14 april 2020
De Stichting van de Arbeid wil aanvullende maatregelen voor mensen met een tijdelijk contract die door de corona-crisis toch niet in dienst kunnen blijven. In een brief aan minister Koolmees (SZW) vraagt de Stichting om enkele aanpassingen in de NOW, de loonkostenregeling die het kabinet heeft ingesteld. De Tweede Kamer vergadert vandaag over het pakket met noodmaatregelen voor de economie.
In de brief uit de Stichting van de Arbeid haar zorgen over de positie van mensen met een tijdelijk contract of oproepcontracten. De NOW is ook voor mensen met een flexibel contract bedoeld, maar in sommige gevallen kunnen werkgevers geld besparen door een dienstverband toch te beëindigen.
In de brief pleit de Stichting van de Arbeid daarom voor een reeks aanvullende maatregelen die erop gericht zijn de NOW beter toegankelijk te maken voor werknemers met een tijdelijk contract, een oproepcontract of een uitzendovereenkomst. Zo stelt de Stichting voor om de opslag op de vergoeding aan bedrijven voor personeel waarvoor de hoge premie wordt betaald, te verhogen naar 40 procent. Hiermee kan gestimuleerd worden werknemers met een flexibel contract in dienst te houden.
Volgens VCP-voorzitter Nic van Holstein is het belangrijk dat werk, inkomen en bedrijvigheid worden behouden, ondanks de gevolgen van de maatregelen tegen Corona. “Niet alleen vaste krachten, maar ook tijdelijke krachten moeten kunnen rekenen op hun loon. Alleen dan blijft de impact beperkt en voorkomen we Amerikaanse toestanden of hoge werkloosheid.”
De Stichting pleit verder voor het instellen van een financieel vangnet, voor werknemers die voor 1 maart tenminste dertien weken bij de werkgever of een uitzendbureau in dienst waren. Zolang de NOW loopt, moeten zij hier een beroep op kunnen doen, zonder WW-rechten in te leveren. Werkgevers moeten kunnen aantonen dat zij de tijdelijke werknemer of oproepkracht door omzetverlies niet langer in dienst kunnen houden en dat de NOW geen soelaas biedt.
Ten slotte vraagt de Stichting aandacht voor problemen met verzuim en verlofkosten. Het gaat hier bijvoorbeeld om werknemers met milde verkoudheidsklachten die niet arbeidsongeschikt zijn maar ook niet mogen werken volgens de RIVM-richtlijn. Ook wil de Stichting aandacht voor het vakantiegeld, dat in mei wordt uitgekeerd. Veel werkgevers hebben daar eigenlijk geen geld voor, terwijl werknemers er juist op rekenen voor noodzakelijke uitgaven.