8 oktober 2014
De uitbreiding van de reikwijdte van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT naar werknemers in dienst van de (semi-)publieke sector is buiten proportie, aldus VCP-bestuurslid Nic van Holstein, tijdens het rondetafelgesprek, dat gisteren in de Tweede Kamer plaatsvond.
Het kabinet is voornemens het loon van bestuurders in de (semi-)publieke sector, dat nu nog 130% van een ministersalaris bedraagt, terug te brengen naar 100%. Tijdens een rondetafelbijeenkomst WNT2 in de Tweede Kamer op 8 oktober jl. konden betrokkenen en deskundigen op deze plannen reageren. Van de zijde van de Vakcentrale voor Professionals (VCP) werd deze bijeenkomst bijgewoond door Nic van Holstein. Hij uitte de verwachting dat door het bezoldingsmaximum knelpunten zullen ontstaan op de arbeidsmarkt. Bovendien kan er een drukkende werking uitgaan naar het gehele onderliggende loongebouw. De VCP vindt dat de overheid het recht op collectief onderhandelen moet respecteren; vergroten van de reikwijdte is in strijd met Europese regelgeving en internationale verdragen. Ook op het terrein van de pensioenen zijn er knelpunten. Als de WNT2 per 1 januari a.s. wordt ingevoerd, moeten arbeidsovereenkomsten, die vanaf die datum worden afgesloten, voldoen aan deze wet. Gezien de vele onduidelijkheden op het gebied van pensioenen zal het vrijwel onhaalbaar zijn om de nieuwe pensioenafspraken voor die datum te verwerken.
Lees hier de volledige inbreng (.pdf) van de Vakcentrale voor Professionals.