18 april 2011
Culemborg, 18 april 2011
Pb 0418-04
“Vol gas naar eindakkoord”
Dat zegt MHP-bestuurder Eddy Haket. Hij toont zich gelukkig over het besluit van de FNV om verder te gaan met de uitwerking van het Pensioenakkoord, gezamenlijk met de vakcentrales MHP en CNV en de werkgeversorganisaties. De pensioenen van werknemers en gepensioneerden moeten zeker worden gesteld.
Over de financiële risico’s van een gemoderniseerd pensioenstelsel zegt Haket: “De MHP en haar achterban van middengroepen en hoger personeel wil een robuuste en fatsoenlijke oudedagsvoorziening. Een goed akkoord over AOW en aanvullende pensioenen is ons doel. Honderd procent garanties bestaan ook nu niet voor het huidige pensioenstelsel: er zijn pensioenfondsen, die nu al genoodzaakt zijn de uitkering te bevriezen of te korten. Als wij alles bij het oude laten, zal door de vergrijzing het systeem op den duur onbetaalbaar worden. Daarom werken wij sinds najaar 2010 aan een pensioenstelsel dat ervoor zorgt, dat naast de AOW ook de aanvullende pensioenen geborgd zijn voor nu en later. Zodoende komt er weer uitzicht op een AOW, die meestijgt met de verdiende lonen. Tegelijkertijd werken werknemers en werkgevers aan een robuuste opzet voor het aanvullende pensioen, dat bestand zal zijn tegen crises”.
Eddy Haket zegt dat een goed eindresultaat nog steeds binnen handbereik is. De wil om in het zicht van de haven eruit te komen, is aanwezig. Zowel bij werkgevers, werknemers als bij minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De laatste loodjes wegen ook zwaar voor de MHP. Eén daarvan is, dat de financiële marktrisico’s niet eenzijdig bij de werkenden en gepensioneerden neergelegd mogen worden.
Onacceptabel
“Het is ongewenst als de werkgever niet meer medeverantwoordelijk zou zijn. Het aanvullende pensioen is uiteindelijk een arbeidsvoorwaarde – uitgesteld loon – waarin de werkgever per definitie ook een verantwoordelijkheid heeft. De MHP heeft zich hiervoor van begin af aan al sterk gemaakt. Wij zijn blij, dat we geen roepende in de woestijn zijn. Wij stellen in ieder geval als voorwaarde dat dit voor de werknemers cruciale punt in de eindtekst wordt vastgelegd”.