20 december 2022
De VCP geeft elk half jaar een overzicht van de belangrijkste wijzigingen op het gebied van arbeidsrecht en sociale zekerheid. Onderstaand een opsomming van de wijzigingen die ingaan op 1 januari 2023, zoals de verhoging van het wettelijk minimumloon en de verhoging van de leeftijdsgrens van de kostendelersnorm.
Verhoging wettelijk minimumloon en maximum dagloon
Het wettelijk minimumloon gaat per 1 januari omhoog met 10,15% en komt daarmee uit op € 12,40 bruto per uur bij een 36-urige werkweek. De aan het minimumloon gekoppelde uitkeringen zoals de AOW, de bijstand en de Wajong en loongerelateerde uitkeringen zoals de WIA en de WW stijgen ook mee. Doordat de afbouwpunten in de huur- en zorgtoeslag en het kindgebonden budget mee schuiven, blijven huishoudens met het maximale toeslagbedrag hier recht op hebben. Ook de maximum daglonen van de ZW-, WW-, WAO- en WIA-uitkeringen worden verhoogd. Vanaf 1 januari 2023 is het maximumdagloon € 256,54 bruto.
Het minimumloon wordt momenteel per maand vastgesteld. Daarom heeft een werknemer die 40 uur per week werkt een lager minimumuurloon dan iemand die 36 uur per week werkt. Om dit te veranderen is een initiatiefwetsvoorstel ingediend voor een wettelijk minimumuurloon. Dit voorstel is door het kabinet omarmd in het coalitieakkoord. Recentelijk is het in de Tweede Kamer aangenomen. Daardoor zal er per 1 januari 2024 sprake zijn van een wettelijk minimumuurloon. Dat betekent dat het minimuurloon vanaf dat moment hetzelfde is, ongeacht de lengte van de werkweek.
Transitievergoeding
De maximale transitievergoeding wordt vanaf 1 januari verhoogd naar € 89.000 bruto. Bij een hoger bruto jaarloon geldt maximaal één jaarsalaris.
Verhoging leeftijdsgrens kostendelersnorm
In het coalitieakkoord is afgesproken dat de kostendelersnorm wordt gewijzigd. In plaats van inwonende jongvolwassenen tot 21 jaar, zullen inwonende jongvolwassen tot 27 jaar niet langer meetellen als kostendeler voor de uitkering van huisgenoten. Een inwonend kind van onder de 27 jaar heeft dan geen gevolgen meer voor de hoogte van een bijstandsuitkering.
Tegemoetkoming stoffengerelateerde beroepsziekten
Vanaf 1 januari komt er een éénmalige tegemoetkoming via de regeling Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB). Een tegemoetkoming kan worden aangevraagd bij het Instituut voor Slachtoffers Beroepsziekten door Gevaarlijke Stoffen (ISBG).
Het gaat om de volgende beroepsziekten:
• longkanker door asbest
• allergische beroepsastma
• schildersziekte.
Stijging AOW-leeftijd en aanvullend pensioen
Vanaf 1 januari stijgt de AOW-leeftijd met 3 maanden, tot 66 jaar en 10 maanden. Lees hier meer over de ontwikkeling van de AOW-leeftijd en de stijging de komende jaren. Vanaf 2023 zullen de bedragen van de AOW met de stijgingen van het minimumloon meestijgen. Dat kan gevolgen hebben voor de mensen die nog aanvullend pensioen opbouwen. Dat komt omdat via de AOW er een directe koppeling is via de zogeheten franchise in veel pensioenregelingen. De franchise is het deel van het salaris waarover een deelnemer in de pensioenregeling geen pensioen opbouwt. De AOW dekt dit gedeelte van de oudedagsvoorziening. Stijgt de AOW, dan daalt de pensioengrondslag en daarmee ook de pensioenopbouw. Dit kan ook aanleiding zijn om de pensioenregeling aan te passen zodat er over een groter gedeelte pensioen kan worden opgebouwd (indien dit niet standaard meebeweegt). Een salarisverhoging dempt het effect van een hogere franchise. Een andere manier is door meer looncomponenten pensioengevend te maken of de franchise (mits binnen de wettelijke kaders) te verlagen. Het maximum gevend pensioeninkomen wordt per 1 januari 2023 ook verhoogd, wat aan de bovenkant van de regeling meer ruimte kan geven.