6 juni 2023
De Tweede Kamer debatteerde vorige week over de uitwerking van het arbeidsmarktpakket. Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) had daarover 3 april een brief naar de Tweede Kamer gezonden. In de Kamer bleek brede steun voor het pakket waar sociale partners en kabinet gezamenlijk aan hebben gewerkt. Maar de woordvoerders hebben vragen over de effectiviteit en precieze uitwerking van de plannen. Tijdens het Kamerdebat bleek ruime steun voor het arbeidsmarktpakket, zodat het ministerie aan de slag met de voorbereiding van wetsvoorstellen. VCP-voorzitter Nic van Holstein zei daarover eerder: “De uitwerking markeert net als het MLT een trendbreuk voor een betere arbeidsmarkt: het contract voor onbepaalde tijd moet de norm zijn voor structureel werk. Voor de VCP weer een belangrijke stap in het keren van de toenemende onzekerheid en een noodzakelijke verbetering van de positie van werkenden op de arbeidsmarkt”.
Leven lang ontwikkelen
In het Kamerdebat was de nodige aandacht voor het onverwacht afschaffen van het STAP budget. Tijdens het debat werd een motie ingediend door Van der Lee (GroenLinks) die is aangenomen. De regering wordt opgeroepen te onderzoeken op welke wijze een instrument ter stimulering van Leven Lang Ontwikkelen, zoals een individueel scholingsbudget, kan worden vormgegeven. Van Holstein: “Er moet een positieve stimulans blijven om te scholen en te ontwikkelen wanneer een werknemer eigen regie wil nemen. De VCP had ook kritiek op het STAP-budget en vond doorontwikkeling noodzakelijk. Het echter teleurstellend dat nu door het kabinet het STAP wordt afgeschaft, waarmee werknemers worden ontmoedigd om zelf te scholen en ontwikkelen. Geef dan de scholingsaftrek maar terug. Natuurlijk denken wij mee over de ontwikkeling van een scholingsbudget met een positieve stimulans voor werknemers.”
Arbeidsmobiliteit tussen sectoren
Eveneens werd de motie van De Jong (D66) en Ceder (CU) aangenomen met de oproep om met sociale partners in gesprek te gaan over het belang van wendbare werkenden en de mogelijkheden om arbeidsmobiliteit tussen sectoren eenvoudiger te maken, bijvoorbeeld door opleidingen ook toegankelijk te laten zijn voor mensen die niet eerder in een bepaalde sector aan het werk waren. Van Holstein: “Wij werken met het kabinet aan een goede arbeidsmarktinfrastructuur. Met Toekomstpro(o)f helpt de VCP in samenwerking met De Unie momenteel mensen in regionale mobiliteitsteams (RMT) op weg in hun loopbaan. Het is belangrijk dat er ook (inter-)sectoraal goede afspraken gemaakt worden over loopbaanpaden tussen sectoren en toegankelijkheid van opleidingen voor zijinstromers.”
Jeugdstrategie
Palland (CDA) vroeg aandacht voor een integrale jongvolwassenenstrategie met als doel de trend van het uitgesteld leven van jongvolwassenen te keren naar een goede start waarbij we onder andere de doorgeschoten flexibele arbeidsmarkt aanpakken. In een motie vroeg de Kamer daarover voor eind 2023 geïnformeerd te worden. Van Holstein: “Een reëel probleem. Jongeren hebben het lastiger op de arbeidsmarkt en de woningmarkt. Het SER Jongerenplatform pleit daarom sinds 2019 voor een nationale jeugdstrategie voor de korte en middellange termijn. Daarom hebben wij in het MLT een arbeidsmarktpakket afgesproken met als doel de verbetering van de positie van werkende op de arbeidsmarkt.”
AOV voor zelfstandigen
Tijdens het debat waren er ook vragen over de plannen voor de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. “De VCP merkt dat er veel misverstanden zijn over deze verzekering, ook in het maatschappelijke debat. Zo zijn er veel zorgen over de kosten en de toegang tot de verzekering. Deze zorgen lijken vooral gebaseerd te zijn op de huidige situatie waarbij private verzekeraars arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor zelfstandige aanbieden. Zelfstandigen kunnen zich nu geregeld niet verzekeren op de private markt of de premie is te hoog waardoor een private verzekering geen optie is. Juist om die redenen komt er een collectieve publieke verzekering zodat iedereen zich kan verzekeren tegen een redelijke premie. Er is bewust gekozen voor een aparte verzekering voor zelfstandigen om zo veel mogelijk aan te sluiten bij de wensen en behoeften van zelfstandigen. Daarnaast wordt er in de uitvoering zo veel mogelijk aangesloten bij de werknemersverzekering om het makkelijk te maken wanneer het zzp-schap wordt gecombineerd met het werknemerschap. Ook wordt er verkend om een opt-out mogelijk te maken zodat iemand met één partij te maken heeft wanneer iemand zich bijvoorbeeld aanvullend wil verzekeren.”