5 oktober 2016
Scholing draagt bij aan de kwaliteit van ondernemingsraden, maar er is geen duidelijk beeld van de scholingsbehoefte. Tweederde van de OR’en heeft geen scholings- of ontwikkelingsplan. Waar wel een plan is, is dit zelden concreet ingevuld en uitgewerkt. Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van de SER naar de ontwikkelingen in scholing van OR-leden. De VCP adviseert OR’en hiermee actief aan de slag te gaan. Uit het onderzoek blijkt ook dat OR’en, in een heel aantal gevallen, minder scholing volgen als gevolg van werkdruk in het reguliere werk. Ook OR-werk is werk en hier dient dan ook voldoende tijd voor beschikbaar te worden gesteld, aldus VCP-voorzitter Nic van Holstein.
Aanleiding voor het onderzoek was de afschaffing in 2013 van de voor werkgevers verplichte heffing voor scholing en vorming van OR-leden. Tegelijkertijd werd toen in de Wet op de ondernemingsraden (WOR) het scholingsrecht van OR-leden op kosten van de werkgever versterkt. De SER heeft laten onderzoeken of de wijziging van de WOR van invloed is geweest op de vraag naar scholing. Dat blijkt nauwelijks het geval te zijn. Het onderzoek biedt verder inzicht in de huidige stand van zaken van de scholing van OR’en, de ontwikkelingen daarin en de verwachtingen voor de toekomst.
Bevindingen
OR’en en bestuurders vinden scholing nuttig en effectief. Bij ruim de helft van de OR’en is de scholingsomvang ongewijzigd, bij 20 procent is deze afgenomen, bij 10 procent is deze toegenomen en 15 % van de OR’en weet het niet. Per saldo is er sprake van een afname. Driekwart van de OR’en benut niet al zijn scholingsrechten. Dat komt doordat OR’en in bepaalde perioden minder behoefte hebben aan scholing en ook door werkdruk in het reguliere werk. Eenderde van de OR’en vindt dat hij zich onvoldoende schoolt.
Over de kwaliteit en bruikbaarheid van de scholing is men positief: die is eerder beter dan slechter geworden.
Uit het onderzoek blijkt dat er veranderingen in de vraag naar scholing zijn, die los van de wetswijziging staan:
– de grootste problemen liggen bij de kleinste OR’en en ondernemingen;
– er is een trend naar kortere cursussen, en van maatwerk naar open inschrijving;
– er is een trend naar meer inzetten van deskundigen.
Stand van zaken
De Commissie Bevordering Medezeggenschap van de SER wil met een aantal activiteiten gericht reageren op de verschillende uitkomsten van het onderzoek. Het is de bedoeling dat deze activiteiten worden meegenomen in haar werkplan voor 2017.