20 april 2017
De overgang naar een circulaire economie gaat ook professionals aan. Het heeft impact op werk en arbeidsmarkt. Alle reden dus voor de VCP om actief betrokken te zijn bij het zogeheten grondstoffenakkoord, dat door meer dan driehonderd partijen is ondertekend. Op 18 april was de aftrap van de transitieagenda’s, die richting moeten gaan geven aan de uitvoering van het akkoord.
Opsteller van akkoord
De VCP is een van de opstellers van het grondstoffenakkoord, dat begin dit jaar werd ondertekend en waaraan ook de Rijksoverheid, werkgevers, milieuorganisaties en gemeenten zich hebben verbonden. De VCP heeft meegewerkt aan het SER-advies over circulaire economie. “We zijn er actief mee aan de slag gegaan omdat de overgang naar een circulaire economie veel meer is dan overstappen naar nieuwe productiemethoden”, legt VCP-beleidsmedewerker Amerik Klapwijk uit. “De gevolgen zullen zeker merkbaar zijn op de arbeidsmarkt.”
Nieuwe productiemethoden en sociale gevolgen
Professionals krijgen te maken met veranderingen in denken, productieprocessen en producten. Dit heeft effect op de inhoud van het werk, vanaf de ontwerpfase tot de consumptie en afvalfase”, aldus Amerik Klapwijk. “Daar moet aandacht voor zijn. Dat geldt ook voor de mogelijke gevolgen voor arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden.“ De VCP wil verder dat er aandacht komt voor de sociale aspecten van een transitie naar een circulaire economie en de gevolgen voor de besteedbare inkomens van mensen. “Alleen op die manier kan de overgang naar een circulaire economie voldoende draagvlak krijgen”, aldus Amerik Klapwijk.