Menu

Op 4 februari is het wetsvoorstel Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren door de Tweede Kamer aangenomen. “Ik verwacht dat de Eerste Kamer het wetsvoorstel sterker op staatsrechtelijke gronden gaat beoordelen dan op louter pragmatische,” aldus CMHF-voorzitter Reginald Visser, die stevige vraagtekens plaatst bij het wetsvoorstel.

Met het wetsvoorstel beogen initiatiefnemers een normalisering van de rechtpositie met de marktsector. “Een ambtenaar is een dienaar van het openbaar bestuur bij wie bescherming van de rechtspositie juist via het publiekrecht navolging verdient. De gebezigde term ‘normalisering’ is slechts een rookgordijn waarmee rechtspositie en mogelijk de arbeidsvoorwaarden eenzijdig verslechterd worden. Dit wetsvoorstel zal daarom zeker gevolgen hebben voor de rechtsstaat en voor het maatschappelijk verkeer,” aldus Visser. “De taak van de overheid en de ambtenaar rechtvaardigen een specifieke rechtspositie, immers het overheidshandelen en dus ook het handelen van de ambtenaar is publiekrechtelijk van aard. Daar past een publiekrechtelijke regeling van arbeidsvoorwaarden en medezeggenschap bij.”

Volgens pleitbezorgers ontstaat er door het wetsvoorstel minder bureaucratie, minder kosten en meer mobiliteit. Hier staat volgens tegenstanders onder andere tegenover dat ambtenaren met het wetsvoorstel minder worden beschermd tegen politieke willekeur waardoor een onafhankelijke en onpartijdige grondhouding lastiger kan worden. We moeten niet naar een situatie waarbij na verkiezingen het hele ambtenarenkorps wordt vervangen. Het argument van minder kosten is vreemd omdat ambtenaren door een jarenlange nullijn in veel gevallen geen marktconform salaris ontvangen. Het is maar zeer de vraag of er meer mobiliteit komt door het inruilen van een publiekrechtelijke aanstelling door een privaatrechtelijke.

Procedureel punt blijft nog in hoeverre er nog een instemmingsbevoegdheid ligt voor de centrales. Minister Plasterk is ingevolge de Ambtenarenwet gehouden tot overleg over rechtspositionele kwesties. Verschillende Tweede Kamerfracties hebben er echter op gewezen dat het niet zo mag zijn dat centrales een democratisch tot stand gekomen wet kunnen blokkeren. De rol van de overheid als werkgever moet wat de vakbeweging betreft in samenspraak met bonden gewijzigd worden, omdat het rechtspositie en arbeidsvoorwaarden betreft. Beroepsgroepen als de politie, het leger, de rechterlijke macht en het openbaar ministerie behouden volgens het wetsvoorstel overigens hun status.

Laatste nieuws

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

24 juli 2024

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

23 juli 2024

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

Logo VCP YP

11 juli 2024

VCP YP: Uitnodiging bijeenkomst Prinsjesdag

Meer nieuws