14 september 2009
Culemborg, 14 september 2009
Ook Advocaat Generaal kritisch over aftopping ontslagvergoeding
Onlangs heeft Advocaat Generaal (AG) Spier een advies voor de Hoge Raad opgesteld naar aanleiding van een ingesteld cassatieberoep tegen een arrest van het Hof Den Haag. Deze AG is echter niet alleen ingegaan op de casus zelf, maar heeft zich ook zeer kritisch uitgelaten over het Wetsontwerp limitering ontslagvergoeding.
Na de Raad van State steunt ook deze AG de MHP in zijn afwijzing van dit wetsvoorstel. Van de centrale werkgevers- en werknemersorganisaties is de MHP de enige partij die niets ziet in de aftopping van de ontslagvergoeding.
Een werknemer, die meent dat het door de werkgever gegeven ontslag (waarvoor een vergunning is afgegeven door het UWV) kennelijk onredelijk is, kan naar de rechter stappen. Krijgt hij gelijk van de rechter dan kan de rechter de werkgever veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding. In de rechtspraak bestaat al lange tijd onduidelijkheid over de hoogte van de schadevergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag. Sommige kantonrechters nemen bij het vaststellen van de hoogte van de vergoeding de kantonrechtersformule als uitgangspunt terwijl andere kantonrechter geheel andere berekeningen hanteren. De Hoge Raad zal mogelijk op 13 november 2009 een einde maken aan de discussie of de kantonrechtersformule geschikt is om de schadevergoeding te bepalen in kennelijk onredelijk ontslagzaken.
Volgens de AG is het niet juist om de kantonrechtersformule te gebruiken ter beantwoording van de vraag of een ontslag kennelijk onredelijk is. Wel sluit het Hof Den Haag zich terecht aan bij de kantonrechtersformule waar het gaat om het bepalen van de schadevergoeding als eenmaal is vastgesteld dat er sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag. Voor een standaardaftrek van 30% die het Hof Den Haag toepast, is echter geen reden, aldus de AG.
De andere Hoven, te weten Amsterdam, Arnhem, Leeuwarden en Den Bosch beantwoorden eerst de vraag of het ontslag kennelijk onredelijk is gegeven. Pas als die vraag bevestigend beantwoord is, hanteren ze de door hen ontwikkelde XYZ-formule, die lijkt op de (oude) kantonrechtersformule. De korting van 50% die zij op die formule toepassen, acht de AG te algemeen.
Wat de MHP daarnaast vooral verheugt en in hoge mate is opgevallen, is dat de AG ook zeer kritische opmerkingen heeft gemaakt over het wetsvoorstel limitering ontslagvergoeding. Dat is verre van gebruikelijk nu het onderwerp van het geschil gaat over de beoordeling van de gevolgen van een gegeven ontslag. Al eerder had de Raad van State zich zeer kritisch uitgelaten over het wetsvoorstel.
De AG juicht het toe om soms exorbitant hoge vergoedingen van bestuurders of andere leidende figuren in grote ondernemingen, die na of wegens mismanagement aan de kant worden geschoven, te beteugelen. Daarbij is de gekozen grens van € 75.000 in het wetsontwerp voor de AG niet vanzelfsprekend. De AG stelt dat een jaarinkomen van
€ 75.000 naar huidige inzichten toch bezwaarlijk kan gelden als een exorbitant (laat staan stuitend hoog) inkomen. Nog minder evident is, zo gaat de AG nog even door, waarom een voorbeeldig functionerende oudere werknemer met een inkomen van € 75.000 na een langdurig dienstverband met € 75.000 naar huis kan worden gestuurd.
De AG vreest dat het wetsontwerp geen enkele bijdrage zal leveren aan het tegengaan van buitensporige vergoedingen en dito afvloeiingsuitkeringen aan topfiguren in een aantal grote(re) ondernemingen. De AG spreekt van een – in zijn ogen – volstrekte onbalans waaraan ook het ontslagrecht meewerkt als de top niet wordt aangepakt en het lager betaalde kader (van € 75.000 en hoger) wel wordt aangepakt. De AG ziet ook als bezwaren dat de werkgever zal kiezen voor een ontbindingsprocedure omdat hij dan maar één jaarsalaris hoeft te betalen waar dat bij een kennelijk onredelijk ontslag na de ontslagvergunningsprocedure duurder zal kunnen uitvallen vooral bij lange en trouwe dienstverbanden.
De AG is ook niet gelukkig met de nieuwe kantonrechtersformule alsmede met de timing ervan. De formule is versoberd en dat wordt door de kantonrechters beargumenteerd met de gestelde, sterk verbeterde arbeidsmarktpositie van jongeren gedurende een aantal jaren. Echter, zegt de AG, de gedachte dat (voor jongeren) de kansen op de arbeidsmarkt gunstiger zijn dan in het recente verleden, is helaas in de huidige crisis weinig realistisch.
Na de Raad van State, ondersteunt nu ook deze Advocaat Generaal de MHP in zijn afwijzing van het wetsvoorstel om de ontslagvergoedingen af te toppen. Binnnenkort zal dit wetsvoorstel van de ministers Donner en Hirsch Ballin worden behandeld in de Tweede Kamer. De MHP vindt dat de Tweede en Eerste Kamer de gefundeerde kritiek van deze vooraanstaande juristen niet naast zich neer mogen leggen.