociaal-economisch beleid op middellange termijn, met uitzondering van het ontslagstelsel, toch weer ter hand is genomen. “Wij gaan er bij voorbaat vanuit dat het nieuwe kabinet het belangrijke advieswerk van de SER over het te voeren sociaal-economisch beleid in de volgende regeerperiode op geen enkele manier zal frustreren.”