1 september 2008
Onderstaand artikel is in augustus 2008 in het SER-bulletin gepubliceerd
Nieuwe voorzitter wil niet alleen mopperen
Het is waarschijnlijk het voordeel van een nieuwe persoon op een bepaalde positie, zo zegt hij zelf. Richard Steenborg – sinds begin juli officieel voorzitter van vakcentrale MHP – is verbaasd over hoeveel verschillende groepen mensen hij nu al aan zijn bureau heeft gehad. Migranten, zzp’ers, jongeren; allemaal hebben ze zich spontaan gemeld omdat ze iets willen met zijn organisatie. “Ik ben ervan overtuigd dat heel veel mensen zich bij ons zullen aansluiten.”
Jan Buevink
Aan enthousiasme ontbreekt het bij Richard Steenborg niet. De nieuwe voorzitter van de MHP straalt bij bijna alles wat hij vertelt. Hij mag de zestig dan inmiddels (net) gepasseerd zijn, zijn ogen houden niet op met glinsteren, en bij elke vraag kijkt hij weer blij verbaasd, als een jongen die nog maar net een prachtig cadeau heeft uitgepakt en nu al weer een nieuw pakje in ontvangst mag nemen.
Steenborg is overduidelijk een man van de positieve benadering. Dat zegt hij ook zelf. “Mensen voelen zich veel beter thuis bij positieve dan bij negatieve energie.” Maar de nieuwe voorzitter is ook nog duidelijk een nieuwkomer. Dit gesprek met het SER-bulletin is zijn eerste interview als MHP-voorman. Over zijn plannen voor de komende tijd blijft hij soms nog wat in algemeenheden hangen. Hij is op zijn hoede, hij wil niet voor zijn beurt spreken.
Een ding kan hij wel vast zeggen: wat de MHP doet, moet beter over het voetlicht komen. Binnen de organisatie zitten veel goede mensen en er wordt hard gewerkt, maar voor de buitenwacht is dat lang niet altijd duidelijk. Aangesloten bonden als CMHF en De Unie (zie kader) weten zich wel te profileren, maar de merknaam van de vakcentrale waarin ze samenwerken mag wat hem betreft een stuk ‘navranter worden neergezet’. Binnenkort wil hij met de aangesloten bonden om de tafel gaan zitten om te kijken hoe ze dat het best kunnen aanpakken. “Er zitten veel professionals in deze organisatie en met die mensen kun je de komende jaren het merk MHP een fantastische plek geven in de sociaaleconomische wereld.”
De MHP die hij voor ogen heeft zal helder en transparant moeten zijn. Dat betekent dat hij zeker ook de structuur van de organisatie tegen het licht zal houden. Dat heeft hij afgesproken met de leden van zijn bestuur. Zelf heeft hij daar wel ideeën over, maar die houdt hij nog voor zich. “De leden maken bij ons het beleid, mijn opvattingen kunnen daarbij gebruikt worden.”
Loswurmen
Hij heeft gewoon gesolliciteerd. Een kennis wees hem op de vacature die in de krant stond. Voor zijn gevoel kwamen in het MHP-voorzitterschap veel lijnen uit zijn leven samen (zie kader). Bovendien sloot het aan bij zijn overtuiging. “Ik wil mezelf in dienst stellen voor de belangen van de middengroepen en het hoger personeel”, klinkt het ietwat plechtig.
Een exacte definitie van wie de middengroepen, waarvoor MHP wil opkomen, precies zijn, vindt Steenborg lastig om te geven. Hij wil ze niet definiëren als een aparte inkomenscatego-rie. “Het zijn professionals, kenniswerkers, die niet aan de top zitten, maar ook niet aan de onderkant.” Die groep groeit alleen maar verder, ziet Steenborg. “Het zijn mensen die zich loswurmen van vaste structuren en organisaties maar die wel verbonden willen zijn met een organisatie die hun belangen behartigt. Ze hebben wel behoefte aan rugdekking als het fout gaat.”
De manier waarop dit kabinet met deze groepen omgaat, is volgens Steenborg niet handig. Hij noemt het begrijpelijk dat het kabinet de nadruk legt bij de onderkant van de samenleving, maar vindt het onverantwoordelijk dat het de rekening daarvan doorschuift naar het middelbaar en hoger personeel. Te veel maatregelen zorgen ervoor dat ze zich van de maatschappij afkeren, in plaats van dat ze er actief in meedraaien. Dat is zonde, al was het alleen maar vanwege het geld dat in hun opleiding gestoken is.
