15 april 2016
Lang waren internationale handelsverdragen alleen interessant voor specialisten, maar de onderhandelingen over TTIP hebben geleid tot een breed maatschappelijk debat. Op 4 mei 2015 heeft minister Ploumen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de SER dan ook om advies over TTIP gevraagd.
TTIP heeft als doel een vrijhandelszone tussen Noord-Amerika en de EU tot stand brengen die grote impact zal hebben op de miljard mensen die daar nu wonen. TTIP biedt daarbij zowel kansen en bedreigingen. Standaardisatie van producteisen, het wegnemen van tarifaire en non-tarifaire belemmeringen en nog grotere onderlinge concurrentie zou volgens de onderhandelaars goed zijn voor de economie en de consument. Maar wat zijn de gevolgen voor bijvoorbeeld de werkgelegenheid en de (relatief) hoge Europese beschermingsniveaus? Het advies gaat hier nader op in.
De SER bespreekt in het vandaag aangenomen advies de maatschappelijke zorgen en bezwaren over TTIP, zoals de druk op de arbeidsstandaarden in Europa, verlies aan werkgelegenheid en verlies van beleidsvrijheid op het terrein van publieke diensten. Ook de zorgen over het beoogde arbitrage mechanisme tussen investeerders en staten in TTIP (ISDS/ICS) worden in het advies besproken. Het advies gaat tevens in op de waarborgen in TTIP voor de bescherming van publieke belangen, waarbij met name – maar niet uitsluitend – wordt gekeken naar bescherming op sociaal terrein inclusief de positie van en mogelijke gevolgen voor werknemers.
Het advies spreekt geen oordeel over TTIP uit. Met het advies wil de SER een inhoudelijke bijdrage leveren aan het debat over TTIP zodat het kabinet en het Nederlandse Parlement tot een weloverwogen beoordeling kunnen komen over de inhoud en het proces van TTIP. De SER geeft minister Ploumen en het Nederlandse kabinet wel zeven criteria mee, waarlangs TTIP moet worden gemeten. Kort gezegd gaat het om de volgende criteria:
1. TTIP moet bijdragen aan de vermindering van de mondiale ongelijkheid, door het globaliseringsproces te richten op het duurzaam vergroten van maatschappelijke welvaart;
2. TTIP dient de Europese waarden te bevorderen, waaronder de bescherming van mensen- en werknemersrechten, milieu, de democratie en de rechtsstaat;
3. TTIP mag geen afbreuk doen aan de hoge beschermingsniveaus in Europa;
4. Overheden moeten voldoende beleidsruimte houden om beschermingsniveaus voor mens en milieu te kunnen borgen en verbeteren;
5. Overheden moeten vrij blijven om diensten ‘van publiek belang’ te verklaren;
6. Flankerend beleid is nodig om de fundamentele rechten, maar ook de sociale dialoog, een actief werkgelegenheidsbeleid en sociale bescherming te waarborgen;
7. De onderhandelingen over TTIP moeten transparant zijn.
Beide continenten kennen nu al hun eigen vrijhandelszone: de EU aan deze kant van de oceaan en de VS, Canada en Mexico aan de andere kant. Deze twee markten komen met TTIP dichter bij elkaar, maar TTIP is ook van belang voor de rest van de wereld. Immers de EU en de VS willen dat TTIP de standaard wordt voor internationale handel.
Het is het voornemen dit “grootste handelsakkoord ooit” af te sluiten in het najaar. En hoewel de Europese Commissie steeds meer transparantie probeert te betrachten over de onderhandelingen, is de inzet van de VS (ook voor het VS Congres) nog altijd geheim en dus onbekend. Daarom is het in deze fase moeilijk om een definitief oordeel over TTIP te hebben. In het najaar zal er een beter beeld ontstaan wat de gevolgen en perspectief zal zijn van de afspraken. Of TTIP langs het nationale parlement van de EU lidstaten moet is nog niet bekend. De Europese Commissie beslist hierover aan het eind van het proces.
De VCP heeft inhoudelijk bijgedragen aan de totstandkoming van dit advies. Ook de VCP spreekt op dit moment geen oordeel over TTIP uit. De onderhandelingen over TTIP lopen nog en een definitief oordeel kan pas worden gegeven zodra de tekst van het verdrag definitief is.