8 november 2015
Onderwijs voor universitaire studenten dient door onderzoekers en vakspecialisten plaats te vinden, aldus de VAWO en de VCP in een brief [.pdf] naar de Tweede Kamer. Door de combinatie onderwijs en onderzoek leren studenten de meest actuele kennis uit het vakgebied en worden zij vertrouwd met de kritische academische attitude.
Deze brief is geschreven naar aanleiding van de hoorzitting over de Strategische agenda hoger onderwijs van 9 november jl. De VAWO en VCP zijn het eens dat de kwaliteit van het onderwijs omhoog moet zoals in het SER-advies ‘Leren in het hoger onderwijs van de toekomst, advies over de Strategische Agenda Hoger Onderwijs 2015-2025’ wordt aangegeven. De 1400 extra docenten is slechts een start. De VAWO en VCP zijn van mening dat dit aantal nog niet voldoende is en dat het ook om het soort docenten moet gaan. De VAWO en de VCP vinden dat wetenschappelijk onderwijs door universitair (hoofd) docenten of hoogleraren moet plaatsvinden. Dit kan mogelijk worden gemaakt door de onderzoeksgelden voor de eerste geldstroom voor universiteiten te verruimen. Hierdoor komt er meer tijd vrij voor onderzoekers om naast hun onderzoekstaken onderwijs te geven. Dit is van groot belang voor kwalitatief hoogstaand wetenschappelijk onderwijs.
Afgelopen jaren is op universiteiten een enorme groei zichtbaar van fulltime onderzoekers. Vaak zijn zij op tijdelijke basis. Deze groei is mede ontstaan doordat onderzoeksgelden steeds vaker op basis van competitie en projectbasis wordt verdeeld. Wetenschappelijk personeel dat onderzoek met onderwijs combineert, maakt hierdoor doorgaans weinig kans op het verwerven van de competitieve onderzoeksgelden (tweede of derde geldstromen).
Als laatste baart het de VAWO en de VCP, net zoals vermeld in het SER-advies, zorgen om de wildgroei aan tijdelijke functies onder wetenschappelijke personeel. Om die reden pleiten zij voor een betere doorstroming naar vaste academische functies. Hierbij past ook de oproep om af te zien van het experiment met beurspromovendi. In dit experiment zijn promovendi geen werknemers meer maar studenten met een beurs. Zij hebben dan ook geen werknemersrechten (WW, pensioenopbouw en verlof) meer.