3 september 2020
Vakbond BOA ACP gaat met minister Grapperhaus (Justitie) in gesprek over het coronabeleid en hoe buitengewoon opsporingsambtenaren hun werk beter kunnen uitvoeren. Het overleg gaat ook over het gebruik van pepperspray en de wapenstok voor handhaving.
Boa’s moeten door de mensen op straat voor vol worden aangezien zijn en in staat zijn hun werk professioneel te doen, zegt voorzitter Richard Gerrits van BOA ACP, aangesloten bij de VCP. De geloofwaardigheid van boa’s kwam vorige week onder druk te staan door opschudding over verantwoordelijk minister Grapperhaus, die zich tijdens zijn bruiloft niet aan de coronaregels had gehouden. Ondanks de kritiek mag de minister van de Tweede Kamer aanblijven.
Gerrits zegt het vertrouwen in de minister wel te behouden, al heeft dat door de kwestie een flinke deuk opgelopen. Hij wijst erop dat de zaak niet helemaal op zichzelf staat. “Het optreden van burgemeester Femke Halsema tijdens een demonstratie in Amsterdam en de vakantiefoto van het koningspaar deden onze positie en die van andere handhavers ook al geen goed. Bovendien leeft de wens bij boa’s om op straat beter uitgerust te zijn al langer.“
De belangrijkste inzet van het gesprek is een geloofwaardig en uitvoerbaar beleid, zegt Gerrits. “Zodat Boa’s niet meer de straat op worden gestuurd met opdrachten die niet uitvoerbaar zijn. Een beleid ook, dat rekening houdt met de veiligheid van de handhavers. Want we merken dat de frustraties beginnen op te lopen, dat het publiek een korter lontje krijgt en we zien zelfs een toename in het aantal incidenten met steekwapens. We moeten daarom ook kijken of pepperspray aan de uitrusting toegevoegd kan worden.”