22 februari 2006
22-02-2006
MHP wil reparatie koopkracht middengroepen
De vakcentrale MHP wil verbetering van de koopkracht van grote groepen huishoudens met een inkomen tussen één en ruim twee keer modaal.
Tijdens een persconferentie in Den Haag licht de MHP het Zwartboek toe.
Achter de tafel v.l.n.r.: Eddy Haket, Ad Verhoeven en persvoorlichter Frits van Schaik.
Dit staat in het Zwartboek koopkrachteffecten 2006 dat de vakcentrale vanmiddag in Den Haag heeft gepresenteerd.
In dit zwartboek zegt de vakcentrale, samen met de aangesloten organisaties, concreet aan te tonen welke groepen er op achteruit zijn gegaan in 2006. De MHP-organisaties UOV/De Unie, CMHF, VNV en BBV zijn door enkele duizenden verontruste leden benaderd over hun inkomensachteruitgang. De onderbouwing wordt volgens de MHP in het zwartboek geleverd aan de hand van voorbeelden met concrete loonstrookjes, pensioenopgaven, uitkeringsstrookjes en polisbladen.
De MHP stelt in het zwartboek dat de middengroepen in de afgelopen jaren al relatief veel hebben moeten inleveren en dat er geen goede verklaring is waarom zij – als gevolg van een nieuw ziektekostenstelsel – opnieuw een koopkrachtdaling moeten accepteren. De MHP noemt het niet uit te leggen dat juist zij in sommige gevallen – zoals blijkt uit de voorbeelden in het zwartboek – 5% moeten inleveren.
De MHP heeft aan de hand van de ontvangen gegevens circa tien groepen van huishoudens met een aanzienlijke koopkrachtdaling onderzocht. In het zwartboek staat vermeld hoeveel leden concrete gegevens over hun eigen situatie hebben geleverd. Het werkelijk aantal mensen dat heeft gereageerd, is hier een veelvoud van. Niet allemaal hebben zij kopieën met inkomens- en premiegegevens ingezonden. Per categorie is tevens de spreiding aangegeven van de koopkrachtmutaties, die zijn waargenomen. Deze zijn gecheckt aan de hand van de ingezonden gegevens. Inkomensdeskundigen van de MHP en de MHP-bonden hebben de inkomenseffecten geschoond voor bijzondere mutaties. Zo is onder meer rekening gehouden met wijzigingen in de inkomstenbelasting, die niet via de voorheffing van de loonbelasting verlopen en met de afschaffing van het OZB-gebruikersdeel, dat door het kabinet als lastenverlichting is ingeboekt. Daarnaast is rekening gehouden met een verwachte inflatie van 1%.
Voorbeelden
Hieronder volgen enkele voorbeelden uit het zwartboek:
De MHP herinnert in het zwartboek het kabinet aan de toezegging om schrijnende gevallen te repareren. Daarom stelt de vakcentrale een aantal compensatiemaatregelen voor. Allereerst denkt de vakcentrale aan een aanvullende arbeidskorting voor alleenstaanden zonder jonge kinderen. De MHP pleit er verder voor de zorgtoeslag voor AOW-gerechtigden uit te breiden. De ziektekostenregelingen voor (voormalig) onderwijzend personeel en rijkspersoneel moeten worden hersteld. Volgens de MHP heeft de overheid als werkgever de eigen werknemers met een inkomen tussen 1x en 2,5x modaal opgezadeld met een koopkrachteruitgang. De MHP wil vervolgens een afkoopsom voor particulier verzekerden, die (gedeeltelijk) waren vrijgesteld van premiebetaling. Er moeten dus afspraken komen met die verzekeraars, bij wie arbeidsongeschikte verzekerden een (gedeeltelijke) premievrijstelling hadden. De MHP pleit tevens voor herstel van de maximum drempel voor de buitengewone lastenaftrek. De huidige maatregel treft vooral die huishoudens met een chronisch of gehandicapt gezinslid.
Ook vindt de MHP dat er een overgangsmaatregel moet komen bij het premieplichtig inkomen, zoals de nieuwe ziektekostenverzekeringswet aangeeft. In het verleden heeft men, bij het afsluiten van bijvoorbeeld een lijfrente- of aanvullende nabestaandenpolis, geen rekening kunnen houden met het feit dat extra premie moet worden betaald over de uitkering. De overgangsmaatregel moet vergelijkbaar zijn met de overgangsmaatregel die is toegepast bij de alimentatie-uitkering. Het komt er dus op neer dat inkomsten vanuit vóór 2006 afgesloten contracten worden vrijgesteld van het premieplichtig inkomen.
De MHP heeft voor een aantal categorieën geen kant-en-klare oplossingen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om (voormalige) werknemers in de marktsector, die door de terugval van de werkgeversbijdrage een inkomensachteruitgang hebben. Een andere groepering waarvoor een specifieke maatregel vroeg te bedenken is, zijn vroeggepensioneerden met een bruto jaarinkomen van 40.000 euro. Ook denkt de MHP aan Nederlanders die in het buitenland wonen en – om gebruik te maken van Nederlandse zorg – extra verzekeringen moeten afsluiten. Oplossingen moeten hier, zo meent de MHP, vooral worden gezocht in afspraken met autoriteiten in het buitenland.