28 november 2023
Ondanks de val van het kabinet wordt er door het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid, met nauwe betrokkenheid van sociale partners, gewerkt aan de verdere uitwerking van het arbeidsmarktpakket. Verschillende wetsvoorstellen zijn voorbereid om te zorgen voor een trendbreuk naar een betere arbeidsmarkt. Het doel van de maatregelen is het terugdringen van flexibele arbeid en het vaste contract bij structureel werk weer de norm te laten zijn. De uitwerking is in lijn met het SER Middellange Termijnadvies (MLT) en kan daarmee rekenen op draagvlak van sociale partners. De VCP heeft dan ook niet gereageerd op de internetconsultaties. Als de wetsvoorstellen gereed zijn volgt indiening bij de Raad van State voor advies en daarna de Tweede Kamer. Onderstaand een overzicht van de onderwerpen.
Flexibele arbeid
Het wetsvoorstel over flexibele arbeid heeft als doel de zekerheid van werknemers die werken via uitzendcontracten, oproepcontracten en in tijdelijke contracten te versterken. Het wetsvoorstel draagt bij aan een vermindering van de verschillen tussen vaste en flexibele banen. Met het wetsvoorstel krijgen oproepkrachten meer inkomens -en roosterzekerheid, krijgen uitzendkrachten sneller een contract met meer zekerheid en zal tijdelijk werk ook tijdelijk worden ingezet, door de onderbrekingstermijn van 6 maanden bij de ketenregeling te schrappen en een administratieve vervaltermijn van 5 jaar in te stellen. De inwerkingtreding zal op 1 januari 2025, 1 juli 2025 of 1 januari 2026 zijn, afhankelijk van de voortgang.
Zelfstandigen
Het wetsvoorstel ‘Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’ beoogt schijnzelfstandigheid terug te dringen. De VCP steunt, samen met FNV en CNV het voorstel, maar maken zich zorgen over mogelijke interpretaties rond zelfstandig ondernemerschap. De werknemersorganisaties vinden dat de meest duidelijke en schadelijke gevallen van schijnzelfstandigheid snel aangepakt moet worden, om te beginnen met de bemiddelingsbureaus die willens en wetens aan schijnzelfstandigheid verdienen. Want hoe langer niet wordt gehandhaafd, hoe groter het probleem zal worden. Een toekomstbestendige arbeidsmarkt en een houdbaar belasting- en sociale zekerheidsstelsel komen daarmee onder nog grotere druk te staan. Lees hier de volledige reactie.
Re-integratieverplichtingen 2e ziektejaar
Met dit wetsvoorstel is beoogd kleine (25 werknemers) en middelgrote (100 werknemers) werkgevers meer wendbaar te maken door eerder duidelijkheid te geven over het te volgen spoor bij re-integratie. Het uitgangspunt is dat de werkgever en werknemer gezamenlijk kunnen besluiten tot afsluiting van het eerste spoor. De werkgever blijft in het tweede ziektejaar verantwoordelijk voor de re-integratie bij een andere werkgever als het eerste spoor is afgesloten en de werknemer behoud bij herstel het recht op het volledige loon. De datum van inwerkingtreding is nog niet bekend en afhankelijk van de uitvoering van UWV. Demissionair van Gennip heeft eerder aangegeven dit onderwerp samen met het wetsvoorstel voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen tegelijk in één wetsvoorstel aan de Tweede Kamer aan te bieden.
AOV zelfstandigen en voorafgaande toestemming TBA
Verder wordt gewerkt aan de uitwerking van het advies van de Stichting van de Arbeid voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. Sociale partners worden hier ook bij betrokken. In een aparte Kamerbrief is er een update gegeven over de voortgang. Het wetsvoorstel waarbij uitzendbureaus en andere bedrijven alleen nog met voorafgaande toestemming arbeidskrachten ter beschikking (TBA) mogen stellen is inmiddels ingediend bij de Tweede Kamer. Het doel van dit stelsel is om misstanden van ter beschikking gestelde arbeidskrachten, waaronder arbeidsmigranten, aan te pakken en om een gelijk speelveld te creëren voor ondernemingen. Voor meer informatie klik hier.