Ook deze groepen krijgen steeds meer de behoefte zich te organiseren, denkt hij. Zij worden de dupe van de nivelleringstendens die in veel beleid zit. Helemaal verkeerd, meent Steenborg. “Die mensen moet je juist de ruimte geven. Als organisatie moeten wij daarom proberen tegenwicht te bieden aan de nivellering. Daar ligt een geweldige kans.”
Hij vertelt over wat hij een tijdje terug in de krant las. Psychotherapeuten waren in financiële nood geraakt omdat er een ander betalingssysteem in de geestelijke gezondheidzorg was ingevoerd. Sommigen zaten al zes maanden zonder inkomen. “Als ik dat lees, begint mijn bloed te stromen. Dan denk ik: hoe kan dit? Voor mij is het een voorbeeld van wat kan gebeuren als je je belangen niet goed behartigd hebt. Maar ik word ook boos, en wil er wat aan doen.”
Bijenkorf
Richard Steenborg is geen nieuwkomer in sociaal-economisch Nederland. Lange tijd was hij plaatsvervangend directeur sociale zaken bij het concern KBB, dat toen nog zo’n 25.000 medewerkers telde bij Hema, Bijenkorf, Praxis en andere winkelketens. Hij was onder meer verantwoordelijk voor de sociale plannen, het opzetten van een landelijke kinderopvangregeling en allochtonenprojecten.
Ook zat hij als tweede onderhandelaar bij de cao-besprekingen, als prominent lid van de werkgeversdelegatie. De opmerking dat hij nu in zekere zin is opgeschoven naar de andere kant van de tafel, lijkt hij eerst niet zo snel te kunnen plaatsen. Vervolgens gaat hij in op de positieve effecten die kunnen ontstaan als mensen van plek wisselen. Toen hij in de jaren tachtig voor brancheorganisatie Fenecon (confectie) werkte, gebruikte hij die aanpak weleens als hij sprak met een ondernemer die problemen had met zijn werknemers. Dan ging hij op zijn stoel zitten, en nam de ondernemer de plek in van zijn werknemer. “Dan liet ik hem vanuit zijn gewisselde plek uitleggen hoe zijn casus in elkaar zat. Dat werkte altijd.”
Op de vraag hoe hij zich als vakbondsleider zal gaan opstellen, of hij een man van het overleg zal zijn of juist iemand van de confrontatie, trekt hij in eerste instantie een gezicht alsof hij zich afvraagt: ‘ben ik dan een vakbondsleider?’ Daarna kiest hij voor beide mogelijkheden, waarbij hij het begrip confrontatie wel meteen begint te relativeren. “Werkgevers en werknemers staan helemaal niet zo ver van elkaar af. Ze hebben natuurlijk ook een vorm van samenwerking.” Ook wijst hij erop dat de MHP door zijn focus op het hogere en middenkader juist een organisaties is die tussen de andere werknemers en de ondernemers in zit. “Ik denk dat wij toch vaak een trait d’ union zijn.”
Mopperland
In ieder geval wil Steenborg geen vakbondsman zijn die alleen klaagt over hoe slecht dingen gaan. Dat gebeurt toch al veel te veel: “Nederland is een mopperland.” Hét voorbeeld daarvan vindt hij het mbo waar dagelijks veel jonge mensen worden opgeleid voor een goede baan. “Hoe vaak hoor je daar nou goede berichten over? Nooit toch. Dat komt alleen in de publiciteit als er dingen mis gaan.”
“Ik vind het ook een maatschappelijk taak van belangenorganisaties om dingen te laten zien die goed gaan”, zegt Steenborg. Het congres dat de MHP in juni organiseerde over hoger opgeleide allochtonen vond hij daar wel een mooi voorbeeld van. “Zoveel van die mensen zijn doorgeschoven naar een middenpositie. Je moet af en toe ook roepen hoe goed bepaalde ontwikkelingen gaan en daar voorbeelden van laten zien.” Wat dat betreft is hij erg blij met de jongeren, allochtonen en zzp’ers die hij al aan zijn bureau heeft gehad. Hij wil zeker nagaan hoe hij ze bij de MHP kan betrekken en kijken wat ze vanuit hun gezamenlijke belangen samen kunnen aanpakken. “We moeten vooral veel goede voorbeelden laten zien op congressen en via publicaties. Ik ben echt iemand van de good practices. Dat geeft enorm veel positieve energie en veel spin-off.”
Issuemanagement
Hij denkt daar zeker nieuwe leden voor zijn aangesloten bonden mee binnen te kunnen halen. Hoeveel, dat wil hij niet zeggen. Steenborg realiseert zich heel goed dat zijn organisaties met de bonden van de andere centrales voor een groot deel in dezelfde vijver met potentiële aanwas vissen. “De FNV is marktleider in ons segment. Daar moeten we realistisch over zijn en dus moeten wij meer doen aan zogeheten issuemanagement. Als je een heldere boodschap hebt, komen de mensen vanzelf naar je toe.”
Steenborg weet wel op welke punten de MHP zich snel zal moeten profileren. De netto-kinderopvangkosten voor de midden- en hogere inkomens mogen niet omhoog. De belastingvrije kilometervergoeding die werkgevers hun werknemers mogen geven, moet van 19 naar 24 cent en de voorgestelde BTW-verhoging van 19 naar 20 procent moet van tafel. Steenborg zelf noemt het ‘micropunten’. Het zijn onderwerpen die op buitenstaanders misschien niet als wezenlijk zullen overkomen, maar die wel erg demotiverend kunnen werken.
De MHP kan zich ook meer gaan bezighouden met de cultuur in organisaties, meent de nieuwe voorzitter. Die kan vaak nog een stuk beter. “Managers managen nog te veel vanuit controle”, zegt Steenborg. “Ze letten meer op de aanwezigheid van hun medewerkers dan op hun output. Ze vinden het vaak moeilijk om dat los te laten, dan schieten ze in de angst. Dat vergt een cultuuromslag, maar het moet wel: het is veel effectiever. Dat blijkt uit alle studies. Bovendien is het noodzakelijk voor een goede relatie tussen werk en privé.”
Het voorbeeld van waar dat fout gaat, is de manier waarop veel organisatie omgaan met telewerken. “Mensen die ’s ochtend een hele tijd in de file staan, zijn op kantoor het eerste uur bezig met het afwerken van hun mails. Dat zouden ook vanaf thuis kunnen doen, om pas daarna naar het werk te rijden. Dan rijden ze achter hun file aan in plaats van dat ze erin staan. Met dat soort dingen wordt in Nederland nog veel te verkrampt omgegaan.”
De derde vakcentrale van Nederland
MPH is kleinste van de drie vakcentrales in Nederland. De vier werknemersorganisaties die zich hierbij hebben aangesloten, behartigen de belangen van in totaal 160.000 werknemers. De organisaties verschillen nogal in omvang. De kleinste is de Beroepsorganisatie voor Banken en Verzekeringen (BBV) met zo’n 2800 leden. De Vereniging voor Verkeersvliegers telt zo’n honderd leden meer. In de Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen werken maar liefst zo’n vijftig verschillende verenigingen samen, variërend van de Nederlandse Vereniging van Wiskundedocenten tot NU’91 (zorg). Samen zijn ze goed voor 60.000 werknemers. De grootste partner in MHP is echter de Unie van Onafhankelijke Vakorganisaties (UOV) dat zo’n 94.000 werknemers vertegenwoordigt. Dit is een samenwerkingsverband van vijftien verenigingen van middelbaar en hoger personeel bij afzonderlijke bedrijven (Heineken, Gasunie, Corus etc.), de vakbond voor profvoetballers en vakbond De Unie (met als voorzitter Jacques Teuwen). Die laatste is verreweg de grootste UOV-partner. Op het secretariaat van MHP in Culemborg werken ongeveer tien mensen, die deels ook bij De Unie in dienst zijn.
Zelfstandige wordt vakbondsleider
Richard Steenborg (1948) werkte de laatste tien jaar als zelfstandig adviseur. Hij leidde een project dat de samenwerking moest bevorderen tussen vijf ziekenhuizen, verspreid over heel Nederland, trad op als conflictbemiddelaar en was dagvoorzitter bij congressen. Ook leidde de Stuurgroep Dagindeling, die in opdracht van voormalig staatssecretaris Verstand van Sociale Zaken praktische oplossingen moest vinden die Nederlanders zouden helpen bij het combineren van werk en privé.
Steenborg, die Nederlands recht studeerde in Groningen en Amsterdam, verzorgde in het begin van zijn loopbaan juridische spreekuren bij de Vervoersbond FNV. Van 1979 tot 1989 werkte hij als bedrijfsjurist en secretaris voor de werkgeversorganisatie voor de confectie- en tricotage-industrie (Fenecon). Daarna trad hij in dienst bij Koninklijke Bijenkorf Beheer waar hij opklom tot plaatsvervangend directeur sociale zaken van de concerndienst.
De nieuwe MHP-voorzitter woont in Heemstede, is gehuwd en heeft twee dochters. Hij sport veel (zijn CV vermeldt vijf sporten) en houdt van architectuur. Sinds 2002 is hij voorzitter van de vereniging van architecten die onderwijsgebouwen ontwerpen